3 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 maart 1995 betreffende het opzetten en de exploitatie van GSM-mobilofonienetten, het koninklijk besluit van 24 oktober 1997 betreffende het opzetten en de exploitatie van DCS-1800-mobilofonienetten en het koninklijk besluit van 18 januari 2001 tot vaststelling van het bestek en van de procedure tot toekenning van vergunningen voor de mobiele telecommunicatiesystemen van de derde generatie
Art. 1-4
Artikel 1. Artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit van 7 maart 1995 betreffende het opzetten en exploiteren van GSM-mobilofoonnetten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 december 2010, wordt vervolledigd met een lid dat als volgt luidt:
"Na afloop van deze tweede periode van verlenging, kan de vergunning worden verlengd door het Instituut voor verscheidene opeenvolgende perioden van telkens maximaal zes maanden."
Art.2. Artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit van 24 oktober 1997 betreffende het opzetten en exploiteren van DCS-1800-mobilofoonnetten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 december 2010, wordt vervolledigd met een lid dat als volgt luidt:
"Na afloop van deze tweede periode van verlenging, kan de vergunning worden verlengd door het Instituut voor verscheidene opeenvolgende perioden van telkens maximaal zes maanden."
Art.3. Artikel 18, § 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 18 januari 2001 tot vaststelling van het bestek en van de procedure tot toekenning van vergunningen voor de mobiele telecommunicatiesystemen van de derde generatie gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 december 2010 wordt vervangen als volgt:
"Na afloop van deze eerste periode kan de vergunning worden verlengd door het Instituut voor verscheidene opeenvolgende perioden van telkens maximaal zes maanden."
Art. 4. De minister bevoegd voor Telecommunicatie is belast met de uitvoering van dit besluit.