13 NOVEMBER 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken
Art. 1-16
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
1° centrale contactcentrum: het contactcentrum vermeld in artikel 3, eerste lid van decreet van 29 mei 2020 tot organisatie van de meldingsplicht en het contactonderzoek in het kader van COVID-19;
2° lokaal bestuur: iedere gemeente van het Vlaams Gewest;
3° lokaal contactcentrum: contactonderzoek dat door een gemeente in het kader van dit besluit wordt georganiseerd;
4° COVID-19-team: een binnen een zorgraad opgericht team dat ondersteuning en advies verleent in het kader van de COVID-19 pandemie;
5° ticket/werkorder: een uniek digitaal identificatiemiddel dat het contactcentrum in staat stelt om een werkorder, in dit geval een patiënt, uniek te benoemen en af te handelen. Aan de hand van dit ticket/werkorder is rapportering mogelijk;
6° afhandeling van een ticket/werkorder: hieronder wordt verstaan contacten in alle mogelijke vormen die noodzakelijk of nuttig zijn om deze patiënt effectief te horen conform het uitgewerkte script, de afwerking en registratie van verkregen informatie van de patiënt en de hoog risicocontacten in het digitale platform volgens het script en de kwaliteitseisen van het centrale contactcentrum.
7° indexpatiënt: persoon die besmet is met COVID-19 of waarvan een arts een ernstig vermoeden heeft dat hij of zij besmet is met COVID-19;
8° nieuwe indexpatiënt: een indexpatiënt waarvan het ticket door het centrale contactcentrum aan het lokale contactcentrum wordt aangereikt zonder dat er, in gelijk welke vorm reeds contactname was door het centrale contactcentrum. Het lokale contactcenter zorgt voor de volledige afhandeling van het ticket/werkorder;
9° hoogrisicocontact: personen die mogelijk een risicodragend contact hebben gehad met een persoon die besmet is met COVID-19 of die vermoedelijk besmet is met COVID-19;
10° nieuw hoogrisicocontact: een hoogrisicocontact waarvan het ticket door het centrale contactcentrum aan het lokale contactcentrum wordt aangereikt zonder dat er in gelijk welke vorm reeds contactname was door het centrale contactcentrum. Het lokale contactcenter zorgt voor de volledige afhandeling van het ticket/werkorder;
11° quarantainecoaching: het organiseren van medische en psychosociale ondersteuning voor met COVID-19 besmette personen en vermoedelijk met COVID-19 besmette personen die in tijdelijke afzondering zijn geplaatst;
12° risicogroepen: personen waarvan medisch is vastgesteld dat ze een verhoogd risico op besmetting lopen of een verhoogd risico hebben op overlijden aan een COVID-19 besmetting;
13° kwetsbare personen of groepen : personen of groepen die omwille van hun specifieke context specifieke aandacht en behandeling op maat vereisen op vlak van informatie, sensibilisering, quarantainecoaching en algemene zorg. Mensen met een beperking, senioren, alleenstaanden (met kinderen), hulpbehoevenden kunnen hier bijvoorbeeld onder vallen.
14° hotspot : een locatie die vanuit de bronopsporing naar boven komt als risicovolle omgeving.
Art.2. Een totaal subsidiebedrag van maximaal 11.644.000 euro (elf miljoen zeshonderdvierenveertigduizend euro) wordt toegekend vanuit begrotingsartikel PJ0-1PMC2CGA-WT aan de lokale besturen die in het kader van dit besluit bijkomende engagementen opnemen.
Deze subsidie is samengesteld uit een forfaitaire subsidie van maximaal 4.144.000 euro (vier miljoen honderdvierenveertigduizend euro) voor de opdrachten vermeld in artikel 5 en een variabele subsidie van maximaal 7.500.000 euro (zeven miljoen vijfhonderdduizend euro) voor de lokale besturen die additioneel inzetten op de opdrachten vermeld in artikel 6.
Deze subsidie heeft betrekking op de periode van 1 november 2020 tot en met 31 maart 2021.
Art.3. Een lokaal bestuur engageert zich om in het kader van dit besluit in te zetten op :
* Optie 1: inzet in sensibilisering, preventie, bronopsporing en quarantainecoaching
* Optie 2: inzet in sensibilisering, preventie, bronopsporing, quarantainecoaching en contactonderzoek.
Lokale besturen kunnen zich verenigen om één van voornoemde opties voor hun regio op zich te nemen.
Art.4. De lokale besturen voeren hun opdrachten in het kader van dit besluit uit in afstemming met de bestaande initiatieven op het niveau van de eerstelijnszone en met het plan van aanpak van de COVID-19-teams die binnen de zorgraden werden opgericht.
Art.5. De lokale besturen engageren zich om in het kader van dit besluit in te zetten op sensibilisering, preventie, bronopsporing en quarantainecoaching (optie 1).
§ 1. De lokale besturen doen aan sensibilisering en preventie door minstens hun inwoners te informeren over het naleven van de zes gouden principes:
1° hygiënemaatregelen in acht nemen;
2° activiteiten bij voorkeur buiten organiseren;
3° verhoogde aandacht voor risicogroepen;
4° een veilige afstand van minstens anderhalve meter houden;
5° een mondmasker dragen;
6° bijeenkomsten beperken.
§ 2. De lokale besturen hanteren hierbij een populatiegerichte aanpak met focus op de risicogroepen en de kwetsbare personen/groepen.
§ 3. De lokale besturen ondernemen acties om de bronopsporing te versterken. Ze leggen verbanden door analyse van de beschikbare gegevens, inclusief de gegevens verkregen uit de samenwerkingsovereenkomst met de zorgraad, waardoor ogenschijnlijk willekeurige besmettingen tot één en dezelfde bron kunnen worden teruggebracht om op die manier verdere verspreiding van COVID-19 te beperken door het aanpassen van het lokale beleid inzake infectiebestrijding. Wanneer zij hotspots detecteren, nemen zij eveneens maatregelen om deze te isoleren en zo mogelijk in te perken.
§ 4. De lokale besturen zetten in op quarantainecoaching. Zij informeren hun inwoners wanneer tijdelijke afzondering van toepassing is, welke procedures gevolgd worden en welke activiteiten toegelaten of niet toegelaten zijn. De lokale besturen volgen de richtlijnen op die worden geformuleerd op de website van de federale overheid.
§ 5. De lokale besturen kunnen zich in bijzonder inzetten op kwetsbare personen en groepen. Zij zorgen voor informatie en contact op maat, bespreken met de betrokkene welke bijkomende hulp kan verstrekt worden en doen hiertoe het nodige zo de betrokkene hiermee heeft ingestemd. Deze hulp kan van allerlei aard zijn.
§ 6. Alle initiatieven worden in overleg en in samenwerking COVID-19-teams binnen de zorgraden besproken, de initiatieven worden steeds op de reeds bestaande werking afgestemd.
Art.6. Naast hun engagementen zoals vervat in artikel 5 kunnen lokale besturen ook inzetten op lokaal contactonderzoek. Dit gebeurt in overleg met het Agentschap Zorg en Gezondheid.
De lokale besturen hanteren hiervoor een populatiegerichte aanpak :
1° het lokaal contactcenter ontvangt van het centrale contactcenter op basis van de postcodes per dag een afgesproken aantal tickets/werkorders;
2° de tickets/werkorders worden afgewerkt volgens de scripts en de kwaliteitseisen van het centrale contactcenter. Hiervan kan niet worden afgeweken om de uniforme werking van het contactonderzoek te bewaken;
3° het lokaal contactcenter zorgt voor de volledige afhandeling van alle aan haar toegewezen tickets/werkorders;
4° de behandeling van een ticket/werkorder moet binnen de 24 uur vanaf de aanmelding van het ticket aangevat worden.
Art.7. In het kader van hun opdrachten kunnen de lokale besturen de uitwisseling van persoonsgegevens uitwerken volgens één of meerdere van de volgende modaliteiten:
1° De lokale besturen ondertekenen met het Agentschap Zorg en Gezondheid een verwerkersovereenkomst conform artikel 28.3. van de verordening (EU) nr. 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG om te kunnen optreden als verwerker van persoonsgegevens voor het contactonderzoek binnen de voorwaarden van de samenwerkingsovereenkomst van 25 augustus 2020 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die (vermoedelijk) met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano.
2° De lokale besturen ondertekenen met het Agentschap Zorg en Gezondheid een verwerkersovereenkomst conform artikel 28.3. van de verordening (EU) nr. 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG om te kunnen optreden als verwerker van persoonsgegevens voor de uitvoering van quarantainecoaching en brononderzoek.
3° Lokale besturen treden op als verwerkersverantwoordelijke van persoonsgegevens wanneer zij toestemming van de betrokken burgers ontvingen voor de verwerking.
4° Wanneer lokale besturen gebruik maken van eigen datagegevens of wanneer de initiatieven verder reiken dan artikel 44 preventdecreet omvat, treden zij op als verantwoordelijke van persoonsgegevens.
Art.8. De persoonsgegevens die het lokaal bestuur verkrijgt vanuit de controletoren, mogen enkel en alleen gebruikt worden voor volgende doeleinden :
- het tegengaan van de verspreiding van infecties COVID-19 (artikel 44 preventiedecreet);
- het bieden van medische en psychosociale ondersteuning bij quarantainecoaching door COVID-19 (artikel 44 preventiedecreet en artikel 2 § 2 DLB);
- het detecteren van hot spots COVID-19, om deze vervolgens te isoleren en uiteindelijk in te perken, (artikel 44 preventiedecreet en artikel 2 § 1 DLB);
- het detecteren van kwetsbare personen of groepen (artikel 2 § 1 DLB);
- de handhaving van de opgelegde maatregelen (artikel 135 § 2 NGW);
- nadat hiervoor door de betrokkene expliciet toestemming werd gegeven, het aanbieden van ondersteuning op maat. Hieronder wordt (niet limitatief) verstaan: het verstrekken van informatie op maat van betrokkene, (mee) zorgen voor kinderopvang, het doen van boodschappen, maatregelen om vervreemding of vereenzaming tegen te gaan, verlenen van psychologische bijstand, regelen van administratie, verstrekken van een bijkomende financiële tegemoetkoming (artikel 2 § 1 DLB).
De personeelsgegevens die het lokaal bestuur verkrijgt vanuit het script en formsplatform kunnen enkel en alleen gebruikt worden voor contactonderzoek binnen de voorwaarden van de samenwerkingsovereenkomst van 25 augustus 2020 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die (vermoedelijk) met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano.
Art.9. De subsidie dient ter financiële ondersteuning van de bijkomende engagementen die de lokale besturen in het kader van dit besluit opnemen.
De lokale besturen zorgen zelf voor de nodige capaciteit en middelen om deze engagementen kwaliteitsvol uit te voeren.
De personen die geselecteerd worden voor het lokaal contactcenter, zullen voorafgaand aan de opstart van hun opdracht, hiervoor bijkomend opgeleid worden.
Art.10. De lokale besturen voldoen aan de volgende voorwaarden om in aanmerking te komen voor subsidiëring:
1° De lokale besturen melden ten laatste op 11 december 2020 op digitale wijze aan het Agentschap Binnenlands Bestuur voor welke optie, vermeld in artikel 3, zij zich willen engageren.
2° De lokale besturen sluiten een samenwerkingsovereenkomst met het Agentschap Zorg en Gezondheid, het Consortium Opsporing en Smals waarin wordt vermeld welke inspanningen door de lokale besturen in de uitvoering van dit besluit geleverd zullen worden. Deze samenwerkingsovereenkomst regelt minstens de volgende elementen :
- voor welke optie wil het lokaal bestuur zich engageren;
- concretisering van de taken die zij binnen deze optie zal opnemen;
- de termijn van het engagement, dat minstens twee en ten hoogste 5 opeenvolgende maanden kan zijn;
- de werkafspraken tussen de verschillende partners (COVID-19-teams, centraal contactcenter,...);
- zo het lokaal bestuur kiest voor optie 2 wordt in overleg met elkaar het aandeel tickets/werkorders bepaald dat het lokale contactcentrum dagelijks zal verwerken. Het lokaal contactonderzoek handelt deze werkorders/tickets van nieuwe indexpatiënten af alsook de werkorders/tickets hoogrisicocontacten dat zij op basis van het postnr. krijgt toebedeeld. Dit aantal is evenwaardig aan het aantal nieuwe indexpatiënten.
- Het afgesproken aandeel kan bij onderling overleg wijzigen in functie van het totaal aantal besmettingen.
3° De lokale besturen en de COVID-19-teams maken taakafspraken zodat deze op efficiënte en kwaliteitsvolle wijze worden uitgevoerd.
4° Afhankelijk van de aard van de taken zoals bepaald in artikelen 5 en 6 sluiten de lokale besturen een verwerkersovereenkomst met het Agentschap Zorg en Gezondheid en/of zorgen zij voor de nodige protocollen.
5° De lokale besturen die zich verenigd hebben kunnen een gezamenlijke overeenkomst en afsprakenkader afsluiten.
Art.11. § 1. De subsidie, vermeld in artikel 2, bestaat uit twee delen:
1° De lokale besturen die inzetten op sensibilisering en preventie, bronopsporing en quarantainecoaching krijgen een forfaitaire subsidie van 0,125 euro per inwoner/maand en dit voor een periode van maximaal 5 maanden.
2° De lokale besturen die eveneens inzetten op lokaal contactonderzoek, krijgen hetzelfde forfait vermeerderd met een subsidie van 100 euro per afgehandeld ticket/werkorder van een nieuwe indexpatiënt, inclusief de werkorders/tickets van het met het Agentschap Zorg en Gezondheid overeengekomen aantal nieuw hoog risicocontacten.
Het aantal inwoners is dat op 1 januari 2020, zoals bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 27 juli 2020.
§ 2. De subsidie wordt als volgt uitbetaald:
1° uiterlijk op 31 maart 2021: een voorschot van 80% van de forfaitaire subsidie na het indienen, op uiterlijk 31 januari 2021, via digitale weg, bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, van de ondertekende :
a. samenwerkingsovereenkomst;
b. verwerkersovereenkomst;
2° uiterlijk op 30 september 2021: het saldo van 20% van de forfaitaire subsidie en 100% van de variabele subsidie nadat het lokaal bestuur, op uiterlijk 1 juni 2021, de volgende stukken heeft ingediend :
a. voor de forfaitaire subsidie : evaluatieverslag waarbij de uitvoering van de engagementen vervat in de samenwerkingsovereenkomst worden geëvalueerd en de bijkomende inzet wordt gemotiveerd.
b. voor de variabele subsidie : rapportage van het aantal afgehandelde tickets van een nieuwe indexpatiënt, inclusief de werkorders/tickets van het met het Agentschap Zorg en Gezondheid overeengekomen aantal nieuw hoog risicocontacten.
§ 3. De kosten voor de inhoudelijke opleiding van callcenteragents, alsook de infrastructurele kosten, uitbatingskosten (inclusief ICT-kosten) en verzekeringskosten zijn ten laste van de lokale besturen.
Art.12. Het lokaal bestuur dient uiterlijk op 1 juni 2021 via digitale weg bij het Agentschap Binnenlands Bestuur een aanvraag in voor het ontvangen van de subsidie.
In die aanvraag bezorgt het lokaal bestuur minimaal de volgende informatie:
1° de identificatiegegevens van het lokaal bestuur;
2° de datum en ondertekening.
3° de stukken zoals vermeld in artikel 11, § 2, 2°.
Het Agentschap Binnenlands Bestuur stelt het aanvraagformulier ter beschikking.
Art.13. Het Agentschap Binnenlands Bestuur en het Agentschap Zorg en Gezondheid oefenen toezicht uit op de naleving van de bepalingen van dit besluit. Het lokaal bestuur verstrekt daartoe de gevraagde documenten, inlichtingen of toelichtingen.
Het Agentschap Zorg en Gezondheid evalueert de rapportering vermeld in artikel 11, § 2, 2°, b.
Art.14. Met behoud van de toepassing van artikel 13 van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, zal het Agentschap Binnenlands Bestuur de subsidie verminderen of terugvorderen als het lokaal bestuur de bepalingen van dit besluit niet of niet volledig naleeft of heeft nageleefd.
Art.15. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 november 2020.
Art. 16. De Vlaamse minister, bevoegd voor het binnenlands bestuur en het stedenbeleid en de Vlaamse minister, bevoegd voor het welzijn en de armoedebestrijding, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.