Details





Titel:

10 DECEMBER 2020. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de werking van de Raad van beroep voor de personeelsleden van de Algemene Inspectiediensten



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Installatie van de Raad van beroep en van het secretariaat.
Art. 1-3
HOOFDSTUK II. - Werking van de Raad van beroep
Art. 4-12
HOOFDSTUK III. - Inachtneming van de rechten van de verdediging en van het tegenstrijdige karakter van de debatten.
Art. 13-17
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 18-19



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Installatie van de Raad van beroep en van het secretariaat.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° het decreet : het decreet van 10 januari 2019 betreffende de Algemene Inspectiedienst ;
  2° de Raad van beroep : de Raad van beroep voor de personeelsleden van de Algemene Inspectiedienst bedoeld in artikel 116, eerste lid, van het decreet ;
  3° de vertegenwoordiger : de persoon zoals bedoeld in artikel 123, tweede lid, van het decreet ;
  4° de verslaggever : de persoon zoals bedoeld in artikel 127, eerste lid, van het decreet.

Art.2. De Raad van beroep wordt geïnstalleerd bij de Algemene Administratie van het Onderwijs ten zetel van de Algemene directie voor de sturing van het onderwijssysteem.
  Het secretariaat van de Raad van beroep wordt geïnstalleerd binnen dezelfde algemene directie.

Art.3. De zittingen van de Raad van beroep worden gehouden ten zetel van de Algemene directie voor de sturing van het onderwijssysteem of elke andere plaats vermeld in de oproeping.
  Het secretariaat van de Raad van beroep wordt waargenomen door de ambtenaren van niveau 2+, ten minste, van de Algemene Directie voor de sturing van het onderwijssysteem.

HOOFDSTUK II. - Werking van de Raad van beroep
Art.4. De beroepen worden ingediend bij het secretariaat van de Algemene Directie bedoeld in artikel 2, in de vormen en de termijnen bepaald in het decreet.

Art.5. Na ontvangst van het beroep bevestigt de secretaris de ontvangst van het beroep aan de verzoekende partij en stelt de voorzitter hiervan in kennis.

Art.6. De Voorzitter deelt via de secretaris onmiddellijk aan de verzoeker de informatie bedoeld in de artikelen 123 en 124 van het decreet mee, alsook het huishoudelijk reglement van de Raad van beroep.

Art.7. Na het verstrijken van de wrakingstermijn bedoeld in artikel 124, tweede lid, van het decreet, stuurt de Voorzitter, via de secretaris, de oproeping aan de verzoeker en zijn eventuele vertegenwoordiger, per aangetekende brief met ontvangstbewijs, ten minste 15 dagen vóór de datum van de zitting van de Raad van beroep.
  Het verslag over de zaak, opgesteld door de verslaggever, wordt bij de oproeping gevoegd.

Art.8. De Raad van beroep komt bijeen op uitnodiging van de Voorzitter.
  In noodgevallen komt ze niet bijeen in de periode van 6 juli tot 15 augustus.

Art.9. De zittingen van de Raad van beroep zijn niet openbaar.

Art.10. De Raad van beroep kan enkel beraadslagen over de punten die op de agenda staan.

Art.11. De zittingen van de Raad van beroep worden geopend en gesloten door de Voorzitter. De Voorzitter leidt de debatten en zorgt voor de orde van de vergadering.
  In uitzonderlijke omstandigheden kan de Voorzitter, op verzoek van een lid of van de verzoeker of van de mogelijke vertegenwoordiger van de verzoeker, bij consensus een schorsing van de zitting verlenen.

Art.12. De Voorzitter van de Raad van beroep bezorgt de Regering, de verzoeker en zijn mogelijke vertegenwoordiger het advies van de Raad van beroep binnen vijf werkdagen na de zitting van de Raad van beroep waarin het advies werd uitgebracht.

HOOFDSTUK III. - Inachtneming van de rechten van de verdediging en van het tegenstrijdige karakter van de debatten.
Art.13. De verzoeker en zijn eventuele vertegenwoordiger kunnen, op afspraak genomen met het secretariaat, het volledige dossier van de zaak raadplegen.
  Ze kunnen geen enkel stuk van het dossier wegnemen of verplaatsen.
  Ze worden ertoe gemachtigd nieuwe stukken aan het dossier toe te voegen.

Art.14. De verzoeker of zijn mogelijke vertegenwoordiger worden voor het eerst gehoord nadat de verslaggever de achtergronden van de zaak en de resultaten van het onderzoek objectief heeft voorgesteld.

Art.15. De Voorzitter nodigt vervolgens de leden van de Raad van beroep uit om eventuele vragen aan de verzoeker of aan zijn eventuele vertegenwoordiger te stellen.
  De verzoeker of zijn mogelijke vertegenwoordiger hebben recht van antwoord.

Art.16. Wanneer de Raad van beroep bij meerderheid van zijn leden een nader onderzoek beveelt of getuigen à charge of à decharge wenst te horen in overeenstemming met artikel 128 van het decreet, wordt de zitting geschorst en uitgesteld binnen 10 werkdagen.

Art.17. Wanneer de Voorzitter van mening is dat de Raad van beroep voldoende op de hoogte wordt gebracht, geeft hij het laatste woord aan de verzoeker of aan zijn mogelijke vertegenwoordiger en verzoekt hij hen vervolgens het lokaal te verlaten om te kunnen beraadslagen.

HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.18. Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2021.

Art. 19. De Minister van Onderwijs voor sociale promotie en de Minister van Onderwijs zijn belast met de uitvoering van dit besluit.