28 MEI 2020. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot uitvoering van de artikelen 34, 51 en 65 van het decreet van 10 januari 2019 betreffende de Algemene Inspectiedienst
HOOFDSTUK I. - Terugbetaling van de kosten opgelopen door de leden van de onderwijsinspectie in het kader van de uitoefening van hun ambten
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-2
Afdeling 2. - Terugbetaling van reiskosten
Art. 3-10
Afdeling 3. - Terugbetaling van verblijfskosten
Art. 11-16
Afdeling 4. - Terugbetaling van andere kosten
Art. 17-18
Afdeling 5. - Betalingswijzen
Art. 19-21
HOOFDSTUK II. - Toewijzing van de toelage van de coördinerende inspecteurs
Art. 22
HOOFDSTUK III. - Opheffings- en slotbepalingen
Art. 23-25
HOOFDSTUK I. - Terugbetaling van de kosten opgelopen door de leden van de onderwijsinspectie in het kader van de uitoefening van hun ambten
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. De Franse Gemeenschap vergoedt onder de in dit hoofdstuk vastgestelde voorwaarden de reis- en verblijfkosten en de andere kosten die de personeelsleden van de Algemene inspectiedienst, hierna "inspecteurs" genoemd, in het kader van de uitoefening van hun ambt maken.
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: :
1° "decreet": het decreet van 10 januari 2019 betreffende de Algemene Inspectiedienst;
2° "Inspectiedienst": elk van de in artikel 3, derde lid, van het decreet bedoelde inspectiediensten;
3° "korpshoofd":
a) de inspecteur-generaal met betrekking tot de diensten bedoeld in artikel 3, lid 3, onder 1° en 2°, van het decreet;
b) de coördinerende inspecteur met betrekking tot de in artikel 3, lid 3, 3° tot en met 5°, van het besluit bedoelde diensten;
4° "Directeur-generaal": de algemene ambtenaar die belast is met de Algemene directie voor de Sturing van het onderwijsstelsel;
5° " Woonplaats " : plaats ingeschreven in de bevolkingsregisters van de Belgische gemeente waar de inspecteur zijn hoofdverblijfplaats heeft;
6° " Gewone verblijfplaats ": plaats waar de inspecteur vaak verblijft wanneer hij niet thuis (woonplaats) is.
Afdeling 2. - Terugbetaling van reiskosten
Art.3. De reiskosten van de inspecteurs die voortvloeien uit de in het kader van hun dienstreizen gemaakte verplaatsingen, worden vergoed in de vorm en onder de voorwaarden die in deze afdeling zijn vastgesteld.
Voor alle verplaatsingen is de toestemming van het korpshoofd vereist, in voorkomend geval op advies van de coördinerende inspecteur-generaal. Deze toestemming kan algemeen zijn voor dienstverplaatsingen die regelmatig moeten worden afgelegd.
Art.4. In principe moet elke verplaatsing worden gemaakt via het goedkoopste vervoermiddel. Van dit beginsel kan echter worden afgeweken indien de belangen van de betrokken inspectiedienst dit vereisen en het korpshoofd daarvoor toestemming geeft.
Inspecteurs zijn bevoegd om hun persoonlijke voertuig te gebruiken voor verplaatsingen voortvloeiend uit hun ambten.
Art.5. De in deze afdeling bedoelde reiskosten dekken :
1° de uitgaven in verband met het kilometerquotum dat door het korpshoofd aan elke inspecteur afzonderlijk wordy toegekend naar gelang van zijn behoeften. Deze toewijzing is onderworpen aan de goedkeuring van de directeur-generaal of zijn afgevaardigde;
2° de vergoeding voor abonnementen op het openbaar vervoer als vervoermiddel tussen de woning en de administratieve standplaats of tussen deze laatste en de plaats van de opdracht;
3° de vergoeding voor het gebruik van een fiets als voortbewegingsmiddel tussen de woonplaats en de administratieve standplaats of tussen deze laatste en de plaats van de opdracht. Deze vergoeding is onverenigbaar met het gebruik van een abonnement voor het openbaar vervoer, met uitzondering van de reis per fiets tussen de administratieve standplaats en het station;
4° de vergoeding van de reiskosten voor motorvoertuigen die boven het in 1° bedoelde kilometerquotum zijn gemaakt. Deze vergoeding is onderworpen aan de goedkeuring van de ambtenaar-generaal belast met de leiding van de Algemene directie voor de Sturing van het onderwijsstelsel of zijn afgevaardigde;
5° de vergoeding van de kosten voor motorvoertuigen van de inspecteurs-generaal en de coördinerende inspecteurs, gemaakt tussen de woonplaats en de administratieve standplaats, tot de prijs van het jaarabonnement van het openbaar vervoer. Deze vergoeding is onverenigbaar met het gebruik van een abonnement voor het openbaar vervoer, met uitzondering van de reis die wordt gemaakt tussen de woonplaats van het personeelslid en het station. Deze vergoeding is onderworpen aan de goedkeuring van de ambtenaar-generaal belast met de leiding van de Algemene directie voor de Sturing van het onderwijsstelsel of zijn afgevaardigde.
Art.6. De jaarlijkse reiskosten worden vastgesteld door het aantal inspecteurs te vermenigvuldigen met 24.000 kilometer en met de geldende kilometervergoeding voor het personeel van de administratie.
Art.7. Voor de toepassing van artikel 5, 1°, wordt een forfaitaire kilometervergoeding, gelijk aan de geldende kilometervergoeding voor het personeel van de administratie, in aanmerking genomen.
Art.8. Kilometervergoeding wordt berekend op basis van de kilometerafstand van het snelste traject.
Art.9. § 1. Inspecteurs, die zich verplaatsen met als vertrekpunt hun gewone verblijfplaats of die terugkeren naar hun gewone verblijfplaats, kunnen geen hogere vergoeding krijgen dan die welke hen verschuldigd zou zijn als de verplaatsingen als vertrek- en terugkeerpunt hun administratieve standplaats zouden hebben.
§ 2. Coördinerende inspecteurs en inspecteurs-generaal kunnen zich naar een plaats van opdracht verplaatsen met als vertrek- of terugkeerpunt hun gewone verblijfplaats of hun woonplaats. Zij hebben geen recht op een hogere vergoeding dan die welke hun zou toekomen indien de plaats van vertrek en de plaats van terugkeer hun administratieve standplaats zou zijn. In voorkomend geval moet het afgelegde traject de kortste afstand per kilometer zijn.
De kilometervergoeding wordt berekend op basis van de afstand van het snelste traject tussen de punten van vertrek en aankomst.
Art.10. De administratieve standplaats van de inspecteurs is hun woonplaats.
De administratieve standplaats van de coördinerende inspecteurs bevindt zich op de administratieve standplaats van de Algemene Inspectiedienst.
Afdeling 3. - Terugbetaling van verblijfskosten
Art.11. De inspecteurs die in de uitoefening van hun ambt zich moeten verplaatsen, hebben recht op vergoeding van hun verblijfskosten in de vormen en onder de voorwaarden die in deze afdeling zijn vastgesteld.
Moet worden verstaan onder:
1° "verblijf": verplaatsingen van meer dan acht uur die worden gemaakt buiten een straal van 25 kilometer van de administratieve standplaats.
2° "halve dagverblijf": verplaatsingen van meer dan vijf uur en minder dan of gelijk aan acht uur, gemaakt buiten een straal van 25 kilometer van de administratieve standplaats.
Art.12. De duur van de verplaatsingen wordt geteld vanaf het vertrek van het voertuig op de heenreis tot de aankomsttijd op de terugreis.
Art.13. Wanneer de inspecteurs verplicht zijn buiten hun woonplaats of gewone verblijfplaats te verblijven, wordt een vergoeding voor de nacht toegekend. Het mag niet worden gecumuleerd met de verblijfsvergoeding.
Art.14. De kosten voor huisvesting, halve dagen en nacht worden jaarlijks vastgesteld door het aantal inspecteurs te vermenigvuldigen met het bedrag van EUR 1.635,00.
Per inspectiedienst mag het totale jaarlijkse aantal verblijven, halve dagen en nachten zoals hierboven bedoeld, niet meer bedragen dan gemiddeld 135 per inspecteur.
De vergoeding vindt plaats op basis van schuldverklaringen en volgens de voorwaarden die in de onderstaande tabel zijn opgenomen.
AANTAL DAGEN/NACHTEN | FORFAITAIRE BEDRAGEN |
Gratis huisvesting | 16,3882 EUR/nacht |
Huisvesting op kosten van een agent | 33,3965 EUR/nacht |
1/2 verblijf | 3,1404 EUR/dag |
van 1 tot 59 | 13, 2214 EUR/verblijf |
tussen 60 en 85 | 965,00 EUR |
tussen 86 en 110 | 1.300 EUR |
tussen 111 en 135 | 1.635,00 EUR |
beginnend bij 136 | 1.965,00 EUR |