Details





Titel:

8 MEI 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2020 tot organisatie van contactonderzoek in het kader van COVID-19



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
  1° algemene verordening gegevensbescherming: verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming);
  2° agentschap: het intern verzelfstandigd agentschap Zorg en Gezondheid, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Zorg en Gezondheid";
  3° databank: de databank, vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 18 van 4 mei 2020 tot oprichting van een databank bij Sciensano in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19;
  4° decreet van 8 mei 2020: het decreet van 8 mei 2020 tot organisatie van contactonderzoek in het kader van COVID-19;
  5° koninklijk besluit nr. 18: het koninklijk besluit nr. 18 van 4 mei 2020 tot oprichting van een databank bij Sciensano in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19;
  6° samenwerkingsverband: het samenwerkingsverband van externe partners, vermeld in artikel 3, eerste lid, van het decreet van 8 mei 2020.

Art.2. Het samenwerkingsverband wordt belast met opdrachten van opsporing en begeleiding van personen als vermeld in artikel 3, tweede lid, 1° tot 4°, van het decreet van 8 mei 2020.
  Het samenwerkingsverband wordt aangeduid, met toepassing van de wet van 17 juni 2016 inzake de overheidsopdrachten en met toepassing van de uitvoeringsbesluiten van die wet.
  Het samenwerkingsverband is samengesteld uit:
  1° call center medewerkers;
  2° call center supervisoren;
  3° field agents;
  4° field agent supervisoren.
  Het agentschap legt de functiebeschrijvingen vast van de categorieën van personeelsleden van het samenwerkingsverband, vermeld in punt 1° tot en met 4°.

Art.3. Het agentschap is de verwerkingsverantwoordelijke voor de persoonsgegevens, in de zin van artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming. Het agentschap sluit een verwerkingsovereenkomst met het samenwerkingsverband conform artikel 28, lid 3, van de algemene verordening gegevensbescherming.

Art.4. De meldingsplicht, vermeld in artikel 44, § 3, 1°, van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid, aan de databank wordt geregeld door artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit nr. 18.
  De persoonsgegevens van de personen, waarvan de arts een vermoeden heeft van infectie of voor wie een medische test werd voorgeschreven of die een test hebben ondergaan in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19, die door de personen en instantie op wie de meldingsplicht rust, vermeld in het eerste lid, die gemeld worden en opgeslagen worden in de databank zijn:
  1° het identificatienummer, vermeld in artikel 8, § 1, 1° of 2°, van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;
  2° de naam en de voornaam;
  3° het geslacht;
  4° de geboortedatum en in voorkomend geval de overlijdensdatum;
  5° het adres;
  6° het type, de datum, het staalnummer en het resultaat van de test of de vermoedelijke diagnose bij afwezigheid van een test;
  7° het RIZIV-nummer van de voorschrijver van de test;
  8° de contactinformatie, namelijk het telefoonnummer, van de betrokkene en van de persoon die in geval van nood gecontacteerd moet worden;
  9° de collectiviteit waar de persoon deel van uitmaakt;
  10° het al dan niet uitoefenen van het beroep van zorgverlener.
  Als de melding een gehospitaliseerde patiënt betreft met een bevestigde diagnose van het coronavirus COVID-19, worden aan de databank volgende persoonsgegevens meegedeeld:
  1° het identificatienummer, vermeld in artikel 8, § 1, 1° of 2°, van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;
  2° het geslacht;
  3° het adres;
  4° het type, de datum, het staalnummer en het resultaat van de test of de vermoedelijke diagnose bij afwezigheid van een test;
  5° de ziekenhuisafdeling, het identificatienummer en locatiegegevens van het ziekenhuis;
  6° de collectiviteit waar de persoon deel van uitmaakt;
  7° het resultaat van de CT-scan;
  8° de contactinformatie namelijk het telefoonnummer, van de betrokkene,, en van de persoon die in geval van nood gecontacteerd moet worden;
  9° het al dan niet uitoefenen van het beroep van zorgverlener.
  Het samenwerkingsverband deelt van de personen waarmee de personen, vermeld in het tweede lid, of de patiënt, vermeld in het derde lid, in contact is geweest de volgende persoonsgegevens mee:
  1° het identificatienummer, vermeld in artikel 8, § 1, 1° of 2°, van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;
  2° de naam en de voornaam;
  3° het geslacht;
  4° de overlijdensdatum;
  5° de postcode van de woonplaats;
  6° het telefoonnummer;
  7° hoog/laag risico;
  8° de link tussen de patiënt en de personen waarmee hij in contact is geweest.
  De verwerking van persoonsgegevens gebeurt alleen voor de doelstellingen, vermeld in artikel 3, tweede lid, 1° tot 4°, van het decreet van 8 mei 2020.
  De persoonsgegevens, vermeld in het tweede, derde en vierde lid, kunnen ook worden verwerkt voor statistische of beleidsondersteunende doeleinden voor zover die persoonsgegevens geanonimiseerd zijn.

Art.5. De persoonsgegevens, vermeld in artikel 4, tweede, derde en vierde lid, worden niet langer bewaard dan noodzakelijk voor de doeleinden, vermeld in artikel 3, tweede lid, van het decreet van 8 mei 2020 en maximaal tot 9 juni 2020.

Art.6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 8 mei 2020 en houdt op uitwerking te hebben op 4 juni 2020.

Art. 7. De Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheids- en woonzorg, is belast met de uitvoering van dit besluit.