15 DECEMBER 2020. - Besluit van het afdelingshoofd Beheer tot delegatie van een aantal algemene en specifieke bevoegdheden aan de directeurs van de afdeling Beheer
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-4
HOOFDSTUK 2. - Specifieke subdelegaties
Art. 5-7
HOOFDSTUK 3. - Gebruik van delegaties en verantwoording
Art. 8-12
HOOFDSTUK 4. - Regeling bij vervanging
Art. 13-14
HOOFDSTUK 5. - Slotbepaling
Art. 15
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op het intern verzelfstandigd agentschap Onroerend Erfgoed.
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° Onroerend Erfgoed: roepnaam van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid, opgericht onder de benaming Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed;
2° administrateur-generaal: het personeelslid, belast met de leiding van het agentschap Onroerend Erfgoed;
3° het afdelingshoofd: het personeelslid, belast met de leiding van de afdeling Beheer op N-1-niveau;
4° de directeur Beheer: het personeelslid dat is aangesteld door de administrateur-generaal en belast is de met de leiding van een decentrale dienst binnen de afdeling Beheer
5° de directeur Back Office Beheer: het personeelslid dat is aangesteld door de administrateur-generaal en belast is met de leiding van de Back Office Beheer binnen de afdeling Beheer.
Art.3. De beslissingsbevoegdheden die bij dit besluit worden gedelegeerd aan de directeurs Beheer of de directeur Back Office Beheer, worden uitgeoefend binnen de perken van:
1° de toepasselijke wetten, decreten, besluiten, omzendbrieven, dienstorders en andere vormen van regelgeving, instructies, richtlijnen en beslissingen;
2° de taakstelling van de decentrale dienst en binnen de door het directieteam bepaalde beleidslijnen.
Art.4. Als in dit besluit de beslissingsbevoegdheid voor bepaalde aangelegenheden expliciet gedelegeerd wordt, strekt deze delegatie zich ook uit tot:
1° de beslissingen die genomen moeten worden in het kader van de voorbereiding van de uitvoering van de gedelegeerde aangelegenheden;
2° de beslissingen van ondergeschikt belang of aanvullende aard die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de bevoegdheid of er inherent deel van uitmaken.
HOOFDSTUK 2. - Specifieke subdelegaties
Art.5. De directeur Beheer heeft de delegatie om:
1° over gemelde archeologienota's en nota's te beslissen;
2° over toelatingsaanvragen voor vooronderzoek met ingreep in de bodem te beslissen;
3° over toelatings- of vergunningsaanvragen voor handelingen aan beschermd erfgoed te beslissen of advies te verlenen, met uitzondering van gecombineerde aanvragen voor een toelating en premie;
4° alle andere adviezen te verlenen als adviesverlenende instantie op basis van andere wetgeving of wetgeving over onroerend erfgoed;
5° in het kader van beheersplannen, geïntegreerde beheersplannen, beheersprogramma's en beheerscommissies de nodige adviezen op te vragen;
6° in het kader van premieaanvragen in het kader van het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014 en het Varenderfgoedbesluit van 27 november 2015:
a) ontbrekende documenten of informatie op te vragen;
b) wijzigingen goed te keuren in de lijst van goedgekeurde (beheers-) werkzaamheden.
Art.6. De directeur Back Office Beheer heeft delegatie om:
1° in het kader van een aanduiding als erkende archeoloog en erkende metaaldetectorist en het toekennen van een kwaliteitslabel:
a) aanvragen voor aanduiding of een toekenning onontvankelijk te verklaren;
b) kennisgevingen te doen van beslissingen over de aanduiding of toekenning, schorsing en intrekking van de aanduiding of toekenning;
2° in het kader van aanvragen voor erkenning als onroerenderfgoeddepot:
a) aanvragen onontvankelijk te verklaren;
b) de nodige adviezen in te winnen;
3° in het kader van beheersplannen, geïntegreerde beheersplannen, beheersprogramma's en beheerscommissies om:
a) beslissingen te nemen over aanvragen tot aanpassing;
b) kennisgevingen te doen van beslissingen over beheerscommissies;
4° attesten af te leveren in uitvoering van de wetgeving op de inkomstenbelastingen en artikel 10.5.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013;
5° in het kader van de toekenning van subsidies in het kader van samenwerkings- en beheersovereenkomsten, zoals vermeld in hoofdstuk 10 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 ontbrekende documenten of informatie op te vragen;
6° in het kader van aanvragen voor een erfgoedpremie via oproep ontbrekende documenten of informatie op te vragen.
Art.7. De medewerkers van de Back Office Beheer hebben de delegatie om:
1° aanvragen voor een erkenning als onroerenderfgoeddepot ontvankelijk te verklaren;
2° in het kader van aanvragen voor een aanduiding als erkende archeoloog en erkende metaaldetectorist en het toekennen van een kwaliteitslabel:
a) ontbrekende documenten of informatie op te vragen;
b) aanvragen ontvankelijk te verklaren.
HOOFDSTUK 3. - Gebruik van delegaties en verantwoording
Art.8. De personeelsleden aan wie beslissingsbevoegdheden zijn gedelegeerd, nemen de nodige zorgvuldigheid in acht bij het gebruik van de verleende delegaties zodat misbruiken worden vermeden.
Het afdelingshoofd kan het gebruik van de verleende delegaties nader regelen.
Art.9. De directeurs organiseren het systeem van interne controle op zodanige wijze dat de verleende delegaties op een adequate wijze worden gebruikt en misbruiken worden vermeden.
Art.10. De directeurs zijn ten aanzien van het afdelingshoofd verantwoordelijk voor het gebruik van de verleende delegaties.
Art.11. De directeurs leggen over het gebruik van de verleende delegaties verantwoording af door rapporteringen aan het afdelingshoofd.
Het afdelingshoofd kan, bij eenvoudige beslissing, nadere instructies geven over de concrete informatie die per gedelegeerde aangelegenheid in het rapport verstrekt moet worden en hij of zij kan een verplicht te volgen wijze voor rapportering vaststellen.
Het afdelingshoofd kan, buiten de bestaande rapportering om, op ieder ogenblik aan de directeur verantwoording vragen betreffende het gebruik van de delegatie in een bepaalde aangelegenheid.
Art.12. Het afdelingshoofd heeft het recht om de verleende subdelegaties tijdelijk geheel of gedeeltelijk op te heffen.
In voorkomend geval neemt het afdelingshoofd de beslissingen voor de aangelegenheden waarvoor de subdelegatie, al dan niet tijdelijk, is opgeheven. Het afdelingshoofd kan in de periode van tijdelijke opheffing daarvoor ook een vervanger aanduiden.
HOOFDSTUK 4. - Regeling bij vervanging
Art.13. Het afdelingshoofd wijst bij tijdelijke afwezigheid of verhindering een vervanger aan onder de directeurs of personeelsleden van zijn of haar afdeling.
In geval van afwezigheid of verhindering plaatst het door het afdelingshoofd aangewezen personeelslid, boven de vermelding van zijn of haar graad en handtekening, de formule "voor het afdelingshoofd Beheer, afwezig" met daarbij de vermelding van de naam van het afdelingshoofd.
De bij dit besluit verleende delegaties worden ook verleend aan het personeelslid dat met de waarneming van de functie van afdelingshoofd belast is of hem of haar vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering.
Art.14. De directeurs Beheer en de directeur Back Office Beheer wijzen bij tijdelijke afwezigheid of verhindering een of meerdere vervangers aan onder:
a) de andere directeurs Beheer of directeur Back Office Beheer;
b) de personeelsleden van zijn of haar dienst.
In geval van afwezigheid of verhindering plaatst het aangewezen personeelslid vermeld in het eerste lid, b), boven de vermelding van zijn of haar graad en handtekening, de formule "voor de directeur Beheer, afwezig" of "voor de directeur Back Office Beheer, afwezig" met daarbij de vermelding van de naam van de directeur die vervangen wordt.
De bij dit besluit verleende delegaties worden ook verleend aan het personeelslid dat met de waarneming van de functie van directeur Beheer of directeur Back Office Beheer belast is of hem of haar vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering.
HOOFDSTUK 5. - Slotbepaling
Art. 15. Het besluit van het afdelingshoofd van de afdeling Beheer van 1 oktober 2019 tot delegatie van een aantal algemene en specifieke bevoegdheden aan de directeurs van de afdeling Beheer wordt opgeheven.