10 JUNI 2020. - Besluit nr. 2020/038 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot verlenging van sommige termijnen uit het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening en uit de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij ORD2020-12-04/04, art. 36)
Art. 1-12
Artikel 1. De termijnen bedoeld in de artikelen 156, 178 en 178/2 van het BWRO, wat betreft de lopende aanvragen die in behandeling zijn op 16 juni 2020en waarvan de behandelingstermijnen werden opgeschort door het volmachtbesluit nr. 2020/001 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 april 2020 betreffende de tijdelijke opschorting van de verval- en beroepstermijnen die vastgelegd zijn in de Brusselse wetgeving en reglementering of die op grond daarvan zijn ingevoerd, worden met zes maanden verlengd.
De vervaldatum wordt berekend rekening houdend met de opschorting van de termijnen door het volmachtbesluit n° 2020/001 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 april 2020 betreffende de tijdelijke opschorting van de verval- en beroepstermijnen die vastgelegd zijn in de Brusselse wetgeving en reglementering of die op grond daarvan zijn ingevoerd.
Art.2. De termijnen bedoeld in de artikelen 156, 178 en 178/2 van het BWRO, wat betreft de aanvragen ingediend tussen 16 juni 2020 en 31 december 2020, worden met zes maanden verlengd.
Art.3. De termijnen bedoeld in de artikelen 17, 32, § 2, 36, § 2bis, 43, § 2, 47, § 2bis et 51, § 2van de OMV, wat betreft de lopende aanvragen die in behandeling zijn op 16 juni 2020 en waarvan de behandelingstermijnen werden opgeschort door het volmachtbesluit nr. 2020/001 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 april 2020 betreffende de tijdelijke opschorting van de verval- en beroepstermijnen die vastgelegd zijn in de Brusselse wetgeving en reglementering of die op grond daarvan zijn ingevoerd, worden met zes maanden verlengd.
Art.4. De termijnen bedoeld in de artikelen 17, 32, § 2, 36, § 2bis, 43, § 2, 47, § 2bis en 51, § 2 1 van de OVM, wat betreft de aanvragen ingediend tussen 16 juni 2020 en 31 december 2020, worden met zes maanden verlengd.
Art.5. Als de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag tijdens de behandeling wordt gewijzigd en als die wijzigingen aan nieuwe speciale regelen van openbaarmaking moeten worden onderworpen, eindigt de verlenging bedoeld in de artikelen 1 en 2 van dit besluit.
De termijn die ingaat tijdens de verzending van het ontvangstbewijs bedoeld in de artikelen 126/1, § 4, 177/1, § 4 en 191, § 3 van het BWRO, wordt met zes maanden verlengd.
Art.6. § 1. De handelingen en beslissingen genomen in uitvoering van de Ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen en waarvan de geldigheidsduur afloopt tussen 16 juni 2020 en 15 december 2020 of waarvan de verlenging afhangt van een formaliteit die moet worden vervuld tussen 16 december 2019 en 15 december 2020, worden geacht verlengd te worden met een duur van zes maanden. De vervaldatum wordt berekend rekening houdend met het bijzonderemachtenbesluit nr. 2020/001 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de tijdelijke opschorting van de verval- en beroepstermijnen die vastgelegd zijn in de Brusselse wetgeving en reglementering of die op grond daarvan zijn ingevoerd, het besluit van 16 april 2020 houdende verlenging van de termijnen bepaald in artikel 1 van het bijzonderemachtenbesluit nr. 2020/001 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de tijdelijke opschorting van de verval- en beroepstermijnen die vastgelegd zijn in de Brusselse wetgeving en reglementering of die op grond daarvan zijn ingevoerd en het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 mei 2020 houdende een tweede verlenging van de termijnen bepaald in artikel 1 van het bijzonderemachtenbesluit nr. 2020/001 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de tijdelijke opschorting van de verval- en beroepstermijnen die vastgelegd zijn in de Brusselse wetgeving en reglementering of die op grond daarvan zijn ingevoerd.
Komen evenwel niet in aanmerking voor de verlenging met een duur van zes maanden, de handelingen en beslissingen waarvoor het verzoek om verlenging overeenkomstig artikel 62, § 2, van de OMV moest worden ingediend vóór 16 maart 2020 en dat niet is ingediend.
§ 2. Wanneer de houder van een registratie bedoeld in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 maart 2012 inzake de bepaling van de minimumopleidingseisen voor koeltechnici, de registratie van koeltechnische bedrijven en de erkenning van de examencentra de voorwaarde inzake het behalen van een bekwaamheidsattest voor zijn personeel, met name het attest bedoeld in artikel 10, §§ 4 en 5 van het genoemde besluit, onmogelijk vóór 31 december 2020 kan naleven, wordt deze voorwaarde opgeschort voor een periode van zes maanden.
§ 3. De termijnen vastgelegd in de artikelen 23, § 2,1° en 30, § 2, a) van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 1 februari 2018 betreffende de opslag van ontvlambare vloeistoffen die worden gebruikt als brandstof, worden met een jaar verlengd.
Art.7. De termijn bedoeld in de artikelen 188/9 en 197/7 BWRO en de artikelen 31, § 2 en 41, § 2 van de OVM, wat betreft de aanvragen bedoeld in de artikelen 1 tot en met 5 van dit besluit, wordt met 45 dagen verlengd.
Art.8. § 1. Voor de aanvragen bedoeld in de artikelen 1 tot en met 5 van dit besluit, moeten de volgende handelingen, zoals ze voorzien worden door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2019 met betrekking tot de openbare onderzoeken inzake ruimtelijke ordening, stedenbouw en leefmilieu, tijdens de periode waarin het openbaar onderzoek wordt gehouden, op afspraak gebeuren:
- de raadpleging van het administratieve dossier;
- de mededeling van technische toelichtingen;
- de indiening van een mondelinge klacht.
Bovendien moet het bericht van openbaar onderzoek, dat overeenkomt met het model in bijlage 2 bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2019 met betrekking tot de openbare onderzoeken inzake ruimtelijke ordening, stedenbouw en leefmilieu, niet verplicht de datum en de plaats van de zitting van de overlegcommissie vermelden.
§ 2. Deze modaliteiten zijn van toepassing tot en met 31 december 2020.
Art.9. § 1. Voor de aanvragen bedoeld in de artikelen 1 tot en met 5 van dit besluit, voor de handelingen zoals voorzien in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 29 juni 1992 betreffende de overlegcommissies, worden enkel de personen die tijdens het openbaar onderzoek uitdrukkelijk hebben verzocht om gehoord te worden, toegelaten tot de overlegcommissie.
Het aantal personen dat de aanvrager begeleidt of vertegenwoordigt, wordt beperkt tot twee.
In het geval van een petitie, wijkcomité of andere vereniging wordt het aantal personen dat wordt toegelaten tot de overlegcommissie beperkt tot twee per petitie, per wijkcomité of per vereniging.
Mits het voorafgaande en uitdrukkelijke akkoord van de aanvrager en van alle bezwaarindieners die gehoord willen worden door de overlegcommissie, kan de overlegcommissie via een videoconferentie worden gehouden.
§ 2. Deze modaliteiten zijn van toepassing tot en met 31 december 2020.
Art.10. De termijn bedoeld in artikel 188/2 van het BWRO, wat betreft de beroepen ingediend tot en met 15 juni 2020, wordt met drie maanden verlengd als de behandeling ervan de organisatie van een hoorzitting vereist en als een dergelijke hoorzitting nog niet was gehouden op 16 maart 2020.
De verlenging voorzien in het voorgaande lid geldt ook voor de beroepen ingediend tussen 16 juni 2020 en 31 december 2020, voor zover de beroepsindiener heeft verzocht om gehoord te worden, overeenkomstig artikel 188/1 van het BWRO.
Art.11. Dit besluit treedt in werking op 16 juni 2020.
Art. 12. De ministers bevoegd voor Stedenbouw en Leefmilieu worden belast met de uitvoering van dit besluit.