10 DECEMBER 2020. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 november 2020 betreffende steun tot vergoeding van exploitanten van taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur die getroffen zijn door de maatregelen die werden genomen om de verspreiding van het COVID-19-virus te beperken
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Nadere regels voor de steun
Art. 3-4
HOOFDSTUK 3. - Procedure voor de behandeling van de steunaanvraagdossiers en de vereffening van de steun
Art. 5-9
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° minister: de minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor het bezoldigde personenvervoer ;
2° exploitanten: elke rechtspersoon of natuurlijke persoon die beschikt over een vergunning voor de exploitatie van een taxidienst of een dienst voor het verhuren van voertuigen met chauffeur bedoeld in artikelen 4 en 17 van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur;
3° minimisverordening: de verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie L352 van 24 december 2013;
4° BM: Brussel Mobiliteit bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel;
Art.2. Overeenkomstig de voorwaarden van de verordening kent de minister steun toe aan exploitanten in bedrijf die getroffen zijn door de noodmaatregelen die werden genomen om de verdere verspreiding van het COVID-19-virus in te dijken.
De gezondheidscrisis COVID-19 wordt erkend als een buitengewone gebeurtenis, als bedoeld in artikel 28 van de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen.
De steun wordt verleend onder de voorwaarden bedoeld in de de minimisverordening.
HOOFDSTUK 2. - Nadere regels voor de steun
Art.3. De steun bestaat erin een premie van 3000 euro toe te kennen aan elke exploitant die over een vóór 19 november 2020 uitgereikte vergunning beschikt voor de exploitatie van een taxidienst of een dienst voor het verhuren van voertuigen met chauffeur.
De in het eerste lid bedoelde exploitanten kunnen slechts één op grond van dit besluit toegekende premie ontvangen.
De in dit besluit vastgestelde steunvoorwaarden zijn van toepassing onverminderd de in de ordonnantie van 3 mei 2018 `betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen' vastgestelde voorwaarden.
Art.4. Onverminderd de voorwaarden die zijn bepaald in de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen, is uitgesloten van de steun of desgevallend gehouden tot de terugbetaling ervan, de begunstigde:
1° aan wie een sanctie wordt opgelegd op grond van artikel 10 van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, of elke andere regelgeving die het vervangt of waardoor het wordt vervangen;
2° die niet alle toepasselijke verplichtingen van het sociaal, arbeids- en milieurecht naleeft;
3° die in staat van faillissement of van vereffening verkeert, de werkzaamheden heeft gestaakt, in gerechtelijke reorganisatie is, of aangifte heeft gedaan van zijn faillissement of voorwerp is geweest van een procedure van vereffening of gerechtelijke reorganisatie, of die in enige vergelijkbare toestand verkeert krachtens een soortgelijke procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen;
4° die opzettelijk verkeerde inlichtingen heeft bezorgd;
5° die zich in een van de gevallen bevindt als bedoeld in artikel 3, § 1, eerste lid, van de ordonnantie van 8 oktober 2015 houdende algemene regels betreffende de inhouding, de terugvordering en de niet-vereffening van subsidies op het vlak van werkgelegenheid en economie, zolang hij de subsidies als bedoeld in voornoemde ordonnantie niet terugbetaalt overeenkomstig de regels bedoeld in artikel 4 ervan.
Vanaf de datum van steunverlening moet de begunstigde de voorwaarden als bedoeld in het eerste lid gedurende drie jaar naleven.
HOOFDSTUK 3. - Procedure voor de behandeling van de steunaanvraagdossiers en de vereffening van de steun
Art.5. De begunstigde dient de steunaanvraag in bij BM door middel van een formulier dat BM op zijn website. Het formulier vermeldt de bewijsstukken die de begunstigde bij zijn aanvraag voegt.
De begunstigde kan slechts één enkele steunaanvraag indienen.
BM ontvangt de steunaanvraag ten laatste op 15 januari 2020.
De begunstigde vermeldt in zijn aanvraag de andere onder de de-minimisverordening of andere de-minimisverordeningen vallende steun die de onderneming gedurende de twee voorafgaande belastingjaren en het lopende belastingjaar heeft ontvangen.
BM kan per e-mail alle documenten of informatie opvragen die het voor het onderzoek van de aanvraag noodzakelijk acht. De begunstigde verstrekt de aanvullende documenten en informatie binnen de vijf dagen. Indien binnen deze termijn geen antwoord wordt ontvangen, wordt de aanvraag geweigerd.
Art.6. Binnen drie maanden vanaf de ontvangst van de steunaanvraag wordt de toekenningsbeslissing aan de begunstigde betekend. De minister kan de beslissingstermijn verlengen indien er geen begrotingskredieten meer beschikbaar zijn.
BM deelt de begunstigde mee dat de steun overeenkomstig de de minimisverordening wordt verleend.
Art.7. De steun wordt in één enkele schijf vereffend op een Belgische zichtrekening op naam van de begunstigde.
Art.8. De minister-president bevoegd voor Huisvesting, Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang en voor het bezoldigde personenvervoer en de minister van Economie zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 9. Dit besluit treedt in werking op 10 december 2020.