24 APRIL 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot remediëring van inhoudelijke, administratieve, en procedurele verplichtingen tijdens een civiele noodsituatie binnen het beleidsveld Landbouw en Visserij
Art. 1-6
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :
1° begunstigden : de begunstigden van steun of bijstand die verleend is in het kader van het landbouw- en zeevisserijbeleid;
2° bevoegde entiteit : het Departement Landbouw en Visserij van het Vlaams Ministerie van Landbouw en Visserij, vermeld in artikel 26, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;
3° civiele noodsituatie : de civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, vermeld in artikel 4, § 1, eerste lid, 1°, van het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid.
Art.2. De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de inhoudelijke, administratieve, en procedurele verplichtingen die zijn vermeld in :
1° het decreet van 19 mei 2006 betreffende de oprichting en de werking van het Fonds voor Landbouw en Visserij, het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid en de reglementaire en individuele uitvoeringsbesluiten ervan;
2° ministeriële besluiten en besluiten van de Vlaamse Regering waarbij binnen het beleidsveld landbouw en visserij subsidies worden toegekend die alleen een rechtsgrond hebben in het decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap.
Art.3. Burgers, ondernemingen en verenigingen die door de civiele noodsituatie niet kunnen voldoen aan de inhoudelijke, administratieve en procedurele verplichtingen die opgenomen zijn in de decreten en de besluiten, vermeld in artikel 2, brengen de bevoegde entiteit daarvan zo snel mogelijk op de hoogte.
De burgers, ondernemingen en verenigingen motiveren daarbij duidelijk op welke wijze de civiele noodsituatie de naleving van de inhoudelijke, administratieve en procedurele verplichtingen, vermeld in het eerste lid, onmogelijk maakt.
De bevoegde entiteit zal de dossiers geval per geval beoordelen.
Art.4. § 1. Begunstigden die door de civiele noodsituatie niet in staat zijn om een verantwoordingsdossier volledig in te dienen, brengen de bevoegde entiteit zo snel mogelijk en zeker voor de uiterste indieningsdatum op de hoogte.
Begunstigden motiveren daarbij de reden van de onvolledigheid en melden ook de datum waarop het dossier vervolledigd zal kunnen worden.
De bevoegde entiteit zal de dossiers geval per geval beoordelen.
Onvolledigheid is geen reden om een dossier te laat in te dienen.
In voorkomend geval verschuift ook de uitbetaling.
§ 2. Begunstigden brengen de bevoegde entiteit zo snel mogelijk op de hoogte als de activiteiten die in de subsidieaanvraag opgenomen zijn, door de civiele noodsituatie wijzigingen moeten ondergaan.
De begunstigden motiveren daarbij duidelijk welke wijzigingen zich zullen voordoen en welke impact dat zal hebben op het project of de werking.
De bevoegde entiteit zal de dossiers geval per geval beoordelen.
§ 3. De begunstigden brengen de bevoegde entiteit zo snel mogelijk en uiterlijk voor de vastgestelde periode verstreken is, op de hoogte als een verlenging van de gesubsidieerde periode door de civiele noodsituatie noodzakelijk is.
De begunstigden motiveren daarbij welke verlenging noodzakelijk is. De bevoegde entiteit zal de dossiers geval per geval beoordelen.
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 20 maart 2020.
Dit besluit houdt op uitwerking te hebben de laatste dag van de maand volgend op het verstrijken van de civiele noodsituatie.
Art. 6. De Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw en de zeevisserij, is belast met de uitvoering van dit besluit.