Details





Titel:

15 JUNI 2020. - Koninklijk besluit nr. 32 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken met betrekking tot sommige postdiensten (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij W2020-12-24/20, art. 23)



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. § 1. In afwijking van artikel 8, § 1 van het koninklijk besluit van 24 april 2014 houdende reglementering van de postdienst, worden de ingeschreven zendingen bezorgd zonder aftekening voor ontvangst door de geadresseerde of zijn gevolmachtigde. De verificatie van de identiteit van de geadresseerde of zijn gevolmachtigde overeenkomstig artikel 8, § 1 van bovenvermeld koninklijk besluit blijft ongewijzigd.
  § 2. In afwijking van artikel 8, § 2 van het koninklijk besluit van 24 april 2014 houdende reglementering van de postdienst, worden de ingeschreven zendingen bestemd voor een feitelijke vereniging of een maatschappij zonder rechtspersoonlijkheid afgegeven zonder aftekening voor ontvangst door één van de vennoten of leden, of hun gevolmachtigde. Een verificatie van de identiteit van de ontvanger vindt plaats overeenkomstig de modaliteiten voorzien in artikel 8, § 1 van bovenvermeld koninklijk besluit.
  § 3. In afwijking van artikel 10, § 2, 4° van het koninklijk besluit van 24 april 2014 houdende reglementering van de postdienst, bevat het ontvangstbewijs in geval van effectieve bezorging van de zending waarop het betrekking heeft, slechts de naam van de persoon die de zending ontvangt en de datum van deze inontvangstneming.
  § 4. In afwijking van artikel 15 van het koninklijk besluit van 24 april 2014 houdende reglementering van de postdienst, worden ingeschreven postzendingen zonder aftekening afgegeven aan de persoon die bevoegd is om ze in ontvangst te nemen. Een verificatie van de identiteit van de ontvanger vindt plaats, overeenkomstig de modaliteiten voorzien in artikel 8, § 1 van bovenvermeld koninklijk besluit.

Art.2. In afwijking van artikel 46, § 1, tweede lid van het Gerechtelijk Wetboek, worden de ontvangstbewijzen van de gerechtsbrieven die ter hand worden gesteld, niet ondertekend en gedateerd.
  De postdiensten maken melding van deze onmogelijkheid met de woorden "COVID-19 procedure" onderaan op het ontvangstbewijs of door middel van een elektronische toepassing in geval van een elektronisch ontvangstbewijs.

Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang op 13 maart 2020 en is van toepassing tot 31 augustus 2020.
  De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de in het eerste lid bepaalde einddatum aanpassen.

Art. 4. De minister bevoegd voor de postdiensten is belast met de uitvoering van dit besluit.