Details





Titel:

4 DECEMBER 2020. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 18 juli 2017 houdende delegatie van bevoegdheden aan de leidende ambtenaren van Brussel Preventie en Veiligheid



Inhoudstafel:

I. Algemene bepalingen
Art. 1
II. Werking
Art. 2-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2017030821 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

I. Algemene bepalingen
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder:
  1° Het besluit: het ministerieel besluit van 18 juli 2017 houdende delegatie van bevoegdheden aan de leidende ambtenaren van Brussel Preventie en Veiligheid;
  2° Het Gewest: het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
  3° De instelling: Instelling van openbaar nut Brussel Preventie en Veiligheid, bedoeld in artikel 3 van de ordonnantie van 28 mei 2015 tot oprichting van een instelling van openbaar nut waarin het beheer van het preventie- en veiligheidsbeleid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is samengebracht en tot oprichting van de Gewestelijke School voor de Veiligheids-, Preventie- en Hulpdienstberoepen - Brusafe;
  4° De minister: De minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor het veiligheids- en preventiebeleid, overeenkomstig artikel 4, § 2quater, 3° en 4° van de wet van 26 juli 1971 houdende organisatie van de agglomeraties en de federaties van gemeenten en artikel 11bis van de bijzondere wet, met inbegrip van de met de gemeenten gesloten veiligheidscontracten;

II. Werking
Art.2. Er wordt een hoofdstuk V/1 aan het besluit toegevoegd met de titel "continuïteit van de penitentiaire diensten in geval van staking".

Art.3. In hoofdstuk V/1 wordt artikel 22/1 toegevoegd dat luidt als volgt: " In geval van staking zijn de leidende ambtenaren van de Instelling samen bevoegd en indien nodig afwisselend bij ontstentenis van de andere om informatie te verkrijgen van de penitentiaire inrichtingen en daar de opvolging van te verzekeren. "

Art.4. In hoofdstuk V/1 wordt artikel 22/2 toegevoegd dat luidt als volgt:
  "De leidende ambtenaren van de Instelling zijn samen bevoegd en indien nodig afwisselend bij ontstentenis van de andere om in te staan voor de opdrachten van artikelen 16 tot 18 van de wet van 23 maart 2019 betreffende de organisatie van de penitentiaire diensten en het statuut van het penitentiair personeel, onder meer overleg, overlegdossiers voorbereiden en opvorderingsprojecten opstellen. "

Art.5. In hoofdstuk V/1 wordt artikel 22/3 toegevoegd dat luidt als volgt: " De Minister bewaart de handtekening van de akkoorden naar aanleiding van overleg alsook opvorderingen gericht aan het gevangenispersoneel.
  De voorgenoemde documenten zijn gericht aan de leidende ambtenaren van de instelling van bij de ondertekening. "

Art.6. In hoofdstuk V/1 wordt artikel 22/4 toegevoegd dat luidt als volgt: "De akkoorden en opvorderingen ondertekend door de Minister worden aan de betroffen instanties gecommuniceerd via een van de leidende ambtenaren van de Instelling. Deze laatsten zullen de Minister op de hoogte stellen van de mededeling. "

Art.7. In hoofdstuk V/1 wordt artikel 22/5 toegevoegd dat luidt als volgt: "De opvolging van de ondertekende opvorderingen gebeurt door de leidende ambtenaren van de instelling. "

Art.8. Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de leidende ambtenaren van Brussel Preventie en Veiligheid alsook aan de leidinggevenden van de penitentiaire inrichtingen van het Gewest en de vakbonden.

Art. 9. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.