30 SEPTEMBER 2020. - Koninklijk besluit betreffende de procedure voor eensluidend advies van de Veiligheidsinstantie en betreffende de bekendmaking van de elementen bedoeld in artikel 68, § 6, van de Spoorcodex
HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - De procedure van het eensluidend advies
Art. 2-5
HOOFDSTUK 3. - Modaliteiten voor de bekendmaking van de elementen bedoeld in artikel 68, § 6, van de Spoorcodex
Art. 6
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 7-9
HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° "technische specificaties": de technische specificaties voor gebruik van het netwerk die de infrastructuurbeheerder vaststelt overeenkomstig artikel 68, § 3 van de Spoorcodex;
2° "operationele procedures": de operationele procedures betreffende de exploitatieveiligheid van de spoorweginfrastructuur die de infrastructuurbeheerder vaststelt overeenkomstig artikel 68, § 3 van de Spoorcodex;
3° "organisatorische bepalingen": de organisatorische bepalingen betreffende de exploitatieveiligheid van de spoorweginfrastructuur die de infrastructuurbeheerder vaststelt voor wat betreft de organisatorische interface tussen hemzelf en de spoorwegondernemingen of de toeristische verenigingen bedoeld in artikel 5, 4°, overeenkomstig artikel 68, § 4 van de Spoorcodex.
HOOFDSTUK 2. - De procedure van het eensluidend advies
Art.2. De infrastructuurbeheerder legt aan de Veiligheidsinstantie voor eensluidend advies technische specificaties en de operationele procedures en hun wijzigingen voor.
De infrastructuurbeheerder voegt bij zijn aanvraag:
- het ontwerp van technische specificatie of van operationele procedure;
- de verantwoording van het ontwerp;
- de documenten, onder meer deze van technische aard, nodig voor het begrip van het ontwerp.
Art.3. De Veiligheidsinstantie geeft haar advies binnen negentig dagen te rekenen vanaf de ontvangst van al de in artikel 2 bedoelde stukken.
Art.4. In geval van speciaal gemotiveerde hoogdringendheid wordt de beoordelingstermijn bedoeld in artikel 3 verkort tot dertig dagen.
Art.5. De spoorweginfrastructuurbeheerder past, in voorkomend geval, het ontwerp aan overeenkomstig het advies van de Veiligheidsinstantie.
Het verbeterde ontwerp wordt voorgelegd aan de Veiligheidsinstantie, die beschikt over een nieuwe termijn van dertig dagen om haar eensluidend advies te geven. Die termijn wordt verkort tot tien dagen in geval van speciaal gemotiveerde hoogdringendheid.
HOOFDSTUK 3. - Modaliteiten voor de bekendmaking van de elementen bedoeld in artikel 68, § 6, van de Spoorcodex
Art.6. De technische specificaties, de operationele procedures en de organisatorische bepalingen, alsook de elementen bedoeld in de punten 4.2.1.2.2.1., 4.2.2.5.2 en 4.8.1 van de uitvoeringsverordening (EU) 2019/773 van de Commissie van 16 mei 2019 betreffende de technische specificaties inzake interoperabiliteit van het subsysteem exploitatie en verkeersleiding van het spoorwegsysteem in de Europese Unie en tot intrekking van besluit 2012/757/EU, onverminderd haar artikel 6, worden op een beveiligde internetsite van de infrastructuurbeheerder bekendgemaakt. Deze site is gratis toegankelijk voor spoorwegondernemingen, voor aanvragers, voor het Bestuur, voor het Onderzoeksorgaan, voor het Toezichthoudend orgaan en voor de Veiligheidsinstantie.
De technische specificaties en de operationele procedures verwijzen naar het eensluidend advies van de Veiligheidsinstantie.
De infrastructuurbeheerder verleent toegang tot de elementen bedoeld in het eerste lid aan iedere belanghebbende persoon die een gemotiveerde aanvraag doet.
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art.7. Het koninklijk besluit van 13 maart 2007 betreffende de procedure voor eensluidend advies van de Veiligheidsinstantie en betreffende de bekendmaking van nationale veiligheidsvoorschriften voor de spoorwegen, wordt opgeheven.
Art.8. Dit besluit wordt van toepassing op de dag waarop artikel 68 van de Spoorcodex zoals vervangen bij de wet van 23 juni 2020 tot wijziging van de wet van 30 augustus 2013 houdende de Spoorcodex van toepassing wordt.
Art. 9. De Minister bevoegd voor het spoorwegvervoer, is belast met de uitvoering van dit besluit.