30 APRIL 2020. - Besluit van de Regering tot vaststelling van de wedde en de regeling voor de terugbetaling van de onkosten van de directeur-zaakvoerder van de openbare huisvestingsmaatschappij
Art. 1-5
Artikel 1. - De directeur-zaakvoerder van de openbare huisvestingsmaatschappij wordt bezoldigd overeenkomstig de weddeschaal I/11 vermeld in bijlage II van het besluit van de Regering van 27 december 1996 houdende organisatie van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren, op basis van zijn geldelijke anciënniteit die met toepassing van hetzelfde besluit wordt berekend.
De directeur-zaakvoerder krijgt vakantiegeld en een eindejaarspremie overeenkomstig de bepalingen die gelden voor de personeelsleden van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap.
Onverminderd artikel 2, 2°, mag de directeur-zaakvoerder daarnaast geen andere vergoedingen, toelagen of uitkeringen ontvangen die een aanvulling op zijn wedde vormen of daarmee kunnen worden gelijkgesteld.
Art.2. - De bepalingen van het besluit van de Regering van 23 april 2015 tot regeling van de terugbetaling van onkosten in sommige instellingen van de Duitstalige Gemeenschap zijn mutatis mutandis van toepassing op de terugbetaling van de reis- en vertegenwoordigingskosten van de directeur-zaakvoerder van de openbare huisvestingsmaatschappij, waarbij :
1° de directeur-zaakvoerder wordt gelijkgesteld met de in artikel 1, § 1, van dat besluit vermelde "personeelsleden van de instellingen vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap";
2° overeenkomstig de nadere regels bepaald in artikel 7, § 3, van hetzelfde besluit een ambtswagen ter beschikking kan worden gesteld van de directeur-zaakvoerder voor dienstgebruik en persoonlijk gebruik.
Art.3. - Het besluit van de Waalse Regering van 28 augustus 2008 betreffende de voorwaarden en modaliteiten voor de terugbetaling van de reis- en vertegenwoordigingskosten van de directeur-zaakvoerder van een openbare huisvestingsmaatschappij wordt opgeheven.
Art.4. - Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen.
Art. 5. - De minister bevoegd voor Huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit.