Details





Titel:

23 APRIL 2020. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van bijzondere machten nr. 5 waarbij wordt toegestaan dat in het kader van de gezondheidscrisis van COVID-19 wordt afgeweken van het voorschrift van bepaalde statutaire bepalingen inzake onderwijzend personeel en psycho-medisch-sociale centra



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. § 1. Dit artikel is enkel van toepassing op de statutaire procedures, bedoeld in de volgende paragrafen, uitgevoerd in de loop van het jaar 2019-2020.
  § 2. In afwijking van de artikelen 34bis, § 1, eerste lid, 34ter, § 1, tweede lid, 34quater, § 5, eerste lid, en 35, § 2, van het decreet van 1 februari 1993 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs, kan de kandidatuurstelling om aanspraak te kunnen maken op de in voornoemd decreet bedoelde voorrang per e-mail of per gewone post worden ingediend.
  In afwijking van de bepalingen bedoeld in artikel 34bis, §§ 3 en 4, van hetzelfde decreet, kunnen de lijst en de indeling van de personeelsleden die tot de verschillende in artikel 34, § 1, tweede lid, bedoelde groepen behoren, ook per e-mail of per gewone post worden verzonden.
  § 3. In afwijking van de artikelen 24, § 6, en 27ter, § 2, van het decreet van 6 juni 1994 tot vaststelling van de rechtspositie van de gesubsidieerde personeelsleden van het officieel gesubsidieerd onderwijs, kan de kandidatuurstelling om aanspraak te kunnen maken op de in voornoemd decreet bedoelde voorrang per e-mail of per gewone post worden ingediend.
  § 4. In afwijking van artikel 23, §§ 6 en 7, van het decreet van 10 maart 2006 betreffende de statuten van de leermeesters godsdienst en de leraars godsdienst, kan de kandidatuurstelling om aanspraak te kunnen maken op de in voornoemd decreet bedoelde voorrang per e-mail of per gewone post worden ingediend.
  § 5. In afwijking van de artikelen 23, § 5, en 29bis, § 2, van het decreet van 31 januari 2002 tot vaststelling van het statuut van de leden van het gesubsidieerd technisch personeel van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra, kan de kandidatuurstelling om aanspraak te kunnen maken op de in voornoemd decreet bedoelde voorrang per e-mail of per gewone post worden ingediend.
  § 6. In afwijking van de artikelen 30, § 5, en 38bis, § 2, van het decreet van 31 januari 2002 tot vaststelling van het statuut van de leden van het gesubsidieerd technisch personeel van de gesubsidieerde vrije psycho-medisch-sociale centra, kan de kandidatuurstelling om aanspraak te kunnen maken op de in voornoemd decreet bedoelde voorrang per e-mail of per gewone post worden ingediend.
  § 7. Een ontvangstbewijs moet elektronisch of per gewone post worden verstuurd naar elke kandidaat die een kandidatuur binnen de vereiste termijn en vorm heeft ingediend.

Art.2. § 1. Dit artikel is enkel van toepassing op de statutaire procedures, bedoeld in de volgende paragrafen, uitgevoerd in de loop van het jaar 2019-2020.
  § 2. In afwijking van artikel 28, § 8, eerste lid, van het decreet van 12 mei 2004 tot vaststelling van de rechten en plichten van de kinderverzorgers en houdende diverse bepalingen betreffende de valorisatie van de dagen gepresteerd door het niet-statutair personeel van de Franse Gemeenschap, kan de kandidatuurstelling om aanspraak te kunnen maken op de in voornoemd decreet bedoelde voorrang per e-mail of per gewone post worden ingediend.
  Een ontvangstbewijs moet elektronisch of per gewone post worden verstuurd naar elke kandidaat die een kandidatuur binnen de vereiste termijn en vorm heeft ingediend.
  § 3. In afwijking van de termijn van 15 april bedoeld in artikel 28, § 8, eerste lid, van voornoemd decreet van 12 mei 2004, kunnen de kandidatuurstelling om aanspraak te kunnen maken op de voorrang respectievelijk bedoeld in artikel 28, § 2, eerste en tweede lid, voor wat betreft het gesubsidieerd officieel onderwijs en 28, § 3, a), voor wat betreft het gesubsidieerd vrij onderwijs, worden ingediend bij de bedoelde inrichtende macht tot 30 april 2020.
  § 4. In afwijking van de termijn van 15 april bedoeld in artikel 28, § 8, tweede lid, van het decreet van 12 mei 2004, kunnen de kandidatuurstelling om aanspraak te kunnen maken op de voorrang respectievelijk bedoeld in artikel 28, § 2, derde tot vijfde lid, voor wat betreft het gesubsidieerd officieel onderwijs en 28, § 3, b), voor wat betreft het gesubsidieerd vrij onderwijs, worden ingediend bij de voorzitter van de bevoegde Centrale Commissie voor het beheer van de betrekkingen tot 30 april 2020.

Art.3. In afwijking van de bepalingen van artikel 33, § 2, eerste lid, § 3, eerste lid, en § 4, eerste lid, van het decreet van 2 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de directeurs en directrices in het onderwijs, kan de jaarlijkse evaluatie van de stagiair-directeur ook worden georganiseerd binnen 60 werkdagen na de datum waarop de maatregelen bepaald in artikel 6 van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, of bepaald in elk ander besluit dat het vervangt, niet langer van toepassing zijn.

Art.4. In afwijking van de bepalingen van de artikelen 22 tot en met 27 van het decreet van 12 mei 2004 tot vaststelling van de rechten en plichten van de kinderverzorgers en houdende diverse bepalingen betreffende de valorisatie van de dagen gepresteerd door het niet-statutair personeel van de Franse Gemeenschap, van de artikelen 28 tot en met 34 van het decreet van 4 mei 2005 houdende uitvoering van het Akkoordprotocol van 7 april 2004 tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en de representatieve vakverenigingen binnen het Onderhandelingscomité van Sector IX en van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten - afdeling II, en van de artikelen 5, 6, en 23 van het decreet van 2 juni 2006 betreffende de personeelsformatie en het statuut van de kinderverzorgers van de inrichtingen voor gewoon kleuteronderwijs die door de Franse Gemeenschap worden georganiseerd en gesubsidieerd, worden de toewijzingen van posten bedoeld bij de voornoemde bepalingen aanvankelijk door de Regering vastgesteld voor een termijn van twee jaar met name de schooljaren 2018-2019 en 2019-2020 met één jaar verlengd en automatisch verlengd voor het schooljaar 2020-2021, tenzij de betrokken instelling sluit of de inrichtende macht de post in de loop van het schooljaar 2020-2021 niet opnieuw wenst toe te wijzen.

Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 21 maart 2020.

Art. 6. De Minister van Onderwijs voor sociale promotie en van de Minister van Onderwijs, worden ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.