30 SEPTEMBER 2020. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 15, § 10, van de wet van 15 juli 2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19 pandemie (CORONA III) en betreffende de belastingvermindering voor de verwerving van nieuwe aandelen van ondernemingen die hun omzet ingevolge de COVID-19-pandemie sterk hebben zien dalen
Art. 1-3
Artikel 1. § 1. De in artikel 15 van de wet 15 juli 2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (CORONA III) bedoelde vennootschappen moeten jaarlijks vóór 31 maart van het jaar dat volgt op het jaar van de verwerving van de volledig volstorte aandelen en van de vijf daaropvolgende jaren een document opstellen dat:
1° voor het jaar van verwerving:
a) het bedrag vermeldt dat recht geeft op de vermindering;
b) bevestigt of de vennootschap waarin wordt geïnvesteerd, voldoet aan de voorwaarden opgenomen in artikel 15, §§ 1 en 2, van dezelfde wet;
c) ofwel de omzet van de vennootschap voor de periode 14 maart 2020 tot 30 april 2020 en de omzet voor de periode 14 maart 2019 tot 30 april 2019 vermeldt, ofwel, ingeval de vennootschap werd opgericht na 14 maart 2019, anders dan in het kader van een fusie of splitsing van vennootschappen, zowel de gerealiseerde omzet voor de periode van 14 maart 2020 tot 30 april 2020 vermeldt als de in het financieel plan vooropgestelde omzet voor dezelfde periode;
d) bevestigt dat deze aandelen nog steeds in het bezit zijn van de inschrijver op 31 december van het jaar van de verwerving.
2° voor elk van de vijf volgende jaren bevestigt dat deze aandelen nog steeds in het bezit zijn van de inschrijver op 31 december van het belastbaar tijdperk, en dat is voldaan aan de voorwaarden opgenomen in artikel 15, § 2, derde lid, van dezelfde wet;
3° voor het jaar van vervreemding van de aandelen of voor het jaar waarin niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden opgenomen in artikel 15, § 2, derde lid van dezelfde wet: het aantal nog niet verlopen maanden vermeldt dat in aanmerking komt voor de berekening van de terugname van de vermindering.
§ 2. Het in § 1 bedoelde document moet binnen de in § 1 bedoelde termijn worden bezorgd aan de inschrijver.
De inschrijver moet zijn exemplaar van de bedoelde documenten ter beschikking houden van de administratie.
§ 3. Een afschrift van het in § 1 bedoelde document moet langs elektronische weg binnen de in § 1 bedoelde termijn aan de administratie worden bezorgd.
Art.2. Dit besluit is van toepassing vanaf aanslagjaar 2021.
Art. 3. De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.