Artikels:
Artikel 1. Een globale toelage van 191.580,36 EURO, verdeeld volgens de modaliteiten bepaald als bijlage bij dit besluit, wordt toegekend aan de geselecteerde promotoren voor het uitvoeren van projecten om één van de doelstellingen van het Fonds voor Asiel, Migratie en Integratie, namelijk "het bevorderen van de daadwerkelijke integratie van onderdanen van derde landen", in de praktijk te brengen.
Deze projecten ressorteren onder het federale gedeelte van het nationaal programma van België voor steun uit het Fonds voor Asiel, Migratie en Integratie voor de periode van 2014 tot 2020.
De acties die voortvloeien uit voornoemde basisprincipes richten zich in de eerste plaats tot onderdanen van derde landen die legaal in België verblijven of, waar passend, legaal verblijf in België aan het verkrijgen zijn.
Het is de bedoeling dat de promotor een breed opleidings- en ondersteuningsaanbod uitwerkt voor verschillende geografische zones in België, zoals bepaald in de projectoproep AMIF 43 Integratie. Dankzij dit vormingsaanbod kunnen sociaal werkers de psychologische problemen van nieuwkomers, als gevolg van hun leven in ballingschap en migratie, herkennen én hen naar de gepaste hulpverlening doorverwijzen. Het opleidings- en ondersteuningsaanbod moet voldoen aan de voorwaarden die opgenomen zijn de projectoproep AMIF 43 Integratie die verscheen in het Belgisch Staatsblad op 4 juli 2019.
De toelage van 191.580,36 EUR wordt toegekend aan volgende organisaties :
Organisatie | Adres | KBO-nummer |
Vzw Solentra | Sainctelette Square 17, 1000 BRUSSEL | 0475.836.567 |
CAW Oost-Vlaanderen | Visserij 153, 9000 GENT | 0508.774.601 |
UVCW | Rue Etoile 14, 5000 NAMUR | 0451.461.655 |
Art.2. De in artikel 1 van dit ministerieel besluit voorziene toelage komt ten laste van de kredieten geopend bij de algemene uitgavenbegroting van de Programmatorische Federale Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie (POD MI), voor het begrotingsjaar 2020.
De toelage wordt aangerekend op basisallocatie 44.55.11.33.00.34 " Tussenkomst organismen, projecten armoedebestrijding ". Deze toelage is beperkt tot het op deze allocatie beschikbare budget.
Art.3. Uitvoeringsmodaliteiten voor de projecten
De in de bijlage vermelde erkende promotoren moeten :
§ 1. de projecten verwezenlijken zoals omschreven in de projectfiches die zij hebben ingediend of vervolgens heeft gewijzigd;
§ 2. de projecten verwezenlijken overeenkomstig de algemene voorwaarden betreffende het uitvoeren van een project gefinancierd in het kader van het Fonds, zoals bepaald in artikel 17, 18 en 19 van verordening 514/2014 en in de voorschriften voor subsidiabiliteit van de uitgaven van de projecten gefinancierd onder AMIF en ISF.
De eindbegunstigden zijn in laatste instantie verantwoordelijk voor de naleving van de contractuele voorwaarden door zichzelf en door alle partners van het project.
§ 3. zich schikken naar de administratieve en financiële regels die van toepassing zijn op de federale programmering en die voortvloeien uit zowel de Europese, als de nationale reglementering, en meer bepaald, maar niet limitatief, uit de Verordening (EU) Nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 en Verordening (EU) Nr. 516/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor Asiel, Migratie en Integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing;
§ 4. alle bewijsstukken bewaren in verband met de projecten dat zij hebben verwezenlijkt. Deze stukken dienen gedurende een periode van 10 jaar ter beschikking gehouden te worden en op aanvraag kunnen worden voorgelegd aan de dienst Activering/Europese Fondsen van de POD MI of aan gelijk welke andere gemachtigde controle-instantie binnen een termijn van 15 kalenderdagen;
§ 5. de standaarddocumenten gebruiken die hun worden bezorgd;
§ 6. in elke communicatie of bekendmaking het publiek inlichten over de in het kader van het nationaal programma verkregen financiële bijstand en deze zichtbaar te maken conform de gedelegeerde verordening (EU) Nr. 1048/2014 en Nr. 1049/2014 en de publicatie van gegevens betreffende zijn project op de site van de POD MI aanvaarden;
§ 7. gevolg geven aan elke aanvraag om inlichtingen van de dienst Europese Fondsen van de POD MI over de vordering van de projecten;
§ 8. de AMIF-toelagen toegekend door de POD MI niet cumuleren met andere Europese subsidies en iedere dubbele financiering uitsluiten;
§ 9. zich houden aan de door de POD MI vooropgestelde data voor het inleveren van de gegevens via tussentijdse rapporten of het eindrapport. De niet-naleving kan gevolgen hebben voor het bedrag van de uiteindelijke toegekende toelage;
§ 10. erop toezien dat zij de partners of onderaannemers waarmee zij samenwerken dezelfde verplichtingen opleggen dan die zijzelf hebben tegenover de verschillende voornoemde instanties en hen te verzoeken zich te richten naar de administratieve en financiële regels van toepassing op de federale programmering en die voortvloeien uit zowel de Europese als de nationale reglementering en, in meer bepaald, maar niet limitatief, uit de verordening (EU) Nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 en Verordening (EU) Nr. 516/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor Asiel, Migratie en Integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing.
Art.4. Uitbetalingsmodaliteiten
De betaling van een prefinanciering van 75 % van de subsidie zal uitgevoerd worden op vraag van de eindbegunstigde via een opstartattest in 2020.
De betaling van het saldo zal uitgevoerd worden, voor zover de POD MI, uiterlijk DRIE maanden na de einddatum van de subsidiabiliteit van de in bijlage vastgelegde uitgaven, de volgende documenten heeft ontvangen :
a) een uitgavendeclaratie,
b) een schuldvordering
c) en het eindverslag.
Voor de uitgavendeclaratie en het eindverslag gaat het om dezelfde documenten die ingediend moeten worden bij de Verantwoordelijke Autoriteit.
Op basis van het eindrapport van het project en na het afsluiten van de hele controlecyclus zoals bepaald in het beheers- en controlesysteem, bepaalt de POD MI het saldo. De eindbegunstigde heeft vanaf de datum van kennisgeving door de POD MI van het saldo 15 kalenderdagen de tijd om schriftelijke inlichtingen te vragen over de vaststelling van het saldo en eventuele bezwaren te motiveren. De POD MI verbindt zich ertoe om binnen 30 kalenderdagen na de datum van ontvangst van het verzoek om inlichtingen een gemotiveerd schriftelijk antwoord te geven. Hierna bepaalt de POD MI het definitieve saldo dat zal worden uitbetaald.
Art.5. De gehele of gedeeltelijke niet-naleving van de bepalingen betreffende de toekenning van de toelage geeft aanleiding tot een aanvraag om gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de toegekende toelage.
Art.6. De begunstigde moet iedere controle op de behoorlijke besteding van deze toelage, op stukken en/of ter plaatse, aanvaarden.
Art.7. De periode gedekt door de subsidie neemt een aanvang op 1 januari 2020 en eindigt op 31 december 2021. De einddatum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven is bijgevolg 31 december 2021.
BIJLAGE.
Art. N. Einddatum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven : 31 december 2021
Eindbegunstigde | Bedrag van de toelage (euros) | Te storten op rekeningnummer | KBO-nummer |
UVCW | 67.893,62 EUR | 09-0910-1158-4657 | 0451.461.655 |
Solentra vzw | 94.811,00 EUR | 44-3630-3113-7545 | 0475.836.567 |
CAW Oost-Vlaanderen | 28.875,74 EUR | 15-0689-0170-2630 | 0508.774.601 |
Totaal / Total | 191.580,36 EUR | | |
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 10-07-2020, p. 51499)
Project van de eindbegunstigde : UVCW
Het project heeft een opleidings- en ondersteuningsprogramma uitgewerkt voor maatschappelijk werkers van de OCMW's in Brussel en Wallonië. Het vormingsaanbod geeft hen meer inzicht in de individuele en/of collectieve interacties met nieuwkomers die lijden aan psychosociale problemen als gevolg van migratie en een leven in ballingschap.
De maatschappelijk werkers van het OCMW zullen in staat zijn om diepgaande kennis te verwerven over de specifieke kenmerken van het psychosociaal lijden, zoals : trauma, verdriet, depressie, dementie of psychose. Zij zullen in staat zijn hulpverzoeken te identificeren en de betrokkenen te begeleiden naar professionals uit de geestelijke gezondheidszorg en/of andere professionals die kunnen tegemoetkomen aan hun behoeften.
De training bestaat uit twee delen :
Module I : Theorie :
Tijdens deze module leren alle maatschappelijk werkers in de Brusselse en Waalse OCMW's de basisbegrippen voor de soorten psychosociale stoornissen die ze bij nieuwkomers kunnen opsporen.
Maatschappelijk werkers van het OCMW van Brussel en Wallonië krijgen een opleiding aangeboden die zich richt op een interculturele benadering die is geïntegreerd in de specifieke psychosociale ondersteuning die wordt geboden aan nieuwkomers met psychosociale stoornissen. We hebben ervoor gekozen om in de eerste plaats te werken met diensten die gespecialiseerd zijn in het thema `ballingschap' in Brussel (in het Frans en in het Nederlands) en in Wallonië, evenals NGO's die gespecialiseerd zijn in oorlogstrauma's en humanitaire noodsituaties en gespecialiseerde verenigingen (NBMV en/of LHBT-mensen).
Module II : Intervisie :
Het doel van de intervisie is om te leren in een groep te identificeren wat er gemobiliseerd moet worden voor de OCMW-medewerker in de gepresenteerde situatie en om een reflectie op attitudes en bijbehorende hulpmiddelen te ontwikkelen.
Project van de eindbegunstigde : Solentra vzw
Het doel van dit project is om aan deskundigheidsbevordering te doen bij de OCMW-medewerkers zodat zij in staat zijn om een brug te zijn tot het lezen van de nieuwe omgeving (cultuursensitief werken) en de krachten van de doelgroep aan te spreken (veerkracht). Bij ontbreken van veerkracht zijn zij in staat grote psychische schade te herkennen bij erkende vluchtelingen die de integratie belemmeren en kunnen zij hen op tijd en adequaat doorverwijzen.
De deskundigheidsbevordering bestaat uit :
Module I : Theorie :
Trauma, rouw, en migratie- en acculturatiegerelateerde psychosociale problemen leren kennen, van elkaar leren te onderscheiden, vroegtijdige detectie, doorverwijzing, de rol van een OCMW-medewerker in de psychosociale begeleiding (veerkracht aanspreken, cultuursensitief werken en vroegtijdige detectie).
Dieper inzoomen op thema's : er zal gewerkt worden rond vijf gespecialiseerde thema's vertrekkend vanuit een cultuursensitieve benadering. Het aanbod wordt afgestemd op de vraag. Per regio kan de focus anders liggen. Thema's die aan bod kunnen komen zijn bv. Afghaanse cultuur, de dynamieken van gezinshereniging, automutilatie, verslaving, foltering, veerkracht bevorderende handvatten, etc.
Module II : intervisie :
Tijdens een intervisie wordt er advies en ondersteuning gegeven op casusniveau door een senior psycholoog.
Doel van de deskundigheidsbevordering is de psychosociale begeleiding van de OCMW's naar vluchtelingen kwalitatiever én efficiënter te maken door duurzame kennisoverdracht en het aanreiken van tools vanuit casusvoorbeelden waarbij aandacht wordt besteed aan vroegtijdige detectie van trauma of andere psychische problemen.
In het kader van dit project werkt Solentra vzw samen met de VVSG.
Project van de eindbegunstigde : CAW Oost-Vlaanderen
Doelgroep : sociaal werkers van de Oost-Vlaamse OCMW's die nieuwkomers en vluchtelingen ondersteunen.
Algemeen doel : Hulpverleners de nodige kennis aanreiken om vanuit een cultuursensitieve benadering de psychosociale problemen van vluchtelingen te (h)erkennen, samen met hen de hulpvraag te formuleren en hen toe te leiden naar een passende hulpverlening zodat integreren in de samenleving mogelijk is.
We vertrekken bij de uitbouw van de modules vanuit onze eigen expertise Mind-Spring. Daarnaast worden experts betrokken die theoretische modellen en kaders kunnen aanbieden m.b.t. de psychosociale begeleiding van vluchtelingen. Cultuursensitieve zorg loopt als een rode draad doorheen de verschillende modules.
In het kader van de AMIF-oproep biedt het CAW O-VL een opleidings- en ondersteuningstraject aan sociaal werkers van Oost-Vlaamse, West-Vlaamse, Vlaams-Brabantse en Brusselse OCMW's.
Module I - Theorie :
-migratie gebonden psychosociale problemen kunnen onderscheiden en (h)erkennen ;
- samen een hulpvraag kunnen formuleren om toe te leiden naar een passende hulpverlening ;
- weten voor wie, wanneer, hoe en voor wat Mind-Spring kan ingezet worden.
- theoretische kennis m.b.t psychosociale begeleiding aan vluchtelingen toepassen in de praktijk;
- Mind-Spring zowel in groep als individueel cultuursensitief inzetten in het werken met vluchtelingen.
Module II - Intervisies :
- deskundigheid bevorderen en kwaliteit van hulpverlening verbeteren;
- problematische vraagstukken bespreken, professionele ervaring, inhoudelijk werk, belemmerende gevoelens en overtuigingen delen.