Details





Titel:

1 MAART 2021. - Besluit van het afdelingshoofd Onderzoek en Bescherming tot delegatie van een aantal algemene en specifieke bevoegdheden aan personeelsleden van de afdeling Onderzoek en Bescherming



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-4
HOOFDSTUK 2. - Specifieke subdelegaties
Art. 5-7
HOOFDSTUK 3. - Gebruik van delegaties en verantwoording
Art. 8-12
HOOFDSTUK 4. - Regeling bij vervanging
Art. 13-14
HOOFDSTUK 5. - Slotbepaling
Art. 15



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2021020094 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op het intern verzelfstandigd agentschap Onroerend Erfgoed.

Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° Onroerend Erfgoed: roepnaam van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid, opgericht onder de benaming Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed;
  2° het afdelingshoofd: het personeelslid, belast met de leiding van de afdeling Onderzoek en Bescherming op N-1-niveau;
  3° directeurs Onderzoek en Bescherming: de directeur Onderzoek Bouwkundig erfgoed, de directeur Onderzoek Archeologie, de directeur Onderzoek Landschap en de directeur Depot.

Art.3. De beslissingsbevoegdheden die bij dit besluit worden gedelegeerd aan de directeurs Onderzoek en Bescherming, worden uitgeoefend binnen de perken van:
  1° de toepasselijke wetten, decreten, besluiten, omzendbrieven, dienstorders en andere vormen van regelgeving, instructies, richtlijnen en beslissingen;
  2° binnen de taakstelling van hun team en de door het directieteam bepaalde beleidslijnen.

Art.4. Als in dit besluit de beslissingsbevoegdheid voor bepaalde aangelegenheden expliciet gedelegeerd wordt, strekt deze delegatie zich ook uit tot:
  1° de beslissingen die genomen moeten worden in het kader van de voorbereiding van de uitvoering van de gedelegeerde aangelegenheden;
  2° de beslissingen van ondergeschikt belang of aanvullende aard die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de bevoegdheid of er inherent deel van uitmaken.

HOOFDSTUK 2. - Specifieke subdelegaties
Art.5. De directeur Onderzoek Archeologie heeft de delegatie om:
  1° machtigingen toe te kennen voor het gebruik van de Centrale Archeologische Inventaris (CAI);
  2° te beslissen over aanvragen tot archeologisch onderzoek in functie van wetenschappelijke vraagstellingen, met uitzondering van de aanvragen begrepen in een vergunnings- of toelatingsprocedure.

Art.6. De directeurs Onderzoek Bouwkundig erfgoed, Onderzoek Archeologie en Onderzoek Landschap hebben de delegatie om te beslissen over:
  1° aanvragen voor een bescherming;
  2° aanvragen voor een opname van een onroerend goed in één van de bestaande inventarissen.

Art.7. De directeur Depot heeft de delegatie om overeenkomsten te ondertekenen over de bruikleen van archeologische ensembles, archeologische artefacten of onderdelen van beschermd onroerend erfgoed van of voor het onroerenderfgoeddepot van het agentschap Onroerend Erfgoed.

HOOFDSTUK 3. - Gebruik van delegaties en verantwoording
Art.8. De personeelsleden aan wie specifieke bevoegdheden zijn gedelegeerd, nemen de nodige zorgvuldigheid in acht bij het gebruik van de verleende delegaties zodat misbruiken worden vermeden.
  Het afdelingshoofd kan het gebruik van de verleende delegaties nader regelen.

Art.9. De directeurs organiseren het systeem van interne controle op zodanige wijze dat de verleende delegatie op een adequate wijze wordt gebruikt en misbruiken worden vermeden.

Art.10. De directeurs zijn ten aanzien van het afdelingshoofd verantwoordelijk voor het gebruik van de verleende delegaties.

Art.11. De directeurs leggen over het gebruik van de verleende delegaties verantwoording af door rapportering aan het afdelingshoofd.
  Het afdelingshoofd kan, bij eenvoudige beslissing, nadere instructies geven over de concrete informatie die per gedelegeerde aangelegenheid in het rapport verstrekt moet worden en hij of zij kan een verplicht te volgen wijze voor rapportering vaststellen.
  Het afdelingshoofd kan, buiten de bestaande rapportering om, op ieder ogenblik aan de personeelsleden aan wie bevoegdheden werden gedelegeerd verantwoording vragen betreffende het gebruik van de aan hen gedelegeerde bevoegdheden in een bepaalde aangelegenheid.

Art.12. Het afdelingshoofd heeft het recht om de verleende subdelegaties tijdelijk geheel of gedeeltelijk op te heffen.
  In voorkomend geval neemt het afdelingshoofd de beslissingen voor de aangelegenheden waarvoor de subdelegatie, al dan niet tijdelijk, is opgeheven. Het afdelingshoofd kan in de periode van tijdelijke opheffing daarvoor ook een vervanger aanduiden.

HOOFDSTUK 4. - Regeling bij vervanging
Art.13. Het afdelingshoofd wijst bij tijdelijke afwezigheid of verhindering een vervanger aan onder de directeurs of personeelsleden van zijn of haar afdeling.
  In geval van afwezigheid of verhindering plaatst het door het afdelingshoofd aangewezen personeelslid, boven de vermelding van zijn of haar graad en handtekening, de formule "voor het afdelingshoofd Onderzoek en Bescherming, afwezig" met daarbij de vermelding van de naam van het afdelingshoofd.
  De bij dit besluit verleende delegaties worden ook verleend aan het personeelslid dat met de waarneming van de functie van afdelingshoofd belast is of hem of haar vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering.

Art.14. De directeurs Onderzoek en Bescherming wijzen bij tijdelijke afwezigheid of verhindering een vervanger aan onder de andere directeurs of de personeelsleden van zijn of haar dienst.
  Het aangewezen personeelslid plaatst boven de vermelding van zijn of haar graad en handtekening, de formule "voor de directeur, afwezig" met daarbij de vermelding van de specifieke titel en de naam van de directeur.
  De bij dit besluit verleende delegaties worden ook verleend aan het personeelslid dat met de waarneming van de functie van directeur belast is of hem of haar vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering.

HOOFDSTUK 5. - Slotbepaling
Art. 15. Het besluit van het afdelingshoofd van de afdeling Onderzoek en Bescherming van 15 december 2020 tot delegatie van een aantal algemene en specifieke bevoegdheden aan personeelsleden van de afdeling Onderzoek en Bescherming wordt opgeheven.