6 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden van de facturering tussen hulpverleningszones in het kader van de snelste adequate hulp bij gebrek aan een overeenkomst(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 29-12-2020 en tekstbijwerking tot 20-10-2023)
Art. 1-6
Artikel 1.§ 1. Bij gebrek aan een overeenkomst zoals bedoeld in artikel 6, § 2 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, dat werd ingevoegd bij de wet van 21 december 2013, kan de hulpverleningszone waarvan een post in het kader van het principe van de snelste adequate hulp een interventie heeft uitgevoerd op het grondgebied van een andere hulpverleningszone, de kosten van de desbetreffende interventie op deze andere hulpverleningszone verhalen. Deze kosten mogen enkel verbonden zijn aan het interveniërend personeel en de voertuigen die werden vastgelegd in het eigen operationeel organisatieschema van de zone, zoals voorzien in artikel 22/1 van de voornoemde wet van 15 mei 2007, dat werd ingevoegd bij de wet van 21 december 2013. De zone kan ook het water en de emulgeer-, absorptie-, dispergeermiddelen of detergenten die tijdens de interventie werden verbruikt, tegen kostprijs factureren.
§ 2. Voor elk ingezet personeelslid is het factureerbaar uurloon het volgende:
a) brandweerman: 23,30 euro;
b) korporaal: 23,55 euro;
c) sergeant: 26,15 euro;
d) adjudant: 28,61 euro;
e) luitenant: 35,83 euro;
f) kapitein: 39,69 euro;
g) majoor: 43,35 euro;
h) kolonel: 49,12 euro.
§ 3. Voor elk ingezet voertuig is het factureerbaar forfaitaire bedrag het volgende:
a) voertuig met een cilinderinhoud van minder dan 2000 cm3 : 35 euro;
b) voertuig met een cilinderinhoud tussen 2000 en 4500 cm3: 50 euro;
c) voertuig met een cilinderinhoud van meer dan 4500 cm3 : 75 euro;
§ 4. De in de paragrafen 2 en 3 vastgelegde bedragen zijn verbonden aan de schommelingen van de index van de consumptieprijzen overeenkomstig de regels voorgeschreven door de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, gewijzigd door het koninklijk besluit nr. 178 van 30 december 1982. Deze bedragen zijn gekoppeld aan de spilindex 138,01.
§ 5. In afwijking van de paragrafen 2 tot 4 kan de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp gebruik maken van de bedragen die vastgesteld zijn in de artikelen 3 tot 9 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 november 2014 `inzake de retributies die geïnd worden als tegenprestatie voor diensten geleverd door de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp', en die volgens de in artikel 16 bepaalde regels geïndexeerd worden, teneinde het factureerbare uurloon in de zin van paragraaf 2 of het factureerbare forfaitaire bedrag in de zin van paragraaf 3 vast te stellen.
[1 De verwijzing in het eerste lid betreft de artikelen 3 tot 9 en 16 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 november 2014 inzake de retributies die geïnd worden als tegenprestatie voor diensten geleverd door de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp zoals ze gelden op de datum van het koninklijk besluit.]1
----------
(1)<KB 2023-09-10/06, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 30-10-2023>
Art.2. De factureerbare tijd voor het ingezette personeel wordt berekend vanaf het vertrek uit de kazerne tot de terugkeer in de kazerne en afgerond naar het volgende kwartier. Een facturering van meer dan een uur is mogelijk wanneer de middelen die de territoriaal bevoegde hulpverleningszone binnen het uur naar de interventieplaats stuurt, lager zijn dan de minimale voorwaarden die zijn vastgelegd in het koninklijk besluit van 10 november 2012 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen. Een facturering voor meer dan een uur is eveneens mogelijk wanneer de verantwoordelijke voor de operaties van de territoriaal bevoegde zone aan het personeel van de andere hulpverleningszone vraagt om de interventie na een uur voort te zetten.
Art.3. Voor de toepassing van dit besluit moet onder de term "hulpverleningszone" eveneens de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp worden verstaan.
Art.4. Teneinde de reeds opgemaakte facturen te dekken, voor zover deze niet in strijd zijn met de nieuwe regels, en teneinde de facturering van de nog niet gefactureerde interventies volgens de nieuwe regels mogelijk te maken, heeft dit besluit uitwerking met ingang van 1 juli 2019.
Art.5. Bij wijze van overgangsmaatregel die geldt tot 1 oktober 2021, mag de hulpverleningszone die haar operationeel organisatieschema, bedoeld in artikel 22/1 van de voormelde wet van 15 mei 2007, nog niet heeft goedgekeurd, in afwijking van artikel 1, haar facturering opmaken op basis van de interventieprocedures die die zone uitgevoerd heeft buiten het formele kader van het operationeel organisatieschema.
Art. 6. De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.