24 JUNI 2020. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag ter betaling van de vergoedingen voorzien in het sociaal akkoord dat betrekking heeft op de gezondheidssector en dat in 2005 door de federale regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers, voor zover het betrekking heeft op peterschap en op de maatregel van bijkomend verlof vanaf het kalenderjaar 2020
Art. 1-6
Artikel 1. Voor de betaling van de vergoedingen voorzien in het sociaal akkoord dat betrekking heeft op de gezondheidssector en dat in 2005 door de federale regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers, voor zover het betrekking heeft op de maatregelen inzake peterschap in de ziekenhuizen en het bijkomend verlof voor personeelsleden van minstens 50 jaar die niet genieten van de maatregelen in het kader van de eindeloopbaan, wordt voor het jaar 2020 een bedrag vastgesteld op 19.668.058 euro.
Art.2. § 1. Het in artikel 1 bedoelde bedrag wordt opgesplitst als volgt:
a) maatregel peterschap: 8.522.969 euro
b) maatregel bijkomend verlof voor personeelsleden van minstens 50 jaar die niet genieten van de maatregelen in het kader van de eindeloopbaan: 11.165.089 euro.
§ 2. De bedragen vermeld § 1 worden opgesplitst als volgt:
1°. het bedrag van 8.522.969 euro, zoals bedoeld in § 1, a) wordt opgesplitst als volgt
a) voor de openbare ziekenhuizen: 3.196.113 euro. Dit bedrag kan ook besteed worden in het kader van de financiering van het vormingsproject 600.
b) voor de private ziekenhuizen: 5.326.856 euro
2°. het bedrag van 11.165.089 euro, zoals bedoeld in § 1, b) wordt opgesplitst als volgt:
a) voor de openbare instellingen en diensten: 4.261.484 euro;
b) voor de private instellingen en diensten: 6.903.605 euro.
Art.3. Het bedrag bedoeld in artikel 1 wordt door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeits-verzekering gestort als volgt:
a) voor de private sector zal van dit bedrag 12.230.460 euro gestort worden aan het Fonds Sociale Maribel 330;
b) voor de publieke sector zal van dit bedrag 7.457.598 euro gestort worden aan het Fonds Sociale Maribel van de Overheidssector.
Art.4. De betalingen door de Fondsen aan de betrokken werkgevers zijn afhankelijk van de toepassing door deze werkgevers van de in artikel 1 bedoelde maatregelen die zijn omgezet in collectieve arbeidsovereenkomsten of in protocols van akkoorden.
Art.5. Het bedrag bedoeld in artikel 1 wordt ten laste gelegd van het budget van de administratiekosten van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.
Art. 6. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.