23 APRIL 2020. - Besluit nr. 2020/012 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van bijzondere machten betreffende de invoering van steunmaatregelen voor de erkende dienstenchequeondernemingen en hun werknemers naar aanleiding van de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij ORD2020-12-04/04, art. 10) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 28-04-2020 en tekstbijwerking tot 10-06-2020)
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied, bedrag van de steun en betalingsmodaliteiten
Afdeling 1. - Steun voor erkende dienstencheque-ondernemingen
Art. 2-3
Afdeling 2. - Steun voor erkende dienstenchequeondernemingen zodat ze hun werknemers kunnen ondersteunen
Art. 4-6
Afdeling 3. - Indiening van de aanvraag tot vereffening van de steun en betalingsmodaliteiten
Art. 7-10
HOOFDSTUK 3. - Bepaling tot wijziging
Art. 11
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 12-13
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° de minister: de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Werk;
2° het bestuur : het bestuur bepaald in artikel 1, eerste lid, 3bis, van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques;
3° het uitgiftebedrijf: het uitgiftebedrijf bepaald in artikel 1, eerste lid, 4°, van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques;
4° de erkende dienstenchequeonderneming: de onderneming bepaald in artikel 1, eerste lid, 5°, van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques;
5° het koninklijk besluit van 12 december 2001: het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques.
HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied, bedrag van de steun en betalingsmodaliteiten
Afdeling 1. - Steun voor erkende dienstencheque-ondernemingen
Art.2. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kent via het uitgiftebedrijf automatisch forfaitaire steun onder de vorm van een eenmalig bedrag van 4.000 euro toe aan de erkende dienstencheque-ondernemingen.
Art.3. Voor de toepassing van de artikelen 2 tot 10 van dit besluit dient onder "erkende dienstenchequeondernemingen" te worden verstaan: alle erkende dienstenchequeondernemingen zoals bedoeld in artikel 1, 4°, op voorwaarde dat, op datum van de betaling van de steun in toepassing van dit besluit:
1° hun maatschappelijke zetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gelegen is;
2° ze zich niet in een opening van faillissement of in een faillissement bevinden en
3° ze niet het voorwerp uitmaken van een maatregel tot inbeslagname of blokkering van de terugbetaling van hun dienstencheques.
Afdeling 2. - Steun voor erkende dienstenchequeondernemingen zodat ze hun werknemers kunnen ondersteunen
Art.4.Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest biedt de erkende dienstenchequeondernemingen de mogelijkheid aan om hun werknemers financieel te ondersteunen tijdens de gezondheidscrisis COVID-19, en dat volgens de volgende regels:
1° Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kent, via het uitgiftebedrijf, onrechtstreeks steun toe met het oog op het behoud van de werkgelegenheid van de werknemers tewerkgesteld bij de in artikel 3 bepaalde erkende dienstenchequeondernemingen, wanneer deze werknemers op tijdelijke werkloosheid werden gezet naar aanleiding van het virus COVID-19 in de loop van de periode van 18 maart 2020 tot en met [1 30 juni]1 2020;
2° De in 1° bedoelde steun bedraagt voor elke betrokken werknemer 2,50 euro bruto per aangegeven uur tijdelijke werkloosheid.
----------
(1)<BESL 2020-06-04/09, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-05-2020>
Art.5. Voor de toepassing van dit besluit dient onder "werknemers" te worden verstaan: alle werknemers tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst met de erkende dienstenchequeondernemingen bepaald in artikel 3, en voor wie dezelfde ondernemingen, tijdens de periode van 1 januari 2019 tot 29 februari 2020, minstens 1 Brusselse dienstencheque terugbetaald hebben gekregen als tegenprestatie voor de uitvoering van arbeidsprestaties door deze werknemers.
Art.6. Wanneer de erkende dienstenchequeondernemingen de in artikel 4 bedoelde steun hebben ontvangen, storten zij deze rechtstreeks door aan de in artikel 5 bedoelde werknemers.
Deze betaling aan de werknemers gebeurt met inachtneming van de wettelijke verplichtingen die voortvloeien uit de fiscale en sociale wetgevingen.
De erkende dienstenchequeonderneming die, hoewel ze de steun ontvangen heeft, het aan de betrokken werknemer verschuldigde bedrag niet betaalt, volledig of gedeeltelijk, riskeert de in artikel 9, § 2, bedoelde sanctie.
Afdeling 3. - Indiening van de aanvraag tot vereffening van de steun en betalingsmodaliteiten
Art.7.§ 1. De erkende dienstenchequeonderneming zoals bedoeld in artikel 3 dient bij het bestuur, uiterlijk op 15 mei 2020, een aanvraag tot vereffening van de in artikel 4 voorziene steun in, en dat volgens de volgende procedure:
1° De erkende dienstenchequeonderneming vult het elektronische formulier beschikbaar op de website van het bestuur op het adres https://sprb.jotform.com/201053600630841 aan met de volgende gegevens:
a) Het erkenningsnummer van de erkende dienstenchequeonderneming;
b) De naam van de erkende dienstenchequeonderneming;
c) Het adres van haar maatschappelijke zetel gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
2° De erkende dienstenchequeonderneming voegt bij haar aanvraag een Excel-bestand beschikbaar op de website van het bestuur toe dat imperatief aangevuld moet worden met de gegevens met betrekking tot:
a) De naam, de voornaam, het adres en het INSZ van elke werknemer die in tijdelijke werkloosheid werd gesteld tijdens de periode vermeld in artikel 4, 1° ;
b) Het totaal - gedifferentieerd vastgesteld per maand - van de aangegeven uren tijdelijke werkloosheid voor ieder van hen.
3° [1 De erkende dienstenchequeonderneming voegt bij haar aanvraag, of de aangifte sociale risico's (ASR), of de loonbrief, of eender welk bewijskrachtig element dat de waarachtigheid van haar verklaringen bij de sociale zekerheid vaststelt, toe wat betreft :
a) de betrokken werknemer die in tijdelijke werkloosheid gesteld werd en,
b) het aantal aangegeven uren tijdelijke werkloosheid voor de betrokken maand voor deze werknemer.]1
§ 2. [1 Indien de erkende dienstenchequeonderneming haar werknemers nog in tijdelijke werkloosheid moet stellen voor de maanden mei en juni, dient zij, uiterlijk op de 15de dag van de maand volgend op de maand waarop deze tijdelijke werkloosheid betrekking heeft, een aanvraag tot vereffening in met betrekking tot de in artikel 4 bedoelde steun, en meldt zij aan het bestuur, op het adres https://sprb.jotform.com/201053600630841, de elementen zoals bedoeld in artikel 7, § 1, 2° en 3°, met de informatie betreffende de betrokken maand.]1
----------
(1)<BESL 2020-06-04/09, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-05-2020>
Art.8. De betaling van alle steun wordt, in opdracht van het bestuur , uitgevoerd via het uitgiftebedrijf.
Het uitgiftebedrijf schrijft een factuur uit "corona: steun aan de ondernemingen" en een andere factuur "corona: steun voor het behoud van de werkgelegenheid" en deelt aan het bestuur een bankrekeningnummer specifiek voor de betaling daarvan mee.
Deze facturen dienen aangerekend te worden op de basisallocatie 16.009.38.01.31.31 van de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het jaar 2020.
Het bestuur deelt de lijst met de begunstigde en betrokken erkende dienstenchequeondernemingen, alsook het bedrag dat hen verschuldigd is, mee aan het uitgiftebedrijf.
Het bestuur deelt aan iedere erkende dienstenchequeonderneming het individuele brutobedrag mee dat betaald moet worden aan de werknemers voor wie de aanvraag tot steun werd ingediend, alsook het totale brutobedrag dat de erkende dienstenchequeonderneming zal ontvangen, via het uitgiftebedrijf, om de betaling van de steun voor de betrokken werknemers uit te voeren.
Het uitgiftebedrijf stort alle aan de begunstigde erkende dienstenchequeondernemingen verschuldigde bedragen binnen de 7 werkdagen vanaf de ontvangst van de betaling van de in het tweede lid bedoelde facturen.
Zodra de betaling van het uitgiftebedrijf ontvangen werd door de erkende dienstenchequeonderneming, en nadat een bedrijfsvoorheffingvan 26,75% werd afgehouden, is zij verplicht de in artikel 4 bedoelde steun uiterlijk binnen de 15 werkdagen aan de begunstigde werknemer te storten.
Art.9. § 1. Bij latere controles controleert het bestuur :
1° of het aantal uren bij het bestuur aangegeven tijdelijke werkloosheid bij de aanvraag tot vereffening effectief overeenkomt met de ontvangen bedragen krachtens de tijdelijke werkloosheid van de werknemers;
2° of de verschuldigde steun die bedoeld is om de werkgelegenheid te behouden voor de betrokken werknemers, correct werd gestort door de erkende dienstenchequeondernemingen die hen tewerkstellen.
§ 2. Onverminderd een administratieve boete van 500 euro per werknemer aan wie de verschuldigde steun niet geheel of gedeeltelijk werd betaald, wordt de steun teruggevorderd van de falende erkende dienstenchequeonderneming ten belope van wat niet betaald werd aan de begunstigde werknemer.
In dat geval wordt de steun gerecupereerd:
- ofwel door het uitgiftebedrijf dat de compensatie toepast tussen de te recupereren steun in toepassing van dit besluit en de aan de erkende dienstenchequeonderneming verschuldigde bedragen in toepassing van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques;
- hetzij door het bestuur, door alle rechtsmiddelen.
§ 3. Wordt gestraft met een administratieve boete van 50 tot 100 euro, de erkende dienstenchequeonderneming die valse of verkeerde informatie levert in het kader van de aanvraag tot vereffening van de steun bedoeld in artikel 4. Deze boete wordt vermenigvuldigd met het aantal betrokken werknemers.
De bepalingen van de ordonnantie van 9 juli 2015 houdende geharmoniseerde regels betreffende de administratieve geldboeten bepaald bij de wetgeving op het vlak van werkgelegenheid en economie zijn van toepassing op de administratieve boetes die door dit besluit worden ingevoerd.
§ 4. Artikel 10octies van de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van buurtdiensten en buurtbanen is van toepassing op de beslissingen genomen door het bestuur ter uitvoering van dit besluit.
Art.10.
<Opgeheven bij BESL 2020-06-04/09, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-05-2020>
HOOFDSTUK 3. - Bepaling tot wijziging
Art.11.In afwijking van artikel 8, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques wordt het bedrag van de gewestelijke tussenkomst tijdelijk verhoogd met 2 euro.
Deze verhoging is van toepassing op de dienstencheques terugbetaald aan de erkende dienstenchequeondernemingen zoals bepaald in artikel 1, eerste lid, 5°, van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques voor de prestaties geleverd tijdens de periode van 18 maart 2020 tot en met [1 30 juni]1 2020.
Om de verhoogde tussenkomst te genieten, moeten de dienstencheques uiterlijk voor [1 15 september]1 2020 aan het uitgiftebedrijf worden aangeboden voor terugbetaling.
De in deze periode geleverde prestaties moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de regels voor bescherming en social distancing die zijn vastgesteld bij het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.
----------
(1)<BESL 2020-06-04/09, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-05-2020>
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art.12. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 13. De minister bevoegd voor Werk wordt belast met de uitvoering van dit besluit.