6 MEI 2020. - Koninklijk besluit tot toekenning van toelagen voor het jaar 2019 aan werken, organismen en verenigingen ten bate van oorlogsslachtoffers
Art. 1-3
Artikel 1. Toelagen voor een totaal bedrag van 12.000 euro, aan te rekenen op de basisallocatie 58 45 34 20 06 van de begroting van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid en ingeschreven op de begroting van de Federale Pensioendienst onder de ESR-code 3330, worden voor het jaar 2019 toegekend aan volgende federaties en werken:
1)Association Belge des Jeunes pour le souvenir des deux guerres
Route Militaire 1
4540 AMAY
Bankrekening : BE07 0882 0108 8166
800 euro
2) 8 Mei Comité regio Mechelen
Nieuwe Kapucijnenstraat 39/103
2800 MECHELEN
Bankrekening : BE31 7310 3572 3455
700 euro
3) Eenheidsfront Ronse
C. Lemonnierlaan 130
9600 RONSE
Bankrekening : BE68 4436 5948 6134
700 euro
4) Europese Confederatie van Oudstrijders en Militairen, Belgische Afdeling
Pierre Gasséestraat 10 B.7
1080 BRUSSEL
Bankrekening : BE42 1325 5107 7754
700 euro
5) Auschwitz in Gedachtenis
Wolstraat 17/B.50
1000 BRUSSEL
Bankrekening : BE55 3100 7805 1744
1.300 euro
6) Stichting voor de Eigentijdse Herinnering
Victorialaan 5
1000 BRUSSEL
Bankrekening : BE31 1096 6739 0755
1.300 euro
7) Service Social Juif
Ducpétiauxlaan 66-68
1060 BRUSSEL
Bankrekening : BE98 1916 0398 3293
1.100 euro
8) Witte Brigade (Fidelio)
Lange Nieuwstraat 30
2000 ANTWERPEN
Bankrekening : BE86 0000 4748 6550
900 euro
9) Stichting Paul Brusson vzw
Avenue de Cointe 9
4000 LIEGE
Bankrekening : BE07 0882 1930 4766
1.100 euro
10) Vriendenkring van Dora vzw
Luchtvaartsquare 29
1070 BRUSSEL
Bankrekening : BE78 2100 9700 3486
700 euro
11) Nationale Confederatie van Politieke Gevangenen en Rechthebbenden van België
Renaissancelaan 30
1000 BRUSSEL
Bankrekening : BE83 3100 5433 2315
2.700 euro
Art.2. De in artikel 1 vermelde federaties en werken zijn ertoe gehouden om vóór 31 oktober 2020 een afschrift van de volgende boekhoudkundige documenten voor te leggen: balans en winst- en verliesrekening van het dienstjaar 2019 of, bij ontstentenis, een staat van ontvangsten en uitgaven betreffende het jaar 2019.
Art. 3. De minister bevoegd voor Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.