3 APRIL 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot subsidiëring voor tijdelijke managementondersteuning inzake crisisbeheer bij een COVID-19 uitbraak in residentiële voorzieningen in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 10-04-2020 en tekstbijwerking tot 26-05-2020)
Art. 1, 1/1, 2-5
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op voorzieningen die erkend, vergund of gesubsidieerd worden in het kader van het gezondheidsbeleid of het welzijns- en gezinsbeleid en die instaan voor een permanente 24-uurs-hulp- en dienstverlening.
Onder gezondheidsbeleid wordt in het eerste lid verstaan : het beleid over het geheel van de aangelegenheden, vermeld in artikel 5, § 1, I, eerste lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, waarvoor de Vlaamse Gemeenschap bevoegd is, met uitzondering van het beleid over het medisch schooltoezicht en de medisch verantwoorde sportbeoefening.
Onder welzijns- en gezinsbeleid wordt in het eerste lid verstaan : het beleid over het geheel van de aangelegenheden, vermeld in artikel 5, § 1, II en IV, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, waarvoor de Vlaamse Gemeenschap bevoegd is, met uitzondering van het beleid op het vlak van het onthaal en de integratie van inwijkelingen, de juridische eerstelijnsbijstand en de coördinatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden en geïnterneerden.
Art.1/1. [1 In dit besluit wordt verstaan onder agentschap: het agentschap binnen het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, vermeld in artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, dat is aangewezen om het Vlaamse overheidsbeleid over de voorziening in kwestie uit te voeren.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2020-05-08/17, art. 82, 002; Inwerkingtreding : 03-04-2020>
Art.2.De leidend ambtenaar van het agentschap kan onder de volgende cumulatieve voorwaarden beslissen om voor een bepaalde voorziening als vermeld in artikel 1 te voorzien in de subsidiëring voor de aanstelling van een crisismanager die de voorziening bijstaat bij het beheer van de COVID-19 uitbraak in de voorziening :
1° meerdere bewoners in de voorziening zijn vermoedelijk besmet met COVID-19;
2° de voorziening kent een grote personeelsuitval ten gevolge van de uitbraak van COVID-19;
3° de lokale directie dreigt de controle over de operationele werking te verliezen of is deze al verloren en krijgt zelf geen toegang tot bijkomende managementondersteuning;
4° het agentschap heeft de lokale situatie in kaart gebracht en de precariteit ervan bevestigd.
De crisismanager, vermeld in het eerste lid, wordt voorzien voor een periode van maximaal tien dagen. Als hij dit nodig acht kan de leidend ambtenaar deze periode [1 tweemaal]1 met maximaal 10 dagen verlengen.
----------
(1)<BVR 2020-05-08/17, art. 83, 002; Inwerkingtreding : 03-04-2020>
Art.3.Voorzieningen voor wie de leidend ambtenaar ter uitvoering van artikel 2 voorziet in de subsidiëring voor de aanstelling van een crisismanager, ontvangen een subsidie per dag dat de crisismanager het [1 voorziening]1 bijstaat. De crisismanager wordt aangesteld door de voorziening.
De subsidie wordt beperkt tot de gemaakte kosten in de aanstelling van de crisismanager en kan maximaal 1.000 euro (duizend euro) per dag bedragen. De subsidie wordt verstrekt nadat de kosten aan het agentschap worden meegedeeld.
----------
(1)<BVR 2020-05-08/17, art. 84, 002; Inwerkingtreding : 03-04-2020>
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 3 april 2020.
Art. 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheids- en woonzorg, de Vlaamse minister, bevoegd voor opgroeien, de Vlaamse minister, bevoegd voor personen met een beperking, de Vlaamse minister, bevoegd voor sociale bescherming, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.