16 APRIL 2020. - Koninklijk besluit nr. 6 betreffende uitstel in de aanstelling van de leden van de Hoge Raad voor de Justitie (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij W2020-12-24/20, art. 7)
Art. 1-4
Artikel 1. In afwijking van artikel 13 van het koninklijk besluit van 15 februari 1999 houdende de vaststelling van de verkiezingsprocedure voor de leden-magistraten van de Hoge Raad voor de Justitie, wordt de datum van de verkiezingen van de leden-magistraten uitzonderlijk vastgesteld op 25 september 2020.
Art.2. In afwijking van artikel 259bis-2, § 5, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek worden voor de niet-magistraten de kandidaturen en de lijsten met voorgedragen kandidaten bedoeld in artikel 259bis-2, § 2, tweede lid, op straffe van verval uiterlijk op 10 september 2020 aan de voorzitter van de Senaat gericht bij een ter post aangetekende brief.
In afwijking van artikel 259bis-2, § 5, vierde lid, van hetzelfde Wetboek, maakt de minister van Justitie de lijst met de aantredende leden van de Hoge Raad voor de Justitie en hun opvolgers bekend in de loop van de maand volgend op de organisatie van de verkiezingen.
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 18 maart 2020.
Art. 4. De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.