7 MEI 2020. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van bijzondere machten nr. 9 houdende diverse bepalingen inzake onderwijs voor sociale promotie in het kader van de COVID-19-gezondheidscrisis(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 12-05-2020 en tekstbijwerking tot 08-03-2021)
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling.
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Organisatie van studies
Art. 2-3
HOOFDSTUK 3. - Inschrijvingsgeld
Art. 4
HOOFDSTUK 4. - Toelating tot studies
Art. 5-6
HOOFDSTUK 5. - Evaluaties
Art. 7-14
HOOFDSTUK 6. - E-learning
Art. 15
HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen
Art. 16-17
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling.
Artikel 1. Dit besluit van bijzondere machten is van toepassing op de onderwijsinstellingen voor sociale promotie zoals bedoeld in de artikelen 1 en 2 van het decreet van 16 april 1991 houdende de organisatie van het onderwijs voor sociale promotie, hierna "het decreet" genoemd.
De maatregelen in dit besluit moeten onderwijsinstellingen voor sociale promotie in staat stellen om te reageren op de organisatorische en materiële problemen in verband met de gezondheidscrisis van het COVID-19.
De organisatorische regelingen voor het einde van het academiejaar 2019-2020 zullen uiterlijk op 8 mei 2020 aan de studenten worden meegedeeld.
HOOFDSTUK 2. - Organisatie van studies
Art.2.In afwijking van artikel 14, derde lid, van het decreet kunnen onderwijseenheden met een aanvangsdatum in het academiejaar 2019-2020 meer dan 365 kalenderdagen duren, mits de einddatum van de genoemde eenheden uiterlijk [1 op 31 augustus 2021]1 valt.
[1 Deze mogelijkheid is beperkt tot de volgende onderwijseenheden :
a) de onderwijseenheden verstrekt in gevangenissen;
b) de onderwijseenheden voor stage of professionele leer- of opleidingsactiviteiten;
c) de onderwijseenheden voor geïntegreerde proef voor zover ze gekoppeld zijn aan de onderwijseenheden vermeld in littera b).]1
----------
(1)<BFG 48 2021-02-04/21, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 31-12-2020>
Art.3. Naast het tweede lid van artikel 91/6 van het decreet kan, voor een periode die loopt van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020, en met uitzondering van de lestijden die worden gefinancierd op basis van de overeenkomsten bedoeld in artikel 114, het totaal van de lestijden bedoeld in het eerste lid van artikel 91/6, cumulatief berekend, het maximum van tien procent van de in artikel 82 bedoelde dotatie aan organieke lestijden overschrijden, zonder een maximum van vijftien procent te overschrijden, en op voorwaarde dat het toegestane overschot bedoeld is om extra middelen uitsluitend te besteden aan de in de punten 2°, 3° en 4° van het eerste lid van die bepaling bedoelde activiteiten.
HOOFDSTUK 3. - Inschrijvingsgeld
Art.4. § 1. Naast artikel 12, § 3, negende lid, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, zijn studenten die op 13 maart 2020 als regelmatig student worden beschouwd, voor het academiejaar 2020-2021 ook vrijgesteld van het inschrijvingsgeld bedoeld in artikel 12, § 3, tweede lid, 1° en 2°, bij de herinschrijving in de onderwijseenheden waarin zij tijdens de opsluiting in verband met COVID-19 waren ingeschreven. Deze vrijstelling heeft betrekking op studenten die niet de twee zittingen hebben afgelegd die voor het secundair onderwijs zijn voorzien in artikel 16 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 september 2015 houdende algemene regeling van de studies in het secundair onderwijs voor sociale promotie, in artikel 18 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 september 2015 houdende algemene regeling van de studies in het hoger onderwijs voor sociale promotie van het korte type en het lange type.
§ 2. In afwijking van artikel 12, § 4, van dezelfde wet, worden studenten voor het academiejaar 2020-2021, vrijgesteld van het rechtstreekse of onrechtstreekse inschrijvingsgeld dat door de onderwijsinstellingen voor sociale promotie kan worden geïnd, onder dezelfde voorwaarden als die welke in de eerste paragraaf van dit artikel zijn vastgesteld.
HOOFDSTUK 4. - Toelating tot studies
Art.5.§ 1. In afwijking van artikel 9, § 1, eerste lid, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 september 2015 houdende algemene regeling van de studies in het secundair onderwijs voor sociale promotie, laat de Studieraad, voor het academiejaar 2020-2021, tot uiterlijk [1 31 mei 2021]1, de studenten voorlopig toe tot een onderwijseenheid die de succesvolle voltooiing van een of meer voorafgaande onderwijseenheden vereist en waarvoor de evaluatie van de leerresultaten nog niet kon worden uitgevoerd.
Wanneer de Studieraad de in het vorige lid beschreven uitzonderlijke toelatingsprocedure toepast, voorziet de Directie van de betrokken instelling uiterlijk op [1 31 augustus 2021]1 in de organisatie van een evaluatie van de vereiste onderwijseenheden om de toelating al dan niet te valideren en om zo nodig slaagattesten voor de genoemde onderwijseenheden te kunnen uitreiken aan de studenten die de leerresultaten beheersen.
§ 2 In afwijking van artikel 9, § 2, van hetzelfde besluit, kan de Studieraad tot uiterlijk [1 31 mei 2021]1 2020 overgaan tot het nazicht van de toelatingsvoorwaarden na het eerste tiental van de onderwijseenheid.
----------
(1)<DFG 2020-12-09/09, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 31-12-2020>
Art.6.§ 1. In afwijking van artikel 9, § 1, eerste lid, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 september 2015 houdende algemene regeling van de studies in het hoger onderwijs voor sociale promotie van het korte type en het lange type, voor het academiejaar 2020-2021, tot uiterlijk [1 31 mei 2021]1, laat de Studieraad studenten voorlopig toe tot een opleidingseenheid waarvoor het succesvol slagen voor één of meer op voorhand bepaalde onderwijseenheid(-heden) vereist is en waarvoor de evaluatie van de leerresultaten nog niet mogelijk is.
Wanneer de Studieraad de in het vorige lid beschreven uitzonderlijke toelatingsprocedure toepast, voorziet de Directie van de betrokken instelling uiterlijk op [1 31 augustus 2021]1 in de organisatie van een evaluatie van de vereiste onderwijseenheden om de toelating al dan niet te valideren en om zo nodig slaagattesten voor de genoemde onderwijseenheden te kunnen uitreiken aan de studenten die de leerresultaten beheersen.
§ 2 In afwijking van artikel 9, § 2, van hetzelfde besluit, kan de Studieraad tot uiterlijk [1 31 mei 2021]1 overgaan tot het nazicht van de toelatingsvoorwaarden na het eerste tiental van de onderwijseenheid.
----------
(1)<DFG 2020-12-09/09, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 31-12-2020>
HOOFDSTUK 5. - Evaluaties
Art.7. Uiterlijk op 8 mei 2020 worden de nadere regels voor de vóór 30 juni 2020 geplande evaluaties door hun instelling aan de studenten meegedeeld.
De nadere regels van de geplande evaluaties van 30 juni 2020 tot en met 31 december 2020 worden ten minste 14 kalenderdagen voor de evaluatiedatum aan de studenten meegedeeld.
Deze regels hebben inzonderheid betrekking op :
1° het te beoordelen onderwerp;
2° de algemene aard van het examen;
3° de kenmerken van het examen.
Art.8.In het kader van de tot [1 31 augustus 2021 ]1 geplande evaluaties, wanneer de evaluatie op afstand wordt georganiseerd, vraagt de onderwijsinstelling voor sociale promotie aan de student om formeel kennis te geven als hij niet in de adequate materiële omstandigheden verkeert om deze af te kunnen leggen.
Indien de mededeling van de beoordelingsmodaliteiten vóór 9 mei 2020 is gebeurd, moet deze kennisgeving uiterlijk op 14 mei 2020 worden overgezonden, zodat de instelling een passende oplossing kan voorstellen.
Voor elke mededeling vanaf 9 mei 2020 moet deze kennisgeving binnen vier werkdagen na de dag waarop de nadere regels van de beoordeling worden meegedeeld, worden verzonden, zodat de instelling een passende oplossing kan voorstellen.
----------
(1)<DFG 2020-12-09/09, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 31-12-2020>
Art.9. In afwijking van artikel 58, eerste lid, 2°, van het decreet is een eindevaluatie niet vereist voor onderwijseenheden waarvan de begindatum in het academiejaar 2019-2020 ligt en dit tot uiterlijk 31 december 2020.
Art.10. In afwijking van artikel 68, eerste lid, 2°, van het decreet is een eindevaluatie niet vereist voor onderwijseenheden waarvan de startdatum in het academiejaar 2019-2020 ligt en dit uiterlijk tot 31 december 2020.
Art.11.In afwijking van artikel 28 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 september 2015 houdende algemene regeling van de studies in het secundair onderwijs voor sociale promotie, kan tot [1 31 augustus 2021]1 per student worden beraadslaagd, op voorwaarde dat de certificatie van de genoemde studenten wordt gewaarborgd door de evaluatie van de leerresultaten door de Studieraad of de geïntegreerde proefexamencommissie.
----------
(1)<DFG 2020-12-09/09, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 31-12-2020>
Art.12.In afwijking van artikel 30, § 2, tweede lid van hetzelfde besluit kan de tweede zitting van de geïntegreerde proeven, waarvan de begindatum in het academiejaar 2019-2020 [1 of 2020-2021]1 ligt, worden georganiseerd binnen een periode van één tot zes maanden, met uitzondering van de lente- en zomervakantieperiodes 2020 [1 of 2021, naargelang de gevallen]1.
----------
(1)<DFG 2020-12-09/09, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 31-12-2020>
Art.13.In afwijking van artikel 30 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 september 2015 houdende algemene regeling van de studies in het hoger onderwijs voor sociale promotie van het korte type en het lange type, kan tot [1 31 augustus 2021]1 per student worden beraadslaagd, op voorwaarde dat de certificatie van de genoemde studenten wordt gewaarborgd door de evaluatie van de leerresultaten door de Studieraad of de geïntegreerde proefexamencommissie.
----------
(1)<DFG 2020-12-09/09, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 31-12-2020>
Art.14.In afwijking van artikel 32, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit, kan de tweede zitting van de geïntegreerde proeven, waarvan de begindatum in het academiejaar 2019-2020 [1 of 2020-2021]1 ligt, worden georganiseerd binnen een periode van één tot zes maanden, met uitzondering van de lente- en zomervakantieperiodes 2020 [1 of 2021, naargelang de gevallen]1.
----------
(1)<DFG 2020-12-09/09, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 31-12-2020>
HOOFDSTUK 6. - E-learning
Art.15.In afwijking van artikel 3 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 8 mei 2014 tot vaststelling van de voorwaarden voor de organisatie van onderwijsactiviteiten via e-learning door het onderwijs voor sociale promotie, kunnen, tot [1 31 augustus 2021]1, alle onderwijsactiviteiten en examen- of proefzittingen op afstand worden georganiseerd.
----------
(1)<DFG 2020-12-09/09, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 31-12-2020>
HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen
Art.16. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 18 maart 2020.
Art. 17. De Minister van Onderwijs voor sociale promotie is belast met de uitvoering van dit besluit.