2 JUNI 2020. - Besluit van de secretaris-generaal tot uitvoering van hoofdstuk VII van verordening (EU) nr. 2016/1012 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende de zoötechnische en genealogische voorwaarden voor het fokken van, de handel in en de binnenkomst in de Unie van raszuivere fokdieren, hybride fokvarkens en levende producten daarvan en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 652/2014, de Richtlijnen 89/608/EEG en 90/425/EEG van de Raad en tot intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van dierfokkerij
Art. 1-4
Artikel 1. Ter uitvoering van artikel 31, 1) van verordening (EU) 2016/1012 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende de zoötechnische en genealogische voorwaarden voor het fokken van, de handel in en de binnenkomst in de Unie van raszuivere fokdieren, hybride fokvarkens en levende producten daarvan en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 652/2014, de Richtlijnen 89/608/EEG en 90/425/EEG van de Raad en tot intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van dierfokkerij, hierna de Fokkerijverordening, kan een spermacentrum, een sperma-opslagcentrum, een embryoteam of een embryoproductieteam dat overeenkomstig het diergezondheidsrecht van de Unie is goedgekeurd voor de handel in levende producten binnen de Unie zoötechnische certificaten afleveren voor levende producten op basis van informatie die ontvangen werd van een stamboekvereniging of fokkerijgroepering.
Art.2. Ter uitvoering van artikel 31, 2, b) van de Fokkerijverordening kan in het geval van levende producten van fokrunderen, -varkens, -schapen, -geiten, -paarden en -ezels het zoötechnische certificaat voor deze levende producten opgesplitst worden in een gedeelte dat informatie bevat over de donoren zoals beschreven in artikel 31, 2, b, i) van de Fokkerijverordening, en een gedeelte dat informatie bevat over het levende product zoals beschreven in artikel 31, 2, b, ii) van de Fokkerijverordening.
Art.3. Ter uitvoering van artikel 32, 3) van de Fokkerijverordening is het toegestaan dat de informatie als bedoeld in bijlage V, deel 2, hoofdstuk I, punt 1), m), niet in het levenslang geldig identificatiedocument voor paardachtigen wordt opgenomen op voorwaarde dat de stamboekvereniging in dit identificatiedocument verwijst naar de website waar de geactualiseerde resultaten van prestatieonderzoek op genetische evaluatie beschikbaar zijn voor het publiek.
Art. 4. Ter uitvoering van artikel 32, 4) van diezelfde verordening is het toegestaan dat de informatie als bedoeld in bijlage V, deel 2, hoofdstuk I, punt 1), m) en n), niet in het levenslang geldig identificatiedocument voor paardachtigen wordt opgenomen maar vervat ligt in andere documenten die door de stamboekverenigingen worden afgegeven voor raszuivere fokdieren die zijn ingeschreven in een stamboek dat door die stamboekvereniging wordt bijgehouden.