18 JUNI 2020. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van bijzondere machten nr. 31 met betrekking tot de organisatie van het academiejaar 2020-2021(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 26-06-2020 en tekstbijwerking tot 17-12-2020)
HOOFDSTUk I. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Bepalingen betreffende de inschrijving voor studies
Art. 2-5
HOOFDSTUK 3. - Bepalingen met betrekking tot de financierbaarheid van studenten
Art. 6-8
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 9-10
HOOFDSTUk I. - Algemene bepaling
Artikel 1. Dit bijzondere machtenbesluit is van toepassing op de universiteiten, de hogescholen en de hogere kunstscholen, zoals bedoeld in de artikelen 10, 11 en 12 van het decreet van 7 november 2013 tot vaststelling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies, hierna het decreet van 7 november 2013 genoemd.
HOOFDSTUK 2. - Bepalingen betreffende de inschrijving voor studies
Art.2.In afwijking van artikel 95, § 1, vierde lid, van het decreet van 7 november 2013 kan de voorlopige inschrijving worden geregulariseerd tot uiterlijk 15 februari 2021 voor studenten die vallen onder de toepassing van artikel 4, tweede lid, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van bijzondere machten nr. 6 van 24 april 2020 betreffende de organisatie van het einde van het academiejaar 2019-2020 [1 , behalve als de vertraging bij de uitreiking van de ontbrekende documenten of getuigschriften niet de verantwoordelijkheid van de student is]1.
----------
(1)<DFG 2020-12-09/07, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 27-12-2020>
Art.3. In afwijking van artikel 101, eerste lid, eerste zin, van het decreet van 7 november 2013, zijn de bij deze beraadslaging betrokken studenten, wanneer de beraadslaging van het derde kwartaal van het academiejaar 2019-2020 na 30 november 2020 plaatsvindt, gemachtigd om zich tot uiterlijk 15 februari 2021 in te schrijven of, in voorkomend geval, opnieuw in te schrijven voor studies.
Art.4.In afwijking van [1 artikel 102, § 1, eerste lid, laatste zin, en tweede lid,]1 van het decreet van 7 november 2013 wordt, voor de studenten die vallen onder de toepassing van artikel 4, lid 2, van voormeld besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van bijzondere machten nr. 6 van 24 april 2020 en voor de studenten die vallen onder de toepassing van artikel 79, § 2, van het decreet van 7 november 2013, de termijn voor de betaling van het volledige studiegeld voor het academiejaar 2020-2021 uitgesteld tot ten laatste 15 februari 2021.
----------
(1)<DFG 2020-12-09/07, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 27-12-2020>
Art.5. In afwijking van artikel 106, tweede lid, van het decreet van 7 november 2013, valideren de Regeringscommissarissen en -afgevaardigden uiterlijk op 15 juli van het academiejaar 2019-2020 de in deze bepaling bedoelde verslagen van de studentenbevolkingen en sturen ze door naar de Academie voor Onderzoek en Hoger Onderwijs.
HOOFDSTUK 3. - Bepalingen met betrekking tot de financierbaarheid van studenten
Art.6.
<Opgeheven bij DFG 2020-07-17/14, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 17-07-2020>
Art.7.
<Opgeheven bij DFG 2020-07-17/14, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 17-07-2020>
Art.8. Voor de toepassing van artikel 8, tweede lid, van voormeld decreet van 11 april 2014, wordt de vermindering van de studiepunten in het jaarprogramma van de student voor het academiejaar 2019-2020, toegekend op basis van artikel 5 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van bijzondere machten nr. 6 van 24 april 2020, niet in aanmerking genomen voor de bepaling van het financieringspercentage van de student voor het academiejaar 2019-2020.
De studiepunten die in het jaarprogramma van de student voor het academisch jaar 2019-2020 worden opgenomen en naar het academisch jaar 2020-2021 worden overgedragen, worden in aanmerking genomen bij het bepalen van het financieringspercentage voor die student voor het academiejaar 2020-2021.
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art.9. Dit besluit van bijzondere machten treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 10. De Minister bevoegd voor het hoger onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.