14 MEI 2020. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 mei 2020 met bijzondere machten nr. 2020/022 inzake het uitstellen van de niet-genomen jaarlijkse vakantiedagen door de personeelsleden van de gewestelijke overheidsdiensten en de diensten van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ten gevolge van de COVID-19 pandemie (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij ORD2020-12-04/04, art. 21)
Art. 1-2
Artikel 1. De ongebruikte jaarlijkse vakantiedagen toegekend voor het jaar 2019 en 2020 aan de personeelsleden van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel en aan de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk gewest worden ambtshalve uitgesteld als volgt:
- De uitgestelde vakantiedagen van 2019 moeten opgenomen worden tegen 31 december 2021;
- De uitgestelde vakantiedagen van 2020 moeten worden opgenomen tegen 31 december 2022.
Om dit te doen wordt er afgeweken van artikel 188, eerste alinea van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel en van artikel 181, eerste alinea van het Besluit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk gewest.
Art. 2. De Minister die het Openbaar Ambt in zijn bevoegdheden heeft, wordt belast met de uitvoering van onderhavig besluit.