Details





Titel:

17 DECEMBER 2020. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende stationaire batterijaccumulatoren en UPS-eenheden



Inhoudstafel:


Art. 1-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2000031022  2000031023 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Toepassingsgebied
  Dit besluit bepaalt de uitbatingsvoorwaarden die van toepassing zijn op stationaire batterijaccumulatoren en UPS (Uninterruptible Power Supply)-eenheden die verbonden zijn aan eenzelfde circuit waarvan het product van het vermogen, uitgedrukt in ampère-uur (Ah), en de spanning, uitgedrukt in volt (V), hoger ligt dan 10 000.

Art.2. Definities
  In de zin van dit besluit verstaan we onder:
  1° Accumulator: elektrochemisch systeem dat de toegevoerde elektrische energie opstapelt onder chemische vorm en deze terug kan geven door omgekeerde werking;
  2° Cel: een geheel van elektroden en elektrolyt dat de basiseenheid vormt van een batterijaccumulator;
  3° Batterijaccumulatoren: twee of meerdere met elkaar verbonden cellen die gebruikt worden als energiebron;
  4° Stationaire batterijaccumulatoren of stationaire accumulator: batterijaccumulatoren of accumulator die vast ondergebracht is in een standplaats en normaal gezien verbonden is met de laadinrichting van de elektrische installatie;
  5° Stationaire batterijaccumulatoren met open cellen (of cellen met ontluchting): batterijaccumulatoren waarvan de cellen een deksel hebben dat voorzien is van een opening waarlangs de ontstane gassen kunnen ontsnappen. Deze opening kan voorzien zijn van een ontluchtingsdop. Deze stationaire batterijaccumulatoren worden gekenmerkt door een aanzienlijke waterstofontwikkeling en de aanwezigheid van een vloeibaar elektrolyt;
  6° Droge batterij: elk ander type van stationaire batterijaccumulator dan die die beoogd wordt in punt 5° ;
  7° UPS-eenheid (Uninterruptible Power Supply of niet-onderbreekbare voeding): ondersteuningsvoorziening van het elektrisch netwerk die over stationaire batterijaccumulatoren beschikt om te allen tijde een gelijkspanningsvoeding te garanderen. De term UPS wordt in dit besluit gebruikt om de eenheden te kwalificeren die voorzien zijn van interne batterijen in hun systeem;
  8° REI t: Europese classificatie die rekening houdt met het vermogen van een bouwelement om gedurende een bepaalde tijdsduur uitgedrukt in minuten (t) te voldoen aan de voor de standaardproef voor de brandwerendheid gespecifieerde criteria ten aanzien van de dragende functie (R), de vlamdichtheid (E) en/of thermische isolatie (I).

Art.3. Veiligheid en brandpreventie
  Als een lokaal met stationaire batterijaccumulatoren en/of UPS-eenheden zich in een gebouw bevindt, gelden de volgende normen onverminderd de toepassing van strengere normen die door of krachtens een toepasselijke regelgeving worden opgelegd, en behoudens andersluidend advies van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp worden opgelegd:
  1° de scheidingsdeuren tussen het lokaal en de rest van het gebouw bezitten een brandweerstand van minstens een half uur(EI 1 30). Ze zijn voorzien van een automatisch sluitsysteem;
  2° de wanden, de vloer en het plafond in metselwerk of beton of gelijkwaardig bezitten een brandweerstand van één uur (R(EI)60). De leidingen voor vloeistoffen, vaste stoffen, elektriciteit en technische kokers die de bouwelementen doorkruisen mogen de brandweerstandsgraad die voor deze bouwelementen vereist is niet aantasten;
  3° brandblusapparaten van minstens 6 kg ABC-poeder of brandblussers met CO2, met het BENOR-label of een gelijkwaardig, door een lidstaat van de Europese Unie erkend label, worden geplaatst nabij de toegangsdeuren aan de buitenkant van de lokalen met stationaire batterijaccumulatoren en/of UPS-eenheden. Die brandblussers dienen dankzij een jaarlijkse controle en jaarlijks onderhoud in goede staat van werking gehouden te worden. De plaatsing van elke andere brandblusser moet worden bekendgemaakt aan de overheid. Deze bekendmaking moet vergezeld zijn van de toestemming van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp;
  4° Voor de verwarming van de lokalen waar de stationaire batterijaccumulatoren en/of UPS-eenheden zijn geïnstalleerd, zijn enkel toestellen toegestaan waarvan de installatie en het gebruik de nodige waarborgen bieden om elk brand- of ontploffingsgevaar te vermijden. In dit lokaal mag in geen geval een verwarmingstoestel met verbranding worden opgesteld;
  5° De verlichting van de lokalen gebeurt uitsluitend elektrisch;
  6° Op verscheidene zichtbare plaatsen dienen instructies te worden aangebracht over wat men in geval van een ongeval (brand, ontploffing of elektrocutie, ...) moet doen;
  7° Het is strikt verboden een open vlam te gebruiken of vonken te veroorzaken in de buurt van batterijen en UPS-eenheden.

Art.4. Toegang tot de lokalen en beperkingen
  De stationaire batterijaccumulatoren met open cellen, de droge batterijen of UPS-eenheden dienen te worden geïnstalleerd in lokalen waar alleen inrichtingen zijn toegestaan die voor de goede werking van de stationaire batterijaccumulatoren noodzakelijk zijn of rechtstreeks van het gebruik ervan afhangen.
  De stationaire batterijaccumulatoren dienen vlot toegankelijk te zijn.
  De toegang tot deze lokalen is verboden voor het publiek. Dat verbod wordt duidelijk op de toegangsdeuren aangebracht.
  De uitgangen zijn vrij van obstakels en worden met de passende pictogrammen aangeduid, overeenkomstig de Codex over het welzijn op het werk.

Art.5. Bescherming van de bodem en het water
  De vloerbedekking in het lokaal bestaat uit ondoorlatende en voor elektrolyten inerte materialen.
  Elk lek van elektrolyten moet zo snel mogelijk worden opgeruimd.
  Onder de stationaire batterijaccumulatoren met open cellen moet zich een ondoordringbare kuip voor de opvang van alle elektrolyten bevinden. De ondoordringbare kuip bestaat uit voor elektrolyten inerte en onbrandbare materialen, d.w.z. materialen die geen enkel waarneembaar warmteverschijnsel vertonen.
  De aanwezigheid van een sterfput in de lokalen waar zich stationaire batterij accumulatoren en UPS-eenheden bevinden is verboden.
  Voor alle stationaire batterijaccumulatoren en UPS-eenheden die vóór de inwerkingtreding van dit besluit toegelaten waren kan de aanwezigheid van de sterfput worden behouden op voorwaarde dat alle nodige maatregelen worden genomen opdat geen enkel elektrolyt het rioolnetwerk zou kunnen bereiken in het geval van een lek.

Art. 6..
  Bij lekken moet het elektrolytisch slib verwijderd worden door een in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest erkende inzamelaar van gevaarlijke afvalstoffen krachtens het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 1 december 2016 betreffende het beheer van afvalstoffen.
  De gebruikte stationaire batterijaccumulatoren met open cellen en afgedankte droge batterijen dienen door een in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest erkende inzamelaar van gevaarlijke afvalstoffen verwijderd te worden krachtens hetzelfde besluit.

Art.7. Ventilatie van de lokalen
  De lokalen met stationaire batterijaccumulatoren en UPS-eenheden moeten zodanig verlucht worden dat de atmosfeer er nooit toxisch of explosief wordt.
  Daarom moet het ventilatiesysteem van de lokalen met stationaire batterijaccumulatoren met open cellen minstens een lage luchttoevoer en hoge luchtafvoer bevatten die een efficiënte luchtcirculatie garanderen.
  De verluchting mag op natuurlijke wijze gebeuren indien de hoge luchtafvoer rechtstreeks verbonden is met de buitenlucht. Zo niet, zal de verluchting mechanisch zijn.

Art.8. Elektrische installaties
  Enkel opladers die aangepast zijn aan het type van batterijaccumulatoren mogen worden gebruikt.
  De uitbater leeft de aanbevelingen voor gebruik van de fabrikant voor de stationaire batterijen na.
  De elektrische installaties worden regelmatig gecontroleerd, overeenkomstig de Codex over het welzijn op het werk en/of het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties.
  De inbreuken die worden vermeld in de controleverslagen worden zo snel mogelijk opgeheven.

Art.9. Opheffings- en wijzigingsbepaling
  § 1. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 september 1999 tot vaststelling van de uitbatingsvoorwaarden voor stationaire batterijaccumulatoren of stationaire accumulatoren en vaste inrichtingen voor de heroplading van accumulatoren wordt opgeheven.
  § 2. In artikel 3, tweede lid van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 september 1999 tot vaststelling van de uitbatingsvoorwaarden voor statische transformatoren met een nominaal vermogen van 250 kva tot 1 000 kVA wordt de zin "Een afwijking aan deze norm kan door de bevoegde overheid worden toegelaten." toegevoegd.

Art.10. Inwerkingtreding
  Dit besluit treedt in werking drie maanden na de publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Art. 11. Uitvoering
  De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.