11 FEBRUARI 2021. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende overdracht van bevoegdheden aan de leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar van het Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest
Art. 1-28
Artikel 1. Voor de toepassing van het huidige besluit bezitten de onderstaande termen de volgende betekenis :
1° de Regering : de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;
2° het Centrum : het Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest, instelling van openbaar nut zoals bedoeld in artikel 27 van de wet van 21 augustus 1987 tot wijziging van de wet houdende organisatie van de agglomeraties en federaties van gemeenten en houdende bepalingen betreffende het Brusselse Gewest, zoals gewijzigd door de ordonnantie van 20 mei 1999 betreffende de reorganisatie van het Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest;
3° de Minister : de minister of Staatssecretaris, belast met Digitalisering;
4° de leidende ambtenaren : de directeur-generaal en de adjunct-directeur-generaal van het Centrum;
De leidend ambtenaar : de directeur-generaal van het Centrum;
De adjunct-leidend ambtenaar : de adjunct-directeur-generaal van het Centrum;
5° de leidend ambtenaar van de opdracht : de ambtenaar of eender welke andere persoon die belast is met de leiding over en het toezicht op de uitvoering van de opdracht.
6° Regelgeving inzake concessies : betreft de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten, de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies en het koninklijk besluit van 25 juni 2017 betreffende de plaatsing en de algemene uitvoeringsregels van de concessieovereenkomsten, alsook elke latere wijziging van deze teksten en de wetten of besluiten die ze vervangen;
7° Regelgeving inzake overheidsopdrachten : betreft de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, en het koninklijk besluit van 18 juni 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de speciale sectoren, alsook elke latere wijziging van deze teksten en de wetten of besluiten die ze vervangen.
II. - Werking
Art.2. De leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar zijn gezamenlijk bevoegd om de taken te verdelen binnen het Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest.
Art.3. De leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar verzekeren het dagelijks beheer van het Centrum, zoals bepaald in artikel 27, § 4 van de wet van 21 augustus 1987 tot wijziging van de wet houdende organisatie van de agglomeraties en federaties van gemeenten en houdende bepalingen betreffende het Brusselse Gewest, in overeenstemming met de bepalingen van het huidige besluit.
Art.4. De leidend ambtenaren zijn gezamenlijk bevoegd om de volgende taken uit te voeren :
1° de begroting van het Centrum uitvoeren overeenkomstig de geldende bepalingen van de wet- en regelgeving;
2° de voor de goede werking van het Centrum nuttige maatregelen nemen;
3° de beslissingen uitvoeren die de Minister neemt in het kader van zijn bevoegdheden;
4° samenwerkingsovereenkomsten afsluiten met andere instellingen;
Art.5. Onverminderd de bepalingen van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering wordt aan de leidende ambtenaren een algemene bevoegdheid tot ondertekenen toegekend voor alle akten die tot het dagelijks beheer van het Centrum behoren.
Ze ondertekenen gezamenlijk alle briefwisseling waarvoor ze bevoegd zijn en die niet bindend is voor het beleid van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.
Ze bevestigen de eensluidendheid van elk document of afschrift dat onder hun bevoegdheden valt.
Art.6. De leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar vertegenwoordigen het Centrum in de gerechtelijke en buitengerechtelijke akten en handelen op geldige wijze in zijn naam en voor zijn rekening als eiser en als verweerder.
III. - Begroting
Art.7. Er wordt aan de leidende ambtenaren van het Centrum gezamenlijke ondertekeningsbevoegdheid verleend om:
a) kredieten vast te leggen op bevel van de Minister belast met Digitalisering;
b) de facturen en vorderingen te betalen waarvan het bedrag van de uitgaven is vastgelegd;
c) betaalopdrachten te verstrekken;
d) de briefwisseling en de bestelbonnen van overheidsopdrachten te ondertekenen, onverminderd de toepassing van artikel 18 van onderhavig besluit;
e) de subsidiebesluiten te ondertekenen, voor dewelke de Minister opdracht heeft gegeven om de uitgave vast te leggen;
IV. - Personeel
Art.8. De leidende ambtenaren zijn gezamenlijk bevoegd om beslissingen te nemen met betrekking tot de toelating tot de stage en de aanstelling van de ambtenaren van de niveaus B, C en D van het centrum.
Art.9. De leidende ambtenaren zijn gezamenlijk bevoegd om de contracten tot aanwerving van het contractuele personeel te ondertekenen.
Art.10. De leidende ambtenaren zijn gezamenlijk bevoegd om bevorderingen toe te staan aan de ambtenaren van de niveaus B, C en D.
Art.11. De leidende ambtenaren zijn gezamenlijk bevoegd om de beslissingen te nemen houdende aanvaarding van vrijwillig ontslag of van aanvragen tot pensionering van de vast benoemde of contractuele ambtenaren.
Art.12. De leidende ambtenaren zijn gezamenlijk bevoegd om de leden van het contractueel personeel te ontslaan.
Art.13. Overeenkomstig het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de personeelsleden van het Centrum zijn de leidende ambtenaren gezamenlijk bevoegd om de ambtenaren van de niveaus B, C en D ter beschikking te stellen door ambtsontheffing in het belang van de dienst.
Art.14. De leidende ambtenaren zijn gezamenlijk bevoegd om de terbeschikkingstelling van rechtswege wegens ziekte van de ambtenaren van de niveaus B, C en D vast te stellen en om de hun toe te kennen wachtwedde te bepalen.
Art.15. De leidende ambtenaren organiseren gezamenlijk de zendingen naar het buitenland van de personeelsleden. Voor de openbare mandatarissen in de zin van artikel 2 § 1 van de gezamenlijke ordonnantie van 14 december 2017 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen, wordt de gemotiveerde beslissing ter goedkeuring overgemaakt aan de Regering.
Art.16. De leidende ambtenaren zijn gezamenlijk bevoegd om de voorwaarden van uitoefening van het telewerk door de contractuele en statutaire personeelsleden vast te stellen overeenkomstig het besluit van de Regering van 26 januari 2017 betreffende telewerk.
Art.17. De leidend ambtenaren nemen gezamenlijk de reglementaire maatregelen die voorzien zijn in uitvoering van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector.
V. - Overheidsopdrachten
Art.18. § 1. Binnen de grenzen van de beschikbare kredieten, worden aan de leidend ambtenaar en de adjunct leidend ambtenaar, individueel handelend, alle beslissingen overgedragen, zoals gedefinieerd of bedoeld in de Regelgeving inzake overheidsopdrachten of in de Regelgeving inzake concessies, met betrekking tot het sluiten en uitvoeren van overheidsopdrachten of concessies, voor de concessies en de overheidsopdrachten waarvan het bedrag exclusief belasting op toegevoegde waarde lager ligt dan het bedrag bepaald in artikelen 90 junto 11, 2° van het koninklijk besluit van 18 april 2017, inbegrepen elke latere wijziging aan deze bepalingen en de wetten of besluiten die ze vervangen. Geen enkele overdracht wordt verleend voor de gunningsbeslissing wanneer het bedrag van de goed te keuren offerte het hierboven bepaalde drempelbedrag met 20% overschrijdt.
§ 2. De bevoegdheidsoverdrachten voorzien in § 1 gelden voor zover het voorwerp van de uitgave voorafgaandelijk werd toegelaten door de Regering of de Minister, hetzij door de goedkeuring van een programma waarin dit voorwerp vervat zit; hetzij door een bijzondere beslissing met betrekking tot dit voorwerp, of voor zover de uitgave het voorwerp uitmaakt van bijzondere missies waarmee het Centrum belast is. Deze toelating is niet vereist voor de uitgaven waarvan het geraamde bedrag niet hoger ligt dan 6.000 euro exclusief belasting op toegevoegde waarde.
§ 3. De leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar, die individueel handelen, zijn eveneens bevoegd om in het kader van de normale uitvoering van de gesloten opdracht en binnen de grenzen van de verwezenlijking van het aanvankelijk beoogde doel de facturen en verklaringen van schuldvordering goed te keuren met betrekking tot alle opdrachten voor werken, leveringen en diensten waarvan het bedrag de bevoegdheidsoverdrachten die voorzien zijn in § 1 overschrijdt, voor zover dat de betrokken waarde de initiële waarde van de opdracht met niet meer dan 10% overschrijdt.
Art.19. Aan de leidend ambtenaar zoals bedoeld in artikel 1, 4° wordt bevoegdheid verleend om ten laatste bij het afsluiten van de opdracht de leidend ambtenaar van een overheidsopdracht zoals bedoeld in artikel 1, 5° schriftelijk aan te wijzen. Bij gebrek aan dergelijke aanwijzing blijft de leidend ambtenaar zelf de leidend ambtenaar van de opdracht.
Art.20. Aan de leidend ambtenaar van een opdracht wordt bevoegdheid verleend om de opvolging van de opdracht tot en met de definitieve oplevering te beheren. Daarmee wordt bedoeld :
1° de technische en administratieve opvolging van de opdracht;
2° de technische oplevering, zowel voorafgaand aan als na ontvangst van de producten, materialen, leveringen, constructies of diensten;
3° de controle van de gedetailleerde staten van de werken, leveringen of diensten;
4° de opmaak van de processen-verbaal;
5° de voorlopige en de definitieve oplevering;
6° het toezicht op de werken, leveringen of diensten.
Art.21. Onverminderd de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen tot regeling van de overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten, inzonderheid de herzieningsclausules waarvan sprake in de artikelen 37, 38, 38/1 tot 38/9 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, mag de gedelegeerde autoriteit die de opdracht heeft gegund, eens de opdracht is gesloten en bij een met redenen omklede beslissing, de opdracht wijzigen zonder nieuwe plaatsingsprocedure.
In geval van wijziging bij toepassing van het vorige lid blijft het voorwerp van de opdracht ongewijzigd.
VI. - Subdelegaties
Art.22. Na voorafgaande goedkeuring van de Minister, en onverminderd het artikel 5 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006 betreffende de financiële actoren, mogen de leidende ambtenaren bepaalde bevoegdheden die krachtens het huidige besluit aan hen worden overgedragen op individuele wijze subdelegeren aan de personeelsleden van het Centrum, met beperking van de overeenstemmende bevoegdheden.
Art.23. Onverminderd het artikel 5 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006 betreffende de financiële actoren, mogen de leidende ambtenaren aan de ambtenaren van de niveaus A en B van het Centrum die ze aanwijzen alle bevoegdheden inzake overheidsopdrachten subdelegeren die aan hen worden overgedragen door het huidige besluit. Deze subdelegatie is beperkt tot de overheidsopdrachten van beperkte waarde zoals bepaald in de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten wanneer ze plaatsvindt ten aanzien van de ambtenaren van niveau B.
Art.24. De Minister kan een dossier dat, in toepassing van het huidige besluit, binnen de gedelegeerde en subgedelegeerde bevoegdheden treedt, naar zich toe trekken Hij kan richtlijnen vastleggen voor het gebruik van de overgedragen bevoegdheden of een deel dan wel de gehele delegatie intrekken.
VII. - Slotbepalingen
Art.25. Zo één van de leidende ambtenaren afwezig of verhinderd is, worden de delegaties waarvoor hij alleen handelt en de delegaties waarvoor de leidende ambtenaren gezamenlijk handelen, voor de duur van de afwezigheid of het belet, toegekend aan de andere leidend ambtenaar.
Art.26. Bij gebrek aan aanduiding van één van de leidende ambtenaren door de Regering, kan de wel aangeduide leidend ambtenaar individueel handelen voor wat betreft de beslissingen en handtekeningen die gezamenlijk moeten genomen worden in toepassing van het huidige besluit.
Art.27. Het koninklijk besluit van 28 april 1989 voor de toekenning van delegaties van bevoegdheden aan de leidende ambtenaar en de adjunct-leidende ambtenaar van het Centrum voor informatica voor het Brusselse Gewest, wordt opgeheven.
Art. 28. Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad.