Details





Titel:

10 JULI 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering over het verlenen van een achtergestelde lening aan de autobus- en autocarsector en aan de taxisector die een omzetdaling hebben ten gevolge van de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-07-2020 en tekstbijwerking tot 19-10-2020)



Inhoudstafel:


Art. 1-13



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder :
  1° Departement Mobiliteit en Openbare Werken: het departement binnen het homogene beleidsdomein, vermeld in artikel 28, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, waaraan de beleidsondersteunende opdrachten inzake mobiliteit worden toevertrouwd;
  2° autobus- en autocarbedrijven: de natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent in hoofd- of bijberoep, de vennootschap met rechtspersoonlijkheid van privaat recht, de buitenlandse onderneming met een vergelijkbaar statuut en de vereniging met een economische activiteit in de bedrijfssectoren met NACE-code 4931Personenvervoer te land binnen steden of voorsteden en NACE-code 4939001Overig vervoer van personen met autocars of autobussen, zonder dienstregeling: chartervervoer, busreizen, toeristische excursies, enz.
  3° bedrijven voor individueel bezoldigd personenvervoer: taxibedrijven en bedrijven voor de diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder: de natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent in hoofd- of bijberoep, de vennootschap met rechtspersoonlijkheid van privaat recht, de buitenlandse onderneming met een vergelijkbaar statuut en de vereniging met een economische activiteit in de bedrijfssectoren met NACE-code 4932 Exploitatie van taxi's.
  [1 3° verbonden bedrijven of ondernemingen: ondernemingen waartussen een deelnemingsrelatie, direct of via een andere onderneming, bestaat van meer dan 50% van het kapitaal of de stemrechten. Naast de participatiegraad is tevens het zeggenschap over de meerderheid van de stemrechten van een andere onderneming van belang om de onafhankelijkheid van een onderneming te bepalen. Onder zeggenschap wordt verstaan: de mogelijkheid om feitelijk of op basis van een juridische hoedanigheid beslissende invloed uit te oefenen.]1
  ----------
  (1)<BVR 2020-10-09/03, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 09-10-2020>

Art.2. Deze regelgeving valt onder de toepassing van de verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (Publicatieblad van 24 december 2013, L 352, blz. 1-8), en de latere wijzigingen ervan.

Art.3.
  <Opgeheven bij BVR 2020-10-09/03, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 09-10-2020>

Art.4.[1 Alle steun die toegekend wordt met toepassing van dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan, wordt verleend binnen de grenzen en de voorwaarden, vermeld in de tijdelijke kaderregeling en in het bijzonder secties 1, 2, 3.1. en 4 van deze tijdelijke kaderregeling.]1
  ----------
  (1)<BVR 2020-10-09/03, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 09-10-2020>

Art.5. Het maximale kredietbedrag voor de achtergestelde lening, vermeld in artikel 3, aan autobus- en autocarbedrijven bedraagt 1,5% van de aankoopwaarde van de autobussen en autocars die in de periode van 14 maart 2020 tot en met 7 juni 2020 niet konden worden ingezet voor de bijzondere vormen van geregeld vervoer en het ongeregeld vervoer, voor het vervoer van passagiers ontworpen en gebouwde voertuigen met meer dan acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend.

Art.6. Autobus- en autocarbedrijven die in aanmerking wensen te komen voor deze achtergestelde lening dienen ten laatste tegen 31 augustus 2020 een aanvraag in via https://www.coronasteun-ta.mow.vlaanderen.be. De aanvraag wordt elektronisch afgehandeld. Hierbij leveren ze voor elk voertuig dat in aanmerking komt voor de achtergestelde lening volgende info aan:
  1° het kentekennummer van de autobus of de autocar;
  2° de vergunning of de communautaire vergunning die bewijst dat men is toegelaten tot het beroep van personenvervoer over de weg;
  3° in het geval van bijzondere vormen van geregeld vervoer: de vergunning of de overeenkomst die de toegang tot de markt regelt;
  4° de aankoopfactuur of het leasecontract van het voertuig ter staving van de aankoopwaarde van het voertuig.

Art.7. Het maximale kredietbedrag voor de achtergestelde lening, vermeld in artikel 3, aan bedrijven voor individueel bezoldigd personenvervoer bedraagt 2.000 euro per voertuig dat op 14 maart 2020 over een geldige door een Vlaamse gemeente verleende vergunning voor individueel bezoldigd personenvervoer of taxivergunning of vergunning voor de diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder beschikte.

Art.8.[1 Autobus- en autocarbedrijven die in aanmerking wensen te komen voor deze subsidie dienen ten laatste op 20 november 2020 een subsidieaanvraag in via https://www.coronasteun-ta.mow.vlaanderen.be.]1 De aanvraag wordt elektronisch afgehandeld. Hierbij leveren ze voor elk voertuig dat in aanmerking komt voor de achtergestelde lening volgende info aan:
  1° het kentekennummer van het voertuig;
  2° de vergunningskaart of de taxikaart of de kaart voor een verhuurvoertuig met bestuurder van het voertuig.
  ----------
  (1)<BVR 2020-10-09/03, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 09-10-2020>

Art.9. Het Departement Mobiliteit en Openbare Werken onderzoekt de naleving van de voorwaarden die zijn opgelegd bij dit besluit en beslist of de achtergestelde lening toegekend wordt en wat de omvang van de lening is.
  Het Departement Mobiliteit en Openbare Werken kan de waarachtigheid van de door de onderneming ingediende stukken controleren via de Kruispuntenbank, de databanken van vergunningen voor de bijzondere vormen van geregeld vervoer en ongeregeld vervoer en via de gegevens van de Dienst Inschrijvingen Voertuigen en dit zowel voorafgaandelijk aan als tot drie jaar na de toekenning van de achtergestelde lening.
  De onderneming ontvangt een schriftelijke kennisgeving van deze beslissing.
  Als het Departement Mobiliteit en Openbare Werken beslist dat de aanvrager recht heeft op een achtergestelde lening, bezorgt ze PMV/z Leningen alle noodzakelijke informatie die PMV/z leningen moet toelaten om in naam van en voor rekening van het Vlaams Gewest aan de aanvrager een achtergestelde lening aan te bieden.

Art.10. Komen niet in aanmerking voor deze achtergestelde lening:
  1° autobussen en autocars, die in opdracht van de Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn of een andere openbaar vervoermaatschappij worden ingezet in het kader van het geregeld vervoer;
  2° autobussen en autocars die in de periode van 14 maart 2020 tot en met 7 juni 2020 blijvend werden ingezet voor het vervoer van personeel naar bedrijven.
  3° autobus- en autocarbedrijven en bedrijven voor individueel bezoldigd personenvervoer die zich in één van de volgende rechtstoestanden bevinden:
  a) ontbinding;
  b) stopzetting;
  c) faillissement;
  d) vereffening;
  4° Voertuigen van bedrijven voor de verhuur van voertuigen met bestuurder die ingezet worden voor het vervoer van zieken komen niet in aanmerking.
  5° autobus- en autocarbedrijven en bedrijven voor individueel bezoldigd personenvervoer die voor 25.000 € of meer en achtergestelde corona lening afsluiten bij PMV/z Leningen.
  6° autobus- en autocarbedrijven en taxibedrijven en bedrijven voor de verhuur van voertuigen met bestuurder waarvoor steun bekomen werd of aangevraagd wordt in een ander Gewest.

Art.11.De Vlaamse minister bevoegd voor het gemeenschappelijk vervoer kan bijkomende modaliteiten en preciseringen bepalen.
  [1 2° na het afsluiten van de periode waarbinnen de subsidieaanvragen kunnen worden ingediend, kunnen de bedrijven voor elk voertuig waarvoor ze een eerste subsidieschijf hebben ontvangen, ten laatste op 20 november 2020 meedelen of ze:
   a) voor een voertuig een tweede subsidieschijf wensen te ontvangen die 1,5% bedraagt van de aankoopwaarden van hun respectievelijke autobus of autocar of;
   b) voor een voertuig een overeenkomst hebben afgesloten met De Lijn om deze autobus of autocar in de periode van oktober 2020 tot en met december 2020 inzetten ter versterking van reguliere ritten in de spitsuren.]1
  ----------
  (1)<BVR 2020-10-09/03, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 09-10-2020>

Art.12. Dit besluit treedt in werking op 17 juli 2020

Art. 13. De Vlaamse minister, het gemeenschappelijk vervoer, is belast met de uitvoering van dit besluit.