17 JULI 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering over de regels voor de toekenning van een projectsubsidie aan vergunninghouders voor laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen op carpoolparkings of park-and-rides in beheer van het Vlaamse Gewest ter uitvoering van het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020
Art. 1-11
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder Departement Omgeving: het departement, vermeld in artikel 29, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie.
Art.2. Een eenmalige investeringssubsidie van maximaal 12.000 euro per carpoolparking of park-and-ride wordt toegekend aan de vergunninghouders voor laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen op carpoolparkings of park-and-rides in beheer van het Vlaamse Gewest ter uitvoering van het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020, voor de locaties die opgenomen zijn in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.
Een eenmalige investeringssubsidie van maximaal 24.000 euro per carpoolparking of park-and-ride wordt toegekend aan de vergunninghouders voor laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen op carpoolparkings of park-and-rides in beheer van het Vlaamse Gewest ter uitvoering van het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020, voor die locaties die opgenomen zijn in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.
Art.3. De subsidie heeft betrekking op de periode van 1 oktober 2020 tot en met 31 december 2021.
Art.4. De subsidie wordt gebruikt om in de periode, vermeld in artikel 3, de aanleg van nutsleidingen financieel te ondersteunen met het oog op de plaatsing van elektrische laadinfrastructuur op carpoolparkings en park-and-rides in beheer van het Vlaamse Gewest ter uitvoering van het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020.
Art.5. De activiteiten, vermeld in artikel 4, dragen bij tot de volgende doelstellingen:
1° de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen conform het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020;
2° een duurzaam, veilig, intelligent en multimodaal mobiliteitssysteem als vermeld in artikel 3 van het decreet van 26 april 2019 betreffende de basisbereikbaarheid. Het wordt uitgebouwd en geëxploiteerd met aandacht voor toegankelijkheid en leefbaarheid.
Art.6. Voor de subsidie worden alleen de kosten aanvaard om nutsleidingen aan te leggen om de elektrische laadinfrastructuur, waarvan het laadvermogen minstens 50 kW bedraagt, te kunnen aansluiten op het elektriciteitsnetwerk.
Art.7. De subsidie wordt op de volgende wijze uitbetaald:
1° 100 % van het subsidiebedrag wordt binnen een ordetermijn van zes maanden betaald aan de begunstigde van de subsidie nadat de begunstigde een geldige en volledige aanvraag heeft ingediend bij de afdeling Energie, Klimaat en Groene Economie van het Departement Omgeving;
2° de subsidie wordt aangerekend op de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2020, artikel 11 § 1, begrotingsartikel QB0 1QHE4IB-WT van het Vlaams Klimaatfonds.
Art.8. De begunstigde van de subsidie legt volgende stukken ter verantwoording voor bij subsidieaanvraag. Die verantwoording bestaat uit:
1° een functionele verantwoording, waarbij met een proces-verbaal van uitvoering van de werken, dat wordt opgesteld door de personeelsleden van het Agentschap Wegen en Verkeer, wordt aangetoond in welke mate de activiteiten, vermeld in artikel 4, zijn gerealiseerd;
2° een financiële verantwoording, die de volgende stukken bevat:
a) de factuur voor de kosten van de aanleg van nutsleidingen voor elektriciteit om de elektrische laadinfrastructuur te kunnen aansluiten op het elektriciteitsnetwerk;
b) een bewijs van betaling van de factuur.
De functionele en de financiële verantwoording, vermeld in het eerste lid, worden uiterlijk op 6 december 2021 bij het Departement Omgeving ingediend op elektronische of schriftelijke wijze.
In het eerste lid wordt verstaan onder Agentschap Wegen en Verkeer: het agentschap opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap Wegen en Verkeer.
De aanvrager vermeldt ook het rekeningnummer waarop de subsidie kan worden betaald.
Art.9. De begunstigde van de subsidie geeft gedurende vijf jaar na de operationalisering van de laadinfrastructuur op eenvoudig verzoek informatie over het jaarlijkse elektriciteitsverbruik aan het Departement Omgeving.
Als de begunstigde van de subsidie de verplichting, vermeld in het eerste lid, niet nakomt, wordt 20% van de subsidie teruggevorderd per jaar dat de begunstigde in gebreke blijft, met een maximum van 12.000 euro voor de locaties die zijn opgenomen in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd, of met een maximum van 24.000 euro voor de locaties die opgenomen zijn in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.
De terugvordering kan pas gebeuren 30 dagen na verzending van het aangetekend schrijven aan de begunstigde, die niet is ingegaan op de verplichting vermeld in het eerste lid.
Art.10. De subsidie kan slechts verstrekt worden binnen de perken van de middelen die daarvoor voorzien zijn op het Vlaamse Klimaatfonds.
In het eerste lid wordt verstaan onder Vlaamse Klimaatfonds het fonds dat is opgericht in 2012 en gefinancierd wordt met de inkomsten uit de verkoop van de emissierechten om de vooropgestelde klimaatregelen te financieren.
Art.11. De Vlaamse minister, bevoegd voor Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme en de Vlaamse minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 21-08-2020, p. 63419)