Details





Titel:

4 FEBRUARI 2020. - Besluit van de leidend ambtenaar tot delegatie van sommige beslissingsbevoegdheden met betrekking tot het Fonds culturele infrastructuur aan het afdelingshoofd Waarborgen en beheren van het Departement Cultuur, Jeugd en Media



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-6
HOOFDSTUK 2. - Delegatie voor de uitvoering van de begroting
Art. 7-8
HOOFDSTUK 3. - Delegatie met betrekking tot het dagelijkse en financiële beheer van het FoCI
Art. 9-10
HOOFDSTUK 4. - Delegatie voor overheidsopdrachten
Art. 11
HOOFDSTUK 5. - Mogelijkheid tot subdelegatie
Art. 12
HOOFDSTUK 6. - Regeling bij vervanging
Art. 13
HOOFDSTUK 7. - Gebruik van de delegaties en verantwoording
Art. 14-17
HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen
Art. 18-19



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2020030415 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op het Fonds culturele infrastructuur.

Art.2. In dit besluit wordt verstaan onder:
  1° FoCI: Fonds culturele infrastructuur, opgericht door artikel 49 van het decreet van 19 december 1998 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1999;
  2° decreet: het decreet van 19 december 1998 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1999;
  3° leidend ambtenaar van het FoCI: de leidend ambtenaar van het Departement Cultuur, Jeugd en Media;
  4° afdelingshoofd: het afdelingshoofd Waarborgen en beheren van het Departement Cultuur, Jeugd en Media.

Art.3. § 1. De bij dit besluit gedelegeerde beslissingsbevoegdheden worden uitgeoefend binnen de perken en met in achtneming van de voorwaarden en modaliteiten die zijn vastgelegd in de bepalingen van relevante wetten, decreten, besluiten, omzendbrieven, dienstorders en andere vormen van reglementeringen, richtlijnen en beslissingen, alsook van het desbetreffende ondernemingsplan.
  § 2. De bij dit besluit gedelegeerde beslissingsbevoegdheden, kunnen alleen uitgeoefend worden voor de aangelegenheden die tot de taken van FoCI behoren.

Art.4. Als in dit besluit de beslissingsbevoegdheid voor bepaalde aangelegenheden expliciet gedelegeerd wordt, strekt de delegatie zich ook uit tot:
  1° de beslissingen die moeten worden genomen in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van de bedoelde aangelegenheden;
  2° de beslissingen van ondergeschikt belang of aanvullende aard die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de bevoegdheid of er inherent deel van uitmaken;
  3° het sluiten van overeenkomsten.

Art.5. Als het gebruik van de bij dit besluit verleende delegaties gepaard gaat met het plaatsen van een overheidsopdracht, gelden de bepalingen van artikel 11.

Art.6. De bedragen, vermeld in dit besluit, zijn exclusief de belasting over de toegevoegde waarde.

HOOFDSTUK 2. - Delegatie voor de uitvoering van de begroting
Art.7. § 1. Het afdelingshoofd heeft delegatie om, in het kader van de uitvoering van de begroting en binnen de perken van de in de begroting vastgestelde kredieten, beslissingen te nemen over het aangaan van verbintenissen en het nemen van de eraan verbonden vastleggingen, het goedkeuren van verplichtingen en de eruit voortvloeiende uitgaven en betalingen, het vaststellen van vorderingen en het verkrijgen van ontvangsten en inkomsten voor die opdrachten hun toevertrouwd.
  § 2. Met betrekking tot de niet aan het afdelingshoofd gedelegeerde aangelegenheden, waarvoor de beslissing bij de Vlaamse Regering, de minister, de leidend ambtenaar of een ander orgaan berust, heeft de delegatie, vermeld in paragraaf 1, betrekking op de administratieve beslissingen en handelingen die, in het kader van de ontvangsten- en uitgavencyclus, noodzakelijk zijn voor de voorbereiding en de uitvoering van de beslissing van de Vlaamse Regering, de minister, de leidend ambtenaar of het andere orgaan.
  Onder administratieve beslissingen wordt eveneens verstaan het subsidiebesluit en de subsidieovereenkomst voor zover het besluit of de overeenkomst in overeenstemming zijn met de uit te voeren gemotiveerde beslissing.

Art.8. De delegatie aan het afdelingshoofd geldt met behoud van de toepassing van de bevoegdheden en opdrachten van de andere actoren in de ontvangsten- en uitgavencyclus, en met behoud van de toepassing van de verplichting tot het instellen van een functiescheiding bij de inrichting van de processen voor de financiële afhandeling van dossiers.

HOOFDSTUK 3. - Delegatie met betrekking tot het dagelijkse en financiële beheer van het FoCI
Art.9. Het afdelingshoofd heeft delegatie om beslissingen te nemen over de dagelijkse organisatie van de werkzaamheden en het goed functioneren FoCI binnen het afsprakenkader van de missie en visie en de governance nota van het departement.

Art.10. Het afdelingshoofd heeft delegatie:
  1° de dagelijkse briefwisseling die verband houdt met hun opdracht, te ondertekenen, met behoud van de toepassing van de bijzondere regeling die geldt voor de antwoorden op brieven aan het Rekenhof over de door het Rekenhof geformuleerde opmerkingen. Onder dagelijkse briefwisseling wordt verstaan de schriftelijke of elektronische communicatie ter uitvoering van beslissingen, genomen door het bevoegde bestuursorgaan of zijn gedelegeerde;
  2° de nota's te ondertekenen, exclusief de nota's en de brieven aan de provinciegouverneurs, de Permanente Vertegenwoordiger bij de Europese Commissie, ambassadeurs en leidend ambtenaren. Zijn ook uitgesloten nota's aan de Inspectie van Financiën en aan een of meerdere leden van de verschillende regeringen van het land, met een nieuw of strategisch initiatief. Onder nieuw of strategisch initiatief wordt bijvoorbeeld verstaan: nieuwe regelgeving, voorstel van beslissing bij een subsidieronde, evaluatie van het beleid. De nota's aan de Inspectie van Financiën die alleen kaderen in de procedure voor het agenderen op de Vlaamse Regering en geen nieuw of strategisch initiatief bevatten zijn niet uitgesloten;
  3° gewone en aangetekende zendingen in ontvangst te nemen, inclusief de dagvaardingen betekend aan het FoCI;
  4° uittreksels en afschriften van documenten eensluidend te verklaren en af te leveren;
  5° beslissingen te nemen over de openbaarheid van bestuursdocumenten, na het inwinnen van juridisch advies;
  6° het geven van alle goedkeuringen en het nemen van alle beslissingen die voor de afhandeling van de dossiers investeringssubsidies als bedoeld in artikel 51, 1°, van het decreet noodzakelijk zijn, met inbegrip van het ontvangen, het nazien, het doorsturen en de voortgangsbewaking van de dossiers, maar met uitzondering van het nemen van de subsidiebeslissing. Bij beslissingen of deze subsidies al dan niet staatssteun vormen en op welke manier de staatssteun in voorkomend geval kan worden toegekend zal advies worden ingewonnen bij de expert staatsteun;
  7° het nemen van de beslissingen die nodig zijn voor de uitvoering van artikel 51, 2° van het decreet met naleving van artikel 11, dat van overeenkomstige toepassing is;
  8° de terugvordering van ten onrechte gedane betalingen.

HOOFDSTUK 4. - Delegatie voor overheidsopdrachten
Art.11. § 1. Het afdelingshoofd heeft delegatie om overheidsopdrachten, prijsvragen en raamovereenkomsten te plaatsen tot een bedrag dat de bedragen, vermeld in de volgende tabel, niet bereikt:


 Openbare
  of niet- openbare procedure
Mededingingsprocedure met onderhandeling, (vereenvoudigde) onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging, vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking, concurrentiegerichte dialoog en innovatiepartnerschap Onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking en de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging
Werken 150.000 150.000 139.000
Leveringen 150.000 150.000 139.000
Diensten 139.000 139.000 139.000
Voor de toepassing van het eerste lid hebben de grensbedragen betrekking op:
  1° de geraamde waarde van de opdracht voor:
  a) alle voorbereidende beslissingen, waaronder minstens de principiële beslissing tot uitvoering van de opdracht, de keuze van de gunningsprocedure, de goedkeuring van de opdrachtdocumenten en de selectiebeslissing;
  b) de beslissing tot niet-plaatsing;
  2° het goed te keuren offertebedrag voor de gunningsbeslissing.
  Het afdelingshoofd heeft, naast de delegatie, vermeld in het eerste lid, delegatie om overheidsopdrachten van beperkte waarde die tot stand komen met aanvaarde factuur als vermeld in artikel 92 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, te plaatsen.
  Het afdelingshoofd heeft delegatie, om binnen de bedragen vermeld in de tabel in het eerste lid, opdrachten te plaatsen in het kader van een raamovereenkomst, binnen het voorwerp en de bepalingen ervan.
  Het afdelingshoofd heeft delegatie om tot een bedrag dat lager is dan 139.000 euro overeenkomsten te sluiten die niet als een overheidsopdracht worden gekwalificeerd.
  § 2. Als het afdelingshoofd voor een bepaalde overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst delegatie heeft om de gunningsbeslissing te nemen, heeft hij of zij ook delegatie om de beslissingen te nemen over de uitvoering van die overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst, ongeacht de financiële weerslag ervan
  Als het afdelingshoofd voor een bepaalde overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst geen delegatie heeft om de gunningsbeslissing te nemen heeft hij of zij toch delegatie om de beslissingen te nemen over de uitvoering van de overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst binnen het wettelijke kader en tot een gezamenlijke maximale financiële weerslag van 15 % van het oorspronkelijke opdrachtbedrag.
  De delegaties, vermeld in deze paragraaf, gelden ook voor overeenkomsten die niet als een overheidsopdracht worden gekwalificeerd.

HOOFDSTUK 5. - Mogelijkheid tot subdelegatie
Art.12. § 1. Met het oog op een efficiënte en resultaatgerichte interne organisatie kan de het afdelingshoofd een deel van de gedelegeerde aangelegenheden verder subdelegeren aan personeelsleden van het departement die onder zijn hiërarchisch gezag staan, tot op het meest functionele niveau.
  § 2. De subdelegaties worden vastgelegd in een besluit van de het afdelingshoofd. Het besluit wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
  Een afschrift van het besluit wordt aan de minister bezorgd.

HOOFDSTUK 6. - Regeling bij vervanging
Art.13. De bij dit besluit verleende delegaties worden ook verleend aan het personeelslid dat met de waarneming van de functie is belast of dat het afdelingshoofd vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering.
  In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering plaatst het betrokken personeelslid, boven de vermelding van zijn graad en handtekening, de formule "Voor het afdelingshoofd, afwezig".

HOOFDSTUK 7. - Gebruik van de delegaties en verantwoording
Art.14. Het afdelingshoofd nemen de nodige zorgvuldigheid in acht bij het gebruik van de verleende delegaties.

Art.15. Het afdelingshoofd is ten aanzien van de secretaris-generaal verantwoordelijk voor het gebruik van de verleende delegaties. Die verantwoordelijkheid betreft ook de aangelegenheden waarvoor de beslissingsbevoegdheid door de hen is gesubdelegeerd aan andere personeelsleden.

Art.16. Over het gebruik van de verleende delegaties wordt periodiek verantwoording afgelegd met een rapport dat door het afdelingshoofd aan de secretaris-generaal wordt voorgelegd.
  Het rapport bevat de nodige informatie over de beslissingen die met toepassing van de verleende delegaties in de periode in kwestie zijn genomen.
  De informatie die in het rapport verstrekt wordt, is exact, toereikend en ter zake dienend. Het rapport is niet overmatig, op een degelijke wijze gestructureerd en op een toegankelijke wijze voorgesteld.
  Voor alle aangelegenheden wordt informatie op geaggregeerd niveau verstrekt. Daarnaast wordt, voor de aangelegenheden waarvoor dat relevant en aangewezen is, ook informatie op het niveau van afzonderlijke en individuele onderwerpen en dossiers opgenomen.
  De secretaris-generaal stelt, in overleg met het afdelingshoofd, vast met welke periodiciteit het rapport wordt voorgelegd.
  De secretaris-generaal kan nadere instructies geven over de concrete informatie die per gedelegeerde aangelegenheid in het rapport verstrekt moet worden en een verplicht te volgen schema voor de rapportering vaststellen.

Art.17. § 1. De secretaris-generaal kan, buiten de verplichte periodieke rapportering, op ieder ogenblik aan het afdelingshoofd verantwoording vragen over het gebruik van de delegatie in een bepaalde aangelegenheid.
  § 2. De secretaris-generaal heeft het recht om de verleende delegaties tijdelijk, geheel of gedeeltelijk op te heffen.
  In voorkomend geval worden de beslissingen over de aangelegenheden waarvoor de delegatie is opgeheven, genomen door de leidend ambtenaar.

HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen
Art.18. Artikel 11 van het besluit van de secretaris-generaal van 10 juni 2015 delegatie van sommige bevoegdheden aan de adviseur van de Stafdienst Infrastructuur wordt opgeheven.

Art. 19. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 februari 2020.