Details





Titel:

20 MEI 2020. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 januari 2018 betreffende het instellen van een lage-emissiezone



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2018030279 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 5 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 januari 2018 betreffende het instellen van een lage-emissiezone wordt vervangen als volgt:
  "Art. 5. § 1. Gezien de emissies van luchtverontreinigende stoffen van de gemotoriseerde voertuigen is de toegang tot de lage-emissiezone enkel toegelaten voor:
  1° de elektrische voertuigen en de voertuigen die werken op waterstof;
  2° de motorvoertuigen van categorie M en N1 die voldoen aan de volgende voorwaarden:
  a) vanaf 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018, een van de volgende types motorvoertuigen:
  1) de voertuigen waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan de euronorm II of 2;
  2) de voertuigen met een benzine- of aardgasmotor;
  b) vanaf 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019, een van de volgende types motorvoertuigen:
  1) de voertuigen waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan de euronorm III of 3;
  2) de voertuigen waarvan de benzine- of aardgasmotor ten minste voldoet aan de euronorm II of 2;
  c) vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2021, een van de volgende types motorvoertuigen:
  1) de voertuigen waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan de euronorm IV of 4;
  2) de voertuigen waarvan de benzine- of aardgasmotor ten minste voldoet aan de euronorm II of 2;
  d) vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 december 2024, een van de volgende types motorvoertuigen:
  1) de voertuigen waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan de euronorm V of 5, 5a of 5b;
  2) de voertuigen waarvan de benzine- of aardgasmotor ten minste voldoet aan de euronorm II of 2;
  e) vanaf 1 januari 2025, een van de volgende types motorvoertuigen:
  1) de voertuigen waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan de euronorm VI of 6;
  2) de voertuigen waarvan de benzine- of aardgasmotor ten minste voldoet aan de euronorm III of 3.
  § 2. In afwijking van de eerste paragraaf, gelet op de aard, het type, het gebruik van het betreffende motorvoertuig, evenals socio-economische criteria, is de toegang tot de lage-emissiezone toegelaten voor de volgende motorvoertuigen:
  1° de voertuigen die niet behoren tot de motorvoertuigen van de categorie M en N1, evenals de voertuigen van de categorie N1 met carrosseriecode BC zoals bedoeld in artikel 1, 2. van het Koninklijk Besluit van 15 maart 1968 ;
  2° de voertuigen voor speciale doeleinden in de betekenis van de Wegcode die voldoen aan de definitie van kampeerwagen;
  3° de prioritaire voertuigen, bedoeld in artikel 37 van de Wegcode;
  4° de voertuigen van de krijgsmacht;
  5° de voertuigen die specifiek aangepast zijn voor het vervoeren van personen met een handicap, waarvoor door de bevoegde openbare instantie een goedkeuring van aanpassing van een voertuig is afgeleverd of een gelijkaardig bewijs van aanpassing van het voertuig ingeval van afwezigheid van deze goedkeuring en waarvan de nummerplaathouder of een persoon die op het adres van de nummerplaathouder gedomicilieerd is, houder is van de speciale kaart bedoeld in artikel 27.4.3. van de Wegcode of van een gelijkgesteld document zoals bedoeld in artikel 27.4.1 van de Wegcode. De toegang kan enkel gevraagd worden voor de voertuigen die ingeschreven zijn vóór de invoering van de toegangsvoorwaarden, bedoeld in punt 2° van de eerste paragraaf, in naam van de betrokken nummerplaathouder;
  6° de voertuigen die uitgerust zijn met een geïntegreerd systeem dat in of aan het voertuig gemonteerd is en dat bestemd is om te worden gebruikt om de rolstoel samen met de gebruiker in het voertuig te plaatsen en die niet zijn vermeld in punt 5° ;
  7° de voertuigen die niet in België ingeschreven zijn die sedert meer dan dertig jaar in gebruik zijn genomen;
  8° de voertuigen ingeschreven in België onder één van de kentekenplaten bedoeld in artikel 4, § 2 van het ministerieel besluit van 23 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen, indien ze meer dan dertig jaar in gebruik zijn genomen;
  9° de voertuigen die sedert meer dan dertig jaar in gebruik zijn genomen en die gebruikt worden voor toeristische vrijetijdsdoeleinden of andere commerciële doeleinden waarvoor het "oldtimer voertuig" deel uitmaakt van het "businessconcept";
  10° de voertuigen die in noodsituaties of bij reddingswerken worden gebruikt op verzoek van de brandweer, de politie, het leger, de civiele bescherming of de wegenautoriteiten;
  11° de voertuigen die speciaal uitgerust zijn voor het onderhoud en de controle van infrastructuren en installaties van algemeen nut;
  12° de voertuigen die speciaal aangepast zijn voor markten, kermissen, optochten en ambulante handel.
  § 3 Voor de punten 5°, 6°, 7°, 9°, 11° et 12° van de tweede paragraaf moet de afwijking het voorwerp uitmaken van een aanvraag aan en het voorafgaande akkoord van Brussel Fiscaliteit, zoals gedefinieerd in artikel 8.
  § 4 Zonder afbreuk te doen aan de afwijking bedoeld in paragraaf 5 wordt de euronorm van een voertuig, zoals bedoeld in onderhavig artikel, wanneer deze niet gekend is, bepaald op basis van de datum van eerste inschrijving van het voertuig.
  De emissienorm van een nationaal voertuig is niet gekend wanneer dit gegeven niet in de databank van de openbare dienst belast met de inschrijving van de voertuigen is opgenomen. De emissienorm van een buitenlands voertuig is niet gekend wanneer dit gegeven niet op het inschrijvingsbewijs staat.
  De data die in bijlage 1 zijn bepaald, worden gebruikt om de norm te bepalen wanneer deze niet gekend is.
  § 5 Indien op basis van het Europese gelijkvormigheidsattest of een ander document aanvaard door een overheidsinstantie, een andere emissienorm, een andere categorie of een ander brandstoftype van het voertuig dan vermeld in de DIV en/of LEZ-databank kan worden aangetoond, kan de houder van het voertuig de emissienorm, de categorie of het brandstoftype in de LEZ-databank laten aanpassen met behulp van deze documenten door een aanvraag tot afwijking in te dienen bij Brussel Fiscaliteit, zoals bepaald in artikel 8.
  § 6. Indien, in geval een verkeersgeleiding of wegomleiding door politie of wegbeheerder wordt opgelegd, het doorgaand verkeer van buiten de lage-emissiezone verplicht wordt omgeleid via de lage-emissiezone en dat deze situatie ervoor zorgt dat een voertuig, dat niet beantwoordt aan de toelatingscriteria, de lage-emissiezone binnen rijdt, zal er voor dit voertuig geen administratieve boete worden opgelegd."

Art.2. In artikel 8, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "artikel 5, § 2" vervangen door "artikel 5, § 3".

Art.3. In artikel 9, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden " artikel 5, § 1, 1 " vervangen door "artikel 5, § 2, 1° ".

Art.4. In de titel van bijlage 1 van hetzelfde besluit worden de woorden " artikel 5, § 3 " vervangen door de woorden " artikel 5, § 4 ".

Art.5. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 6. De Minister bevoegd voor Leefmilieu wordt belast met de uitvoering van dit besluit.