16 JUNI 2020. - Koninklijk besluit ter omzetting van de Richtlijn (EU) 2017/159 van de Raad van 19 december 2016 tot uitvoering van de op 21 mei 2012 door het Algemeen Comité van de landbouwcoöperaties van de Europese Unie (COGECA), de Europese Federatie van vervoerswerknemers (ETF) en de Vereniging van de nationale organisaties van visserijondernemingen in de Europese Unie (Europêche) gesloten Overeenkomst betreffende de uitvoering van het Verdrag betreffende werk in de visserijsector van de Internationale Arbeidsorganisatie uit 2007
HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 1957 betreffende de levensmiddelen aan boord van Belgische schepen
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1973 houdende zeevaartinspectiereglement
Art. 3-4
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 7 januari 1998 betreffende de medische hulpverlening aan boord van schepen
Art. 5-6
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 7
HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen
Artikel 1. Dit besluit zet gedeeltelijk de Richtlijn (EU) 2017/159 van de Raad van 19 december 2016 tot uitvoering van de op 21 mei 2012 door het Algemeen Comité van de landbouwcoöperaties van de Europese Unie (COGECA), de Europese Federatie van vervoerswerknemers (ETF) en de Vereniging van de nationale organisaties van visserijondernemingen in de Europese Unie (Europêche) gesloten Overeenkomst betreffende de uitvoering van het Verdrag betreffende werk in de visserijsector van de Internationale Arbeidsorganisatie uit 2007 om.
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 1957 betreffende de levensmiddelen aan boord van Belgische schepen
Art.2. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 12 december 1957 betreffende de levensmiddelen aan boord van Belgische schepen, gewijzigd door het koninklijk besluit van 30 september 2014, wordt aangevuld met een punt 3, luidende :
" De levensmiddelen en het drinkwater worden door de reder gratis ter beschikking gesteld tot het einde van de aanmonstering van de bemanningsleden. ".
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1973 houdende zeevaartinspectiereglement
Art.3. Artikel 118 van het koninklijk besluit van 20 juli 1973 houdende zeevaartinspectiereglement, wordt aangevuld met een lid, luidende :
"De bemanning leeft de rechtmatige bevelen van de kapitein en de toepasselijke veiligheids- en gezondheidsmaatregelen na.".
Art.4. In artikel 4, tweede lid, van de bijlage XX van het koninklijk besluit van 20 juli 1973 houdende zeevaartinspectiereglement, gewijzigd door het koninklijk besluit van 30 september 2014, worden de woorden ", tegen het certificaat van medische geschiktheid, ingevoegd tussen de woorden "bedoeld in artikel 3" en de woorden " of tegen beperkingen".
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 7 januari 1998 betreffende de medische hulpverlening aan boord van schepen
Art.5. Artikel 5, § 1 van het koninklijk besluit van 7 januari 1998 betreffende de medische hulpverlening aan boord van schepen wordt aangevuld met een lid, luidende :
"Deze handleiding(en) wordt (worden) opgesteld in een taal en presentatie die begrijpelijk zijn voor de in de paragrafen 2 en 3 van dit artikel bedoelde personen.".
Art.6. In artikel 6 van het hetzelfde besluit wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende :
"De lijst van de door de minister aangewezen radioadviescentra wordt aan boord van het schip bewaard op een plaats die de kapitein en alle werknemers die de medische uitrusting kunnen gebruiken, bekend is.".
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 7. De minister bevoegd voor Werk, de minister bevoegd voor Sociale Zekerheid en de minister bevoegd voor Maritieme Mobiliteit zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.