23 SEPTEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 maart 2010 betreffende de algemene regeling inzake accijnzen omtrent de verliespercentages bij het vervoer van accijnsgoederen in bulk
Art. 1-4
Artikel 1. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 17 maart 2010 betreffende de algemene regeling inzake accijnzen wordt vervangen als volgt:
"Art. 2. § 1. Indien het vervoer van de accijnsgoederen in bulk geschiedt en de ontbrekende hoeveelheid vermeld in vak 7 c) van het bericht van ontvangst, voorzien in tabel 6 van bijlage I van Verordening (EG) nr. 684/2009 van de Commissie van 24 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad wat betreft de geautomatiseerde procedures voor de overbrenging van accijnsgoederen onder schorsing van accijns, kleiner is dan of gelijk is aan de volgende percentages:
- voor benzine: 0,4 %;
- voor kerosine en gasolie: 0,3 %;
- voor zware stookolie: 0,2 %;
- voor vloeibare petroleumgassen: 2 %;
- voor gefabriceerde tabak: 0 %;
- voor andere accijnsgoederen: 0,5 %
dan wordt niet tot invordering van de accijnzen voor de ontbrekende hoeveelheid overgegaan voor zover geen enkele onregelmatigheid of overtreding werd begaan.
§ 2. Indien het vervoer van de accijnsgoederen in bulk geschiedt en de ontbrekende hoeveelheid vermeld in vak 7 c) van het bericht van ontvangst, voorzien in tabel 6 van bijlage I van Verordening (EG) nr. 684/2009 van de Commissie van 24 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad wat betreft de geautomatiseerde procedures voor de overbrenging van accijnsgoederen onder schorsing van accijns, groter is dan het percentage vermeld in § 1, wordt in hoofde van de afzender tot invordering van de verschuldigde accijnzen overgegaan.
Voor zover geen enkele onregelmatigheid of overtreding werd begaan, wordt het in te vorderen bedrag berekend op de ontbrekende hoeveelheid die het percentage vermeld in § 1 te boven gaat.
§ 3. Indien tot invordering van de aldus verschuldigde accijnzen wordt overgegaan, stuurt de ambtenaar aangeduid door de administrateur douane en accijnzen een brief naar de afzender die de volgende elementen bevat:
- de unieke administratieve referentiecode van het betrokken elektronisch administratief document;
- de vastgestelde ontbrekende hoeveelheid die het percentage te boven gaat;
- het accijnsnummer van de erkend entrepothouder afzender of van de geregistreerde afzender;
- het bedrag evenals de berekening van de verschuldigde accijnzen;
- de gegevens betreffende de bankrekening waarop de accijnzen moeten voldaan worden;
- de mededeling die op het betaalformulier moet vermeld worden.
De brief wordt verzonden volgens de procedure vastgelegd in artikel 15, lid 1, c) van Verordening (EU) nr. 389/2012 van de Raad van 2 mei 2012 betreffende administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 2073/2004.".
Art.2. In artikel 23 van hetzelfde koninklijk besluit wordt paragraaf 2 vervangen als volgt:
" § 2. Indien de geadresseerde, in het geval voorzien in artikel 38, § 1, van de wet, in bulk verzonden accijnsgoederen ontvangt en de door hem werkelijk ontvangen hoeveelheid kleiner is dan deze vermeld in vak 10 van het vereenvoudigd geleidedocument, en dit verschil kleiner is dan of gelijk aan de volgende percentages:
- voor benzine: 0,4 %;
- voor kerosine en gasolie: 0,3 %;
- voor zware stookolie: 0,2 %;
- voor vloeibare petroleumgassen: 2 %;
- voor gefabriceerde tabak: 0%;
- voor de andere accijnsgoederen : 0,5 %
dan wordt niet tot invordering van de accijnzen voor de ontbrekende hoeveelheid overgegaan voor zover geen enkele onregelmatigheid of overtreding werd begaan.
Indien de geadresseerde, in het geval voorzien in artikel 38, § 1, van de wet, in bulk verzonden accijnsgoederen ontvangt en de door hem werkelijk ontvangen hoeveelheid kleiner is dan deze vermeld in vak 10 van het vereenvoudigd geleidedocument, en dit verschil groter is dan het percentage vermeld in lid 1, wordt in hoofde van de afzender tot invordering van de verschuldigde accijnzen overgegaan.
Voor zover geen enkele onregelmatigheid of overtreding werd begaan, wordt het in te vorderen bedrag berekend op de ontbrekende hoeveelheid die het percentage vermeld in lid 1 te boven gaat.
Indien tot invordering van de aldus verschuldigde accijnzen wordt overgegaan, stuurt de ambtenaar aangeduid door de administrateur douane en accijnzen een brief naar de afzender die de volgende elementen bevat:
- de verwijzingen naar het betrokken vereenvoudigd geleidedocument;
- de vastgestelde ontbrekende hoeveelheid die het percentage te boven gaat;
- de gegevens van de leverancier;
- het bedrag evenals de berekening van de verschuldigde accijnzen;
- de gegevens betreffende de bankrekening waarop de accijnzen moeten voldaan worden;
- de mededeling die op het betaalformulier moet vermeld worden.
De brief wordt verzonden volgens de procedure vastgelegd in artikel 15, lid 1, c) van Verordening (EU) nr. 389/2012 van de Raad van 2 mei 2012 betreffende administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 2073/2004.".
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2018.
Art. 4. De Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.