Details





Titel:

27 AUGUSTUS 2020. - Besluit van de Regering tot beperking van de negatieve gevolgen van de coronacrisis voor het onderwijs(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 09-10-2020 en tekstbijwerking tot 29-03-2022)



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2021204794  2022200997 



Artikels:

Artikel 1. - In afwijking van artikel 3, § 3.2, van het besluit van de Regering van 10 februari 2000 betreffende het schoolbezoek wordt voor de aanvraag van de onderwijsvrijstelling ten belope van maximaal zes lesuren per week, bepaald in artikel 3, § 3.2, eerste lid, van hetzelfde besluit van 10 februari 2000, voor het schooljaar 2020-2021 rekening gehouden met het advies dat de instelling voor deeltijds kunstonderwijs voor het vorige schooljaar had gegeven, als het gaat om leerlingen die vóór 15 april 2020 een advies hebben aangevraagd bij een erkende instelling voor deeltijds kunstonderwijs in de Duitstalige Gemeenschap, maar het muziekstuk niet konden voorspelen naar aanleiding van de federale dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus (COVID-19) in te dijken.
  Als het om een eerste aanvraag gaat en de instelling voor deeltijds kunstonderwijs dus geen advies voor het vorige schooljaar kan hebben afgegeven, kan de Minister van Onderwijs op basis van een met redenen omklede aanvraag van de personen belast met de opvoeding en in overleg met het schoolhoofd van de betrokken secundaire school beslissen over de toekenning van een onderwijsvrijstelling ten belope van maximaal zes lesuren per week voor het schooljaar 2020-2021.

Art.1.1. [1 De regeling bepaald in artikel 11, § 4, van het decreet van 30 juni 2003 houdende dringende maatregelen inzake onderwijs 2003 die betrekking heeft op de vervanging van een personeelslid van wie aantoonbaar bekend is dat het gedurende minder dan zes opeenvolgende werkdagen afwezig zal zijn wegens verlof, wegens een terbeschikkingstelling of wegens enige andere vorm van afwezigheid, wordt met een schooljaar verlengd en eindigt op 31 augustus 2022.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BDG 2021-09-16/36, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2021>


Art.1.2. [1 De periode waarin gebruik kan worden gemaakt van het omstandigheidsverlof om zich te laten inenten tegen het coronavirus (COVID-19) bepaald in artikel 23, eerste lid, 14°, d), van het decreet van 6 juni 2005 houdende maatregelen inzake onderwijs 2005 wordt verlengd tot uiterlijk 30 juni 2022.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BDG 2022-01-25/03, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2022>


Art.2. - Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen.

Art. 3. - De minister bevoegd voor Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.