11 JUNI 2020. - Volmachtbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering nr. 2020/034 tot instelling van een uitzonderingsregeling op het vlak van vergunningen voor de uitvoering van bouwplaatsen op de openbare weg (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij ORD2020-12-04/04, art. 32)
Afdeling 1. - Toepassingsgebied
Art. 1
Afdeling II. - Schorsing van rechtswege van de vergunningen en herprogrammering van bouwplaatsen
Art. 2
Afdeling III. - Vergunningsprocedure
Art. 3-8
Afdeling IV. - Richtsnoeren van de Commissie
Art. 9-10
Afdeling V. - Bevel tot onderbreking van de bouwplaats
Art. 11
Afdeling VI. - Administratieve sancties
Art. 12
Afdeling VII. - Samenstelling van de Commissie
Art. 13
Afdeling VIII. - Slot-, opheffings- en overgangsbepalingen
Art. 14-17
Afdeling 1. - Toepassingsgebied
Artikel 1. § 1. De maatregelen waarin dit besluit voorziet, wijken af van de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de bouwplaatsen op de openbare weg (hierna 'de ordonnantie' genoemd) en het regeringsbesluit van 4 april 2019 tot uitvoering ervan (hierna 'het uitvoeringsbesluit' genoemd).
§ 2. Deze maatregelen zijn van toepassing tot 18 december 2020.
§ 3. Dit besluit is niet van toepassing op de gemeentelijke wegen met volgende cumulatieve kenmerken:
1° Op het grondgebied van een van de volgende gemeenten liggen:
a) Etterbeek
b) Brussel Stad
c) Evere
d) Elsene
e) Ganshoren
f) Jette
g) Koekelberg
h) Schaarbeek
i) Ukkel
j) Sint-Lambrechts-Woluwe
k) Sint-Pieter-Woluwe
De Regering mag de lijst van de betrokken gemeenten wijzingen.
2° Deel uitmaken van soort A4 zoals gedefinieerd in bijlage 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 april 2019 tot uitvoering van de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de bouwplaatsen op de openbare weg.
3° Niet vermeld worden in bijlage 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 april 2019 tot uitvoering van de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de bouwplaatsen op de openbare weg.
Afdeling II. - Schorsing van rechtswege van de vergunningen en herprogrammering van bouwplaatsen
Art.2. § 1. Onder voorbehoud van § 2 worden de uitvoeringsvergunningen die vóór de inwerkingtreding van dit besluit zijn afgegeven en betrekking hebben op bouwplaatsen:
- waarvan de uitvoering vanaf 18 maart 2020 werd onderbroken en niet werd hervat voor 22 juni 2020
- of die niet werden hervat voor 22 juni 2020
opgeschort, samen met de vervaldatum ervan, totdat de Coördinatiecommissie van de Bouwplaatsen (hierna 'de Commissie' genoemd) uiterlijk op 18 december 2020 een beslissing neemt over de in de betrokken vergunningen aan te brengen wijzigingen.
§ 2. In afwijking van § 1 worden vergunningen voor bouwplaatsen die aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoen, niet geschorst:
1. zich bevinden op een van de in bijlage 1 vermelde strategische assen vanuit gezondheids- of sociaaleconomisch oogpunt;
2. een terrein in beslag nemen dat volledig buiten de rijbaan van deze strategische as ligt;
3. kunnen starten of heropstarten binnen tien werkdagen vanaf 22 juni 2020;
4. kunnen worden voltooid binnen tien werkdagen na het opstarten of heropstarten ervan.
§ 3. In afwijking van artikel 44 van de ordonnantie kunnen de houders van de in § 1 bedoelde uitvoeringsvergunningen van bouwplaatsen geen aanvraag tot wijziging van deze vergunningen indienen zolang de Commissie niet heeft beslist over de wijzigingen die overeenkomstig § 1 in deze vergunningen moeten worden aangebracht.
§ 4. De in § 1 bedoelde vergunningen voor bouwplaatsen die niet uiterlijk op 18 december 2020 door de Commissie zijn gewijzigd overeenkomstig § 1, komen te vervallen.
Afdeling III. - Vergunningsprocedure
Art.3. In afwijking van de artikelen 31 tot 41 van de ordonnantie worden aanvragen om uitvoeringsvergunningen voor bouwplaatsen:
- die op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit worden onderzocht
- of die worden ingediend tussen de datum van inwerkingtreding van dit besluit en 18 december 2020
en die een bouwplaats betreffen waarvan het einde voorzien is ten laatste op 30 juni 2021, onderworpen aan de procedure zoals vastgelegd in de artikelen 4 tot 7 van dit besluit, na afloop waarvan de Commissie de uitvoeringsvergunning voor de bouwplaats verleent of weigert.
Art.4. § 1. Binnen dertig werkdagen vanaf de indiening van het dossier van de uitvoeringsvergunningsaanvraag bezorgt de beheerder:
1° ofwel een ontvangstbewijs van volledig en conform dossier;
2° ofwel een ontvangstbewijs van onvolledig of niet-conform dossier dat aan de verzoeker aangeeft welke inlichtingen of documenten ontbreken en/of welke aanvullende informatie de beheerder noodzakelijk acht met het oog op het begrip van de aanvraag en in verband waarmee hij de verzoeker verzoekt die in te dienen.
§ 2. De aanvrager dient de ontbrekende inlichtingen en/of documenten in. De bepalingen van § 1 zijn opnieuw van toepassing.
Art.5. Wanneer het ontvangstbewijs van volledig en conform dossier is afgegeven,
1° kan de Commissie op eigen initiatief, de aanvrager, de beheerder(s) alsook iedere deskundige horen;
2° hoort de Commissie, op hun verzoek, de aanvrager en de beheerder(s); wanneer een van deze personen vraagt om gehoord te worden, dan worden de andere personen ook uitgenodigd om te verschijnen;
3° kan de Commissie de aanvrager en de betrokken beheerder vragen om haar bijkomende informatie te verstrekken, binnen de termijn die zij vaststelt;
4° kan de Commissie het advies vragen van iedere andere bij de bouwplaats betrokken persoon dan de aanvrager, de eventuele gecoördineerde verzoekers en de beheerder(s).
Heeft de aanvraag betrekking op een bouwplaats binnen een hypercoördinatiezone, dan is het advies van de hyperpiloot vereist.
Art.6. § 1. De Commissie verleent haar beslissing binnen dertig werkdagen vanaf het ontvangstbewijs of de einddatum zoals bedoeld in artikel 4, § 1, 1°.
§ 2. Het gebrek aan beslissing binnen de termijn zoals bepaald in § 1 komt overeen met een weigering van uitvoeringsvergunning.
§ 3. Zonder afbreuk te doen aan het in artikel 77 van de ordonnantie bedoelde beroep bij de regering, kan de aanvrager de beslissing van de Commissie, zelfs indien zij stilzwijgend is, aanhangig maken bij het Verzoeningscomité, met inachtneming van artikel 74.
§ 4. De inhoud van de door de Commissie afgeleverde uitvoeringsvergunning is de inhoud die is vastgelegd in artikel 22 van het uitvoeringsbesluit.
Art.7. In afwijking van artikel 87 van de ordonnantie zijn de door de aanvragers te betalen dossierrechten zijn voor de helft aan het Gewest en voor de helft aan de beheerder verschuldigd.
Art.8. In afwijking van de artikelen 44, § 2, 45, § 3, en 46, lid 2 van de ordonnantie is de vergunningsprocedure zoals vastgelegd in de artikelen 4 tot 7 van dit besluit van toepassing op aanvragen tot wijziging van de vergunning die worden ingediend of geïnitieerd tussen de datum waarop de Commissie het besluit als bedoeld in artikel 2, § 1, of artikel 6, § 1, neemt en 18 december 2020.
Afdeling IV. - Richtsnoeren van de Commissie
Art.9. § 1. Met het oog op de organisatie van de hervatting, de opstart en de vergunning van de bouwplaatsen zoals bedoeld in dit besluit, houdt de Commissie in de eerste plaats rekening met het feit dat deze bouwplaatsen al dan niet op een van de strategische assen uit gezondheids- of sociaalecononomisch oogpunt zijn gelegen. Die assen zijn vermeld op de kaart die bijlage 1 van dit besluit vormt.
Buiten deze strategische assen stelt de Commissie de grenzen vast van de gebieden waarop zij van plan is om bij voorrang de hervatting, de opstart en de vergunning van de bouwplaatsen zoals bedoeld in dit besluit te organiseren. Hierbij neemt ze onder meer het volgende in overweging:
1° de noodzaak om de leefbaarheid van de in lid 1 bedoelde strategische assen te verzekeren;
2° de noodzaak om de toegankelijkheid van de strategische plaatsen vanuit gezondheids- of sociaaleconomisch oogpunt te verzekeren;
3° de concentratie, in elk gebied, van bouwplaatsen met een uitvoeringsvergunning of waarvoor een uitvoeringsvergunning is aangevraagd;
4° de prioriteiten die zijn meegedeeld door de verzoekers in overeenstemming met artikel 10;
5° de omvang van het effect van de bouwplaatsen binnen de perimeter van het gebied op de doorstroming van de verschillende verkeersmodi rekening houdend met de verwachte gebeurtenissen en de gebruikelijke bezetting van de weg;
6° de capaciteiten van de aannemers om de werken uit te voeren;
7° de mogelijkheid om de materialen die nodig zijn voor de uitvoering van de bouwplaatsen aan te voeren.
§ 2. Bij de uitoefening van de haar krachtens de artikelen 2 tot 8 verleende bevoegdheden houdt de Commissie met name rekening met:
1° de overeenkomstig § 1 vastgestelde rangorde van de gebieden;
2° de in § 1 geformuleerde criteria;
3° de omstandigheid dat de geplande duur van de uitvoering van de bouwplaats al dan niet meer dan vijf werkdagen bedraagt.
§ 3. De Commissie kan de kaart van de strategische assen uit gezondheids- of sociaaleconomisch oogpunt die bijlage 1 bij dit besluit vormt, wijzigen indien zij een verandering in de locatie van strategische plaatsen uit gezondheids- of sociaaleconomisch oogpunt vaststelt. De Commissie stelt de gewijzigde kaart onmiddellijk beschikbaar op haar website.
§ 4. De Commissie verzendt elektronisch naar de regering, op de dag van zijn aanneming, haar beslissing met betrekking tot de vaststelling van de grenzen van de in § 1, lid 2, bedoelde gebieden of de wijziging van de in § 3 bedoelde kaart.
De regering of zijn gemachtigde mag, binnen de vijf werkdagen na de in lid 1 bedoelde verzending, de beslissing van de Commissie nietig verklaren.
Art.10. § 1. Elke verzoeker kan de Commissie binnen de volgende termijnen een lijst bezorgen van zijn bouwplaatsen met een identificatiecode in het Osiris-informaticasysteem, vastgesteld door artikel 9 van de ordonnantie, die hij als prioritair beschouwt:
1° een eerste keer uiterlijk de tiende werkdag vanaf 22 juni 2020;
2° een tweede keer uiterlijk drie maanden na de in 1° genoemde vervaldag.
§ 2. De lijst van deze prioritaire bouwplaatsen omvat uitsluitend de bouwplaatsen die de verzoeker binnen twintig werkdagen na de in § 1, 1° of 2° vastgestelde vervaldag voor de indiening van de lijst kan opstarten.
Afdeling V. - Bevel tot onderbreking van de bouwplaats
Art.11. § 1. In spoedeisende gevallen in de zin van artikel 2, 14 °, van de ordonnantie of in uitzonderlijke omstandigheden kan de Commissie, mits behoorlijk met redenen omkleed, bevel geven tot onderbreking van elke vergunde bouwplaats die in uitvoering is, waarbij zij in voorkomend geval de datum van hervatting van de bouwplaats vaststelt.
De Commissie beoordeelt het bestaan van dergelijke uitzonderlijke omstandigheden in het licht van de in artikel 9, § 1 vastgestelde criteria.
§ 2. De Commissie stelt de verzoeker vijf werkdagen voor de datum van de onderbreking in kennis van haar besluit, zodat de verzoeker de nodige veiligheidsmaatregelen kan treffen.
In afwijking van lid 1 kunnen de personeelsleden van Brussel Mobiliteit die de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie hebben, indien de urgentie of de uitzonderlijke omstandigheden dit vereisen, een mondeling bevel tot onmiddellijke onderbreking van de betrokken bouwplaats geven.
Op straffe van nietigheid van het in lid 2 bedoelde bevel tot stopzetting van de bouwplaats moet dit bevel:
1° uiterlijk de volgende werkdag schriftelijk worden bevestigd door de voorzitter of de secretaris van de Commissie;
2° uiterlijk de vijfde werkdag na het bevel tot stopzetting van de bouwplaats onder een met redenen omkleed besluit van de Commissie vallen, waarin in voorkomend geval de datum van hervatting van de bouwplaats wordt vermeld.
§ 3. Een verzoeker die als gevolg van een bevel tot onderbreking van de bouwplaats zoals bedoeld in dit artikel een aanvraag voor een wijzigingsvergunning moet indienen, is vrijgesteld van het betalen van de dossierrechten voor die aanvraag.
Afdeling VI. - Administratieve sancties
Art.12. § 1. In afwijking van artikel 81 van de ordonnantie en onder voorbehoud van § 2 wordt een administratieve boete van 5.000 euro tot 18.750 euro opgelegd aan de verzoeker die niet voldoet aan de specifieke eisen die in dit besluit zijn vastgelegd en die niet kan aantonen dat een dergelijke miskenning niet aan hem is toe te schrijven.
§ 2. In afwijking van artikel 81 van de ordonnantie een administratieve boete van 5.000 euro tot 25.000 euro wordt opgelegd aan de verzoeker die zich in een van de volgende situaties bevindt en die niet kan aantonen dat deze situatie niet aan hem is toe te schrijven:
1° aan de Commissie hebben meegedeeld dat de uitvoering van zijn bouwplaats binnen maximaal vijf werkdagen zou zijn voltooid en deze termijn overschrijden;
2° een bouwplaats hebben uitgevoerd zonder dat de Commissie overeenkomstig artikel 2, § 1 de vergunning waarvan hij houder is, heeft gewijzigd en zonder de voorwaarden van artikel 2, § 2 na te leven.
Afdeling VII. - Samenstelling van de Commissie
Art.13. § 1. Gemeenten die niet beschikken in de Commissie over een vertegenwoordiger die door Brulocalis krachtens artikel 6, § 1, 4° van de ordonnantie is aangesteld, kunnen elk een effectieve vertegenwoordiger en een plaatsvervanger aanwijzen om als onbezoldigd deskundige deel te nemen aan de werkzaamheden van de Commissie.
§ 2. De verzoekers die niet tot de categorie van de institutionele importeurs in de zin van artikel 2, 8 °, van de ordonnantie behoren kunnen, via twee afzonderlijke beroepsfederaties van hun keuze, twee effectieve vertegenwoordigers en twee plaatsvervangers aanwijzen om als onbezoldigde deskundigen deel te nemen aan de werkzaamheden van de Commissie.
De Commissie publiceert onverwijld op internet het gewenste technische profiel voor de in de vorige lid genoemde vertegenwoordigers.
Afdeling VIII. - Slot-, opheffings- en overgangsbepalingen
Art.14. Aanvragen van een uitvoeringsvergunning als bedoeld in artikel 3 en aanvragen van een wijzigingsvergunning als bedoeld in artikel 8, die uiterlijk op 18 december 2020 volledig zijn verklaard, worden behandeld volgens de procedure zoals vastgelegd in de artikelen 5 tot en met 7.
Art.15. De regering kan te allen tijde besluiten dit besluit in te trekken.
Art.16. Dit besluit treedt in werking de dag na de datum van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Art. 17. De minister belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid wordt belast met de uitvoering van dit besluit.