Details





Titel:

27 MAART 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van artikel 5 van het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de Vlaamse materialen- en bodemwetgeving



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Bodemdecreet en VLAREBO
Art. 2-4
HOOFDSTUK 3. - Besluit betreffende dierlijke bijproducten
Art. 5
HOOFDSTUK 4. - VLAREMA van 17 februari 2012
Art. 6-8
HOOFDSTUK 5. - Termijnverlenging
Art. 9
HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Afdeling 1. - Inwerkingtredingsbepaling
Art. 10
Afdeling 2. - Uitvoeringsbepaling
Art. 11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
  1° Bodemdecreet: bodemdecreet van 27 oktober 2006;
  2° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor omgeving;
  3° civiele noodsituatie: de civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, zoals vastgesteld door de Vlaamse Regering in toepassing van artikel 4, § 1, eerste lid, 1°, van het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid;
  4° Nooddecreet: het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid;
  5° VLAREBO: VLAREBO-besluit van 14 december 2007;
  6° VLAREMA van 17 februari 2012: het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen;
  7° Besluit betreffende dierlijke bijproducten: het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 betreffende dierlijke bijproducten en afgeleide producten.

HOOFDSTUK 2. - Bodemdecreet en VLAREBO
Art.2. De termijn van negentig dagen, vermeld in artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet, en de termijn van honderdvijftig dagen, vermeld in artikel 50, § 1bis van het Bodemdecreet, waarbinnen de OVAM zich uitspreekt over de conformiteit van het bodemsaneringsproject wordt verlengd met dertig dagen.
  De termijnverlenging, vermeld in het eerste lid, is van toepassing op de volgende bodemsaneringsprojecten:
  1° de bodemsaneringsprojecten die voor de datum van de inwerkingtreding van dit besluit bij de OVAM werden ingediend en waarover de OVAM op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit nog geen beslissing over de conformiteit heeft genomen;
  2° de bodemsaneringsprojecten die bij de OVAM worden ingediend vanaf de datum van de inwerkingtreding van dit besluit tot en met 24 april 2020.

Art.3. De termijn van dertig dagen waarbinnen de personen die aangewezen zijn op de bekendmaking via aanplakking om een administratief beroep in te dienen, als vermeld in artikel 147, tweede lid, van het Bodemdecreet, wordt verlengd met dertig dagen.
  De termijnverlenging, vermeld in het eerste lid, is van toepassing op de administratieve beroepen tegen de beslissingen, vermeld in artikel 146 van het Bodemdecreet, waarvan de aanplakking op de datum van inwerkingtreding van dit besluit is gebeurd, maar de termijn van dertig dagen van terinzagelegging van die beslissingen bij de diensten van het gemeentebestuur nog niet verstreken is.

Art.4. De openbare onderzoeken, zoals voorzien in artikel 86, tweede lid, van het VLAREBO, die lopen op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, worden geschorst en verdergezet na 24 april 2020. Bezwaren en opmerkingen die ingediend worden tijdens de periode van schorsing worden als ontvankelijk beschouwd. De organisatie van nieuwe openbare onderzoeken kan slechts plaatsvinden na 24 april 2020.
  De termijn waarbinnen de OVAM het proces-verbaal over het openbaar onderzoek, vermeld in artikel 86, vierde lid, van het VLAREBO, aan de afdeling, bevoegd voor milieueffectrapportage, moet bezorgen, wordt verlengd met dertig dagen. Deze verlenging is enkel van toepassing op openbare onderzoeken die in toepassing van het eerste lid worden geschorst.
  De periode van bekendmaking en van de ter inzage legging van het conformiteitsattest van het bodemsaneringsproject of het beperkt bodemsaneringsproject, zoals voorzien in artikel 88, § 2, tweede lid, en artikel 95, § 2, tweede lid, van het VLAREBO, die loopt op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, wordt geschorst en verdergezet na 24 april 2020. Nieuwe bekendmakingen en ter inzage leggingen van het conformiteitsattest van het bodemsaneringsproject kunnen slechts plaatsvinden na 24 april 2020.

HOOFDSTUK 3. - Besluit betreffende dierlijke bijproducten
Art.5. De termijn, vermeld in artikel 19, vierde lid van het besluit betreffende dierlijke bijproducten, wordt met zestig dagen verlengd.
  De verlenging in het eerste lid is enkel van toepassing op ontvankelijk verklaarde aanvragen voor een erkenning als vermeld in artikel 17 van het besluit betreffende dierlijke bijproducten, waarvan op datum van inwerkingtreding van dit besluit nog geen beslissing is genomen in toepassing van artikel 19, vierde lid, en op aanvragen voor een erkenning als vermeld in artikel 17 van het besluit betreffende dierlijke bijproducten ingediend in de periode vanaf de inwerkingtreding van dit besluit tot en met 24 april 2020.

HOOFDSTUK 4. - VLAREMA van 17 februari 2012
Art.6. In afwijking van artikel 5.2.3.9, art 5.2.3.10 en art 5.2.3.13 van het VLAREMA van 17 februari 2012 worden alternatieve recipiënten voor RMA, die niet definitief kunnen worden gesloten, toegestaan gedurende de duurtijd van een civiele noodsituatie, op voorwaarde dat deze:
  1° UN gekeurd zijn volgens de ADR-richtlijnen;
  2° voorzien zijn van een Y-keur voor vaste stoffen zoals voorgeschreven voor UN3291;
  3° voldoen aan alle andere voorwaarden omschreven in onderafdeling 5.2.3 van het VLAREMA van 17 februari 2012.
  De recipiënten moeten met een spanring of gelijkwaardige afsluiting worden afgesloten en maatregelen moeten worden getroffen zodat deze recipiënten niet op eenvoudige wijze kunnen worden geopend.

Art.7. De verplichting tot datering en ondertekening van het identificatieformulier door de verwerker op de plaats van bestemming, zoals opgenomen in artikel 6.1.1.2, § 6, van het VLAREMA van 17 februari 2012, wordt geschorst gedurende de termijn van een civiele noodsituatie.
  Het identificatieformulier moet digitaal worden overgemaakt om de traceerbaarheid van de afvalstoffen te garanderen.

Art.8. In afwijking van artikel 6.1.1.4, 1° /1, van het VLAREMA van 17 februari 2012 moet gedurende de termijn van een civiele noodsituatie de visuele inspectie op de sorteerplicht door de inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar van bedrijfsrestafval niet gebeuren.

HOOFDSTUK 5. - Termijnverlenging
Art.9. De minister kan de volgende termijnverlengingen en einddata verlengen:
  1° de termijnverlenging, vermeld in artikel 2, eerste lid, artikel 3, eerste lid, artikel 4, tweede lid, en artikel 5;
  2° de einddatum, vermeld in artikel 4, eerste en derde lid, artikel 6, derde lid, artikel 7 en 8.
  De verlenging, vermeld in het eerste lid, kan de einddatum van de civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, met inbegrip van een eventuele verlenging, zoals vastgesteld door de Vlaamse Regering in toepassing van artikel 4, § 1, eerste lid van het Nooddecreet, evenwel niet overschrijden.
  Het ministerieel besluit tot verlenging wordt bekendgemaakt door:
  1° een bericht in het Belgisch Staatsblad;
  2° een publicatie op de website van de OVAM.

HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Afdeling 1. - Inwerkingtredingsbepaling
Art.10. Dit besluit heeft uitwerking met ingang vanaf de datum van goedkeuring ervan.

Afdeling 2. - Uitvoeringsbepaling
Art. 11. De Vlaamse minister, bevoegd voor Omgeving, is belast met de uitvoering van dit besluit.