Details





Titel:

12 DECEMBER 2019. - Decreet houdende de begroting van de ontvangsten en de algemene begroting van de uitgaven van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2020(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-02-2020 en tekstbijwerking tot 21-06-2022)



Inhoudstafel:


Art. 1-11, 11bis, 12
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Voor het begrotingsjaar 2020 worden de lopende ontvangsten van de Duitstalige Gemeenschap als volgt geraamd:


[<font color="red">1</font> ''(in duizenden euro) 
Algemene ontvangsten276.987
Toegewezen ontvangsten166.477
Totaal443.464'']<font color="red">1</font>
(<font color="red">1</font>)<DDG <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2020121040" target="_blank">2020-12-10/40</a>, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
  De begroting van de ontvangsten is opgenomen in bijlage I.  Art. 2.Met toepassing van artikel 3, eerste lid, van het decreet van 21 december 1995 houdende oprichting van een Fonds voor het beheer van de financiële schulden van de Duitstalige Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 22 februari 2016, wordt 14.016.000 euro van de totale dotatie als toegewezen ontvangsten ter beschikking gesteld van dit Fonds.  [3 Met toepassing van artikel 5, § 1, tweede lid, 9°, van het decreet van 21 januari 1991 houdende afschaffing en reorganisatie van begrotingsfondsen wordt 1.700.000 euro van de totale dotatie als toegewezen ontvangsten ter beschikking gesteld van het Fonds voor prestaties van de Duitstalige Gemeenschap.]3  Met toepassing van artikel 3 van het decreet van 14 december 1992 houdende oprichting van een Fonds voor afbetaling van schulden in de Duitstalige Gemeenschap wordt 30.000 euro van de totale dotatie als toegewezen ontvangsten ter beschikking gesteld van het fonds voor afbetaling van schulden van de Duitstalige Gemeenschap.  [1 [2 Met toepassing van artikel 1, § 2, 4°, van het decreet van 17 januari 1994 houdende inrichting van bijkomende begrotingsfondsen van de Duitstalige Gemeenschap wordt 27.532.000 euro van de totale dotatie als toegewezen ontvangsten ter beschikking gesteld van het participatie- en financieringsfonds van de Duitstalige Gemeenschap.]2]1  In afwijking van het decreet van 21 december 1995 houdende oprichting van een Fonds voor het beheer van de financiële schulden van de Duitstalige Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 22 februari 2016, wordt dit fonds via de globale dotatie alleen nog gespijsd met middelen voor de terugbetaling van leningen, financiële leasings en alternatieve financieringen.  ----------  (1)<DDG 2020-04-06/05, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 26-03-2020>   (2)<DDG 2020-06-22/18, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2020>   (3)<DDG 2020-12-10/40, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2020>   Art. 3.[1 Met toepassing van artikel 58, § 1, van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap kan de Regering tot maximaal 650 miljoen euro leningen aangaan en de uitgifte van thesauriebewijzen ondertekenen.]1  ----------  (1)<DDG 2020-12-10/40, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2020>   Art. 4. Voor de uitgaven met betrekking tot het begrotingsjaar 2020 worden kredieten geopend ten bedrage van:    [1 ''(in duizenden euro)  VastleggingskredietenOrdonnanceringskredietenAlgemene uitgaven388.323385.684Begrotingsfondsen138.308138.308Totaal526.631523.992'']1(1)<DDG 2020-12-10/40, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2020> De algemene uitgavenbegroting, per organisatieafdeling en per programma, is opgenomen in de bijlagen II.1 en II.2.  Art. 5. De Regering wordt ertoe gemachtigd het door de Duitstalige Gemeenschap aangekochte materieel te verhuren aan groeperingen, verenigingen en instellingen onder de door haar vastgestelde voorwaarden.  Art. 6. De betaling van de nog niet vereffende vastleggingen die in de loop van de vorige begrotingsjaren vastgesteld werden ten laste van vastleggingskredieten van de basisallocaties waarvan de nummering intussen is gewijzigd of die onder andere allocaties zijn opgenomen, kan geboekt worden ten laste van vereffeningskredieten van de overeenkomstige programmakredieten en basisallocaties van het lopende begrotingsjaar.  Art. 7. Ter uitvoering van artikel 57, § 2, tweede lid, van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap kunnen subsidies toegekend worden ten laste van de basisallocaties die in bijlage 1 dienovereenkomstig aangewezen zijn.  Art. 8. Met toepassing van artikel 75, derde lid, van hetzelfde decreet van 25 mei 2009 wordt het maximale bedrag van de vastleggingskredieten van de diensten met afzonderlijk beheer (DAB) voor het begrotingsjaar 2020 als volgt goedgekeurd:    [1 ''DAB Mediacentrum411.000 EURDAB Gemeenschapscentra5.119.000 EURRobert-Schuman-Instituut538.000 EURKoninklijk Atheneum Eupen284.000 EURCésar-Franck-Atheneum238.000 EURKoninklijk Atheneum Sankt Vith326.000 EURCentrum voor bevorderingspedagogiek539.000 EURDAB Service en Logistiek806.000 EUR'']1(1)<DDG 2020-12-10/40, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2020> Art. 9. Met toepassing van artikel 90, derde lid, van hetzelfde decreet van 25 mei 2009 wordt het maximale bedrag van de vastleggingskredieten van de instellingen van openbare nut voor het begrotingsjaar 2020 als volgt goedgekeurd:    [1 ''Autonome hogeschool549.000 EURBelgisch Radio- en Televisiecentrum7.417.000 EURDienst voor zelfbeschikkend leven26.995.000 EURDienst voor arbeidsbemiddeling7.944.000 EURInstituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de Middenstand5.297.000 EURSociaal-Economische Raad521.000 EURKaleido1.112.000 EUR'']1(1)<DDG 2021-12-16/44, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2020> Art. 10. In afwijking van artikel 18, § 2, van het decreet van 18 maart 2002 betreffende de Infrastructuur wordt de Regering van de Duitstalige Gemeenschap ertoe gemachtigd voor de infrastructuur-, inrichtings- en uitrustingsprojecten die zijn ingediend door de gemeenten, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de gemeenteregieën (of intercommunales), vanaf de inwerkingtreding van dit decreet en tot de afronding van het project, vooruitbetalingen te doen tot een plafond 90 % van de toegezegde subsidies per project.  Art. 11. De Regering wordt ertoe gemachtigd de financiële middelen die de provincie Luik ter beschikking stelt in het kader van het samenwerkingsakkoord betreffende de herfinanciering van de gemeenten te verdelen op basis van dezelfde verdeelsleutels als die van de berekeningswijze vervat in het decreet van 15 december 2008 betreffende de financiering van de gemeenten en van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn door de Duitstalige Gemeenschap.  Art. 11bis. [1 Met toepassing van artikel 58, § 3, van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap is de Regering gemachtigd borgtochten en garanties tot maximaal vijf miljoen euro toe te kennen.]1  ----------  (1)<Ingevoegd bij DDG 2020-06-22/18, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2020>      Art. 12. Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2020.  BIJLAGE.  Art. N.  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 24-02-2020, p. 10581)