Details





Titel:

12 MEI 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 december 2001 betreffende het verlenen van geldelijke voordelen aan sommige militairen die een paramedische functie uitoefenen



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2001007293 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 6 december 2001 betreffende het verlenen van geldelijke voordelen aan sommige militairen die een paramedische functie uitoefenen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 september 2010, wordt vervangen als volgt:
  "Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit worden de militairen beneden de rang van officier die de functies uitoefenen van verpleegkundige, van medisch laboratorium technoloog, van technoloog medische beeldvorming of van kinesitherapeut, geacht een paramedische functie uit te oefenen.".

Art.2. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Artikel 4. § 1. De militairen die een paramedische functie uitoefenen in een dienst van kritische geneeskunde hebben recht op een toelage van 9,30 EUR per gepresteerde dag.
  De militairen die een functie van zorgverlenende uitoefenen in een dienst van kritische geneeskunde hebben eveneens recht op de toelage bedoeld in het eerste lid.
  De functie van zorgverlenende omvat de volgende functies:
  1° hulpverlener ambulancier;
  2° brancardier;
  3° voorbereider operatiekwartier.
  De Minister van Defensie bepaalt de diensten van het militair hospitaal die kunnen beschouwd worden als diensten van kritische geneeskunde.
  § 2. De perioden van prestatie, die aan de toekenningsvoorwaarden van de toelage voldoen, worden voor hun werkelijke duur aangerekend en per kalendermaand samengeteld.
  De maandelijkse prestatieduur wordt gedeeld door 7 uur 36 minuten.
  Er wordt een dagtoelage toegekend voor zoveel dagen als het geheel getal dat uit die deling resulteert.
  Het eventueel saldo bekomen na de betaling van de toelage wordt overgeheveld naar de volgende maand.".

Art.3. De militairen die een toelage kregen bij toepassing van artikel 4 van het voornoemd koninklijk besluit van 6 december 2001 voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit en die, na de datum van inwerkingtreding van dit besluit, niet meer aan de toekenningsvoorwaarden van deze toelage voldoen, hebben recht gedurende acht jaar op een toelage, waarvan het bedrag als volgt wordt bepaald:
  1° gedurende het lopende kalenderjaar vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit: 9,30 EUR per gepresteerde dag;
  2° gedurende het eerste kalenderjaar volgend op de datum van inwerkingtreding van dit besluit: behoud van 87,5 procent van de toelage bedoeld in de bepaling onder 1° ;
  3° gedurende het tweede kalenderjaar volgend op de datum van inwerkingtreding van dit besluit: behoud van 75 procent van de toelage bedoeld in de bepaling onder 1° ;
  4° gedurende het derde kalenderjaar volgend op de datum van inwerkingtreding van dit besluit: behoud van 62,5 procent van de toelage bedoeld in de bepaling onder 1° ;
  5° gedurende het vierde kalenderjaar volgend op de datum van inwerkingtreding van dit besluit: behoud van 50 procent van de toelage bedoeld in de bepaling onder 1° ;
  6° gedurende het vijfde kalenderjaar volgend op de datum van inwerkingtreding van dit besluit: behoud van 37,5 procent van de toelage bedoeld in de bepaling onder 1° ;
  7° gedurende het zesde kalenderjaar volgend op de datum van inwerkingtreding van dit besluit: behoud van 25 procent van de toelage bedoeld in de bepaling onder 1° ;
  8° gedurende het zevende kalenderjaar volgend op de datum van inwerkingtreding van dit besluit: behoud van 12,5 procent van de toelage bedoeld in de bepaling onder 1°. ".

Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2020.

Art. 5. De minister bevoegd voor Defensie, is belast met de uitvoering van dit besluit.