21 SEPTEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot intrekking van de erkenning van de Federale Pensioendienst voor het uitoefenen van de verzekeringsactiviteiten als bedoeld in het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de toekenning van buitenwettelijke voordelen aan de werknemers bedoeld bij koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers en aan de personen bedoeld in artikel 32, eerste lid, 1° en 2° van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992, tewerkgesteld buiten een arbeidsovereenkomst
Art. 1-5
Artikel 1. De erkenning om de verzekeringsactiviteiten uit te oefenen als bedoeld in het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de toekenning van buitenwettelijke voordelen aan de werknemers bedoeld bij koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers en aan de personen bedoeld in artikel 32, eerste lid, 1° en 2° van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992, tewerkgesteld buiten een arbeidsovereenkomst van de Federale Pensioendienst, met zetel Europaesplanade 1, Zuidertoren, 1060 Brussel, wordt ingetrokken.
Art.2. Om de rechten van de aangeslotenen te waarborgen, moet de overdracht van de portefeuille van de Federale Pensioendienst aan één of meerdere overnemers, na de intrekking van de erkenning als bedoeld in artikel 1, voldoen aan de volgende voorwaarden:
1° de verworven rechten van de aangeslotenen, met name de tariefbasissen voor de reeds gestorte premies en de tariefbasissen voor de toekomstige vaste premies, worden behouden na de overdracht van de portefeuille;
2° de huidige door de Federale Pensioendienst gewaarborgde tariefbasissen worden behouden gedurende ten minste zes maanden na de daadwerkelijke overdracht van de portefeuille;
3° voor de pensioentoezeggingen met het bijzondere statuut als bedoeld in artikel 10 van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, moeten de in § 1, 4° van het voormelde artikel bedoelde voorwaarden vervuld blijven;
4° de toeslagen mogen de volgende percentages niet overschrijden:
a) inningstoeslag: 5 procent van de stortingen;
b) inventaristoeslag:
- 2 procent van de gewaarborgde rente,
- 0,0005 van het gewaarborgde kapitaal bij overlijden,
- 0,1 procent van de wiskundige inventarisreserve voor de verrichtingen bij leven of de verrichtingen van gemengde aard.
5° de contracten die zijn overgedragen aan de overnemer(s) worden door de overnemer(s) op dezelfde wijze behandeld als de andere contracten van hetzelfde type die zich in zijn(hun) portefeuille bevinden.
Art.3. Vanaf de datum van de overdracht houdt elke verwijzing in de pensioenreglementen en -overeenkomsten naar de voorwaarden gesteld door voornoemd koninklijk besluit van 14 november 2003 of het koninklijk besluit van 14 mei 1969 betreffende de toekenning van buitenwettelijke voordelen aan de werknemers bedoeld bij koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, op uitwerking te hebben en gelden nog uitsluitend de door dit besluit vastgestelde voorwaarden.
De formele aanpassing van de pensioenreglementen en -overeenkomsten moet zijn beëindigd binnen het jaar na de overdracht.
Art.4. De overnemende verzekeringsonderneming(en) moeten de verzekeringnemers omstandig informeren aangaande de gevolgen van de overdracht voor hun contract, met inbegrip van de melding dat deze contracten door de overdracht niet meer worden beheerst door het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de toekenning van buitenwettelijke voordelen aan de werknemers bedoeld bij koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers en aan de personen bedoeld in artikel 32, eerste lid, 1° en 2° van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992, tewerkgesteld buiten een arbeidsovereenkomst.
In die informatieverstrekking moeten de overnemende onderneming(en) melding maken van de mogelijkheid de reserves verbonden aan de contracten over te dragen aan een andere onderneming dan wel, voor zover de overnemende onderneming(en) deze activiteit uitoefent, onder te brengen binnen de bestaande activiteiten bedoeld in het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de toekenning van buitenwettelijke voordelen aan de werknemers bedoeld bij koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers en aan de personen bedoeld in artikel 32, eerste lid, 1° en 2° van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992, tewerkgesteld buiten een arbeidsovereenkomst.
Art. 5. Onze minister bevoegd voor Economie en Onze minister bevoegd voor Pensioenen zijn belast met de uitvoering van dit besluit.