31 JULI 2020. - Koninklijk besluit tot regeling van de terbeschikkingstelling van een onroerend goed, eigendom van de Federale Staat en beheerd door de Regie der Gebouwen, aan de "American Battle Monuments Commission" door het sluiten van een erfpacht
Art. 1-9
Artikel 1. Het onroerend goed, gelegen te Bastenaken, Colline du Mardasson, kadastraal gekend als deel van perceel C155R2, ook gekend als het Mardasson Memorial (beschermd als monument met Besluit nummer 58/Lux van 20 juni 1949) en aangeduid als lot 2 op het plan " Bastogne - Mardasson- plan de division - US Mémorial ", eigendom van de Staat en beheerd door de Regie der Gebouwen, hierna genoemd de grondeigenaar, wordt in erfpacht gegeven aan de " ABMC ", hierna de erfpachter genoemd.
De erfpachter heeft het volle genot van de volledige site. Dit betekent dat hij alle rechten verbonden aan de eigendom uitoefent, maar met deze zeer belangrijke beperking dat hij door zijn toedoen of nalaten de waarde ervan niet mag verlagen, noch de bestemming ervan wijzigen.
Het doel van deze erfpacht is van algemeen nut, meer bepaald om de " ABMC " toe te laten om op haar kosten en in overleg met de grondeigenaar alle maatregelen, renovaties, verbeteringen of nieuwbouw die het noodzakelijk acht voor het beheer van het Memorial, met inbegrip van maatregelen om de structurele stabiliteit van het Memorial te waarborgen, de fysieke veiligheid van de herdenkingsplaats te verzekeren, de veiligheid en beveiliging van de bezoekers te waarborgen en de bezoekerservaring te verbeteren.
Art.2. Het onroerend goed zal in erfpacht gegeven worden voor een duur van 99 jaar tegen een symbolische vergoeding van één euro per jaar. Ter vereenvoudiging gaan beide partijen akkoord om de jaarlijkse betaling te vervangen door een éénmalige betaling.
Art.3. De erfpachter dient al de onderhouds- en herstellingskosten te dragen, met inbegrip van deze van de grondeigenaar, zonder enige uitzondering, evenals al de belastingen, taksen en diverse retributies voor zover er geen vrijstelling kan wordt verleend op grond van de federale, gewestelijke, provinciale of gemeentelijke fiscale reglementeringen, waarbij tevens wordt rekening gehouden met artikel 6 van het Akkoord van 27 november 1959.
Art.4. De erfpachter dient de burgerlijke aansprakelijkheid en de aansprakelijkheid voor brand dewelke hij door het feit van zijn erfpacht draagt, te dekken of te laten dekken door een verzekering en moet die dekking jaarlijks en op eerste verzoek aan de grondeigenaar bewijzen.
Art.5. Gedurende de erfpacht moet de erfpachter de bestemming van de site als herdenkingsplaats voor de 2de Wereldoorlog behouden. De erfpachter zal het oorspronkelijke doel van het Memorial, namelijk het eren van de Amerikaanse strijdkrachten die hebben gevochten in de Slag om de Ardennen, handhaven en versterken, door middel van verbeteringen en onderhoud, beleving door de bezoekers, en gerelateerde educatieve, herdenkingsevenementen met betrekking tot die strijd en de Tweede Wereldoorlog.
De erfpachter zal toelating verlenen aan de stad Bastenaken om het Memorial te gebruiken voor herdenkingsplechtigheden zoals de jaarlijkse Memorial Day en andere officiële plechtigheden gelinkt aan de Slag om de Ardennen, en voor educatieve of artistieke evenementen.
De erfpachter en de Stad zullen daarover onderling de nodige afspraken maken.
Behoudens schriftelijke instemming van de grondeigenaar is het de erfpachter niet toegestaan om zijn erfpachtrecht af te staan, om er een hypotheek op te vestigen of de site te bezwaren, met een zakelijk recht of een verhuring.
Art.6. Bij het einde van de erfpacht worden de bouwwerken die de erfpachter heeft opgericht op het in erfpacht gegeven goed van rechtswege de volle eigendom van de grondeigenaar, zonder dat de erfpachter aanspraak kan maken op welke vergoeding ook.
De grondeigenaar kan op het einde van de erfpacht aan de erfpachter vragen om de bouwwerken die de erfpachter heeft opgericht op zijn kosten af te breken.
Art.7. De modaliteiten van deze erfpacht, zoals bepaald in dit besluit, zullen worden vastgelegd in een overeenkomst die tussen de partijen moet worden gesloten.
Art.8. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 9. De minister bevoegd voor de Regie der Gebouwen is belast met de uitvoering van dit besluit.