Details





Titel:

15 MEI 2020. - Ministerieel besluit tot wijziging van verschillende bijlagen betreffende de productie en het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen, granen, groenten en cichorei voor de industrie, en van oliehoudende planten en vezelgewassen, wat betreft de voor planten schadelijke organismen die aanwezig zijn op zaaizaden en ander plantaardig teeltmateriaal



Inhoudstafel:


Art. 1-13



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2006027041  2006027043  2006027044  2013027066 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Bij dit besluit wordt Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2020/177 van de Commissie tot wijziging van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 68/193/EEG, 2002/55/EG, 2002/56/EG en 2002/57/EG van de Raad, Richtlijnen 93/49/EEG en 93/61/EEG van de Commissie en Uitvoeringsrichtlijnen 2014/21/EU en 2014/98/EU wat betreft plaagorganismen bij planten op zaden en ander plantaardig teeltmateriaal gedeeltelijk omgezet.

Art.2. In bijlage 1 bij het besluit van de Waalse Regering van 9 februari 2006 betreffende de productie en het in de handel brengen van zaaigranen wordt punt 5 vervangen als volgt :
  "5. Het gewas moet nagenoeg vrij zijn van plaagorganismen die de bruikbaarheid en de kwaliteit van het zaad verminderen.
  Het gewas moet tevens voldoen aan de eisen betreffende EU-quarantaineorganismen, plaagorganismen met quarantainestatus voor een beschermd gebied en gereguleerde niet-quarantaineorganismen die zijn opgenomen in de uitvoeringshandelingen vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad, alsook aan de krachtens artikel 30, paragraaf 1, van die verordening vastgestelde maatregelen.
  De aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op het gewas en de respectieve categorieën moet voldoen aan de eisen in de onderstaande tabel:


Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) Drempelwaarden voor de productie van prebasiszaad Drempelwaarden voor de productie van basiszaad Drempelwaarden voor de productie van gecertificeerd zaad
Clavibacter michiganensis ssp. insidiosus (McCulloch 1925) Davis et al. [CORBIN] Medicago sativa L. 0 % 0 % 0 %
Ditylenchus dipsaci (Kuehn) Filipjev [DITYDI] Medicago sativa L. 0 % 0 % 0 %
".

Art.3. In bijlage II, deel I, van hetzelfde besluit, wordt punt 3 vervangen door:
  "3) Het zaad moet nagenoeg vrij zijn van plaagorganismen die de bruikbaarheid en de kwaliteit van het zaad verminderen.
  Het zaad moet tevens voldoen aan de eisen betreffende EU-quarantaineorganismen, plaagorganismen met quarantainestatus voor een beschermd gebied en gereguleerde niet-quarantaineorganismen die zijn opgenomen in de uitvoeringshandelingen vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad, alsook aan de krachtens artikel 30, paragraaf 1, van die verordening vastgestelde maatregelen.
  De aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op het zaad en de respectieve categorieën moet voldoen aan de eisen in de onderstaande tabel:


Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) Drempelwaarden voor prebasiszaad Drempelwaarden voor basiszaad Drempelwaarden voor gecertificeerd zaad
Clavibacter michiganensis ssp. insidiosus (McCulloch 1925) Davis et al. [CORBIN] Medicago sativa L. 0 % 0 % 0 %
Ditylenchus dipsaci (Kuehn) Filipjev [DITYDI] Medicago sativa L. 0 % 0 % 0 %
" .

Art.4. In bijlage 1, punt 3, bij het besluit van de Waalse Regering van 9 februari 2006 betreffende de productie en het in de handel brengen van zaaigranen wordt deel A vervangen als volgt :
  " A. Oryza sativa :
  Het aantal planten dat duidelijk als wilde planten of als planten met rode zaden kan worden herkend, mag niet meer bedragen dan:
  - 0 voor de productie van basiszaad;
  - 1 per 100 m2 voor de productie van gecertificeerd zaad van de eerste en de tweede generatie.";

Art.5. In bijlage I bij hetzelfde besluit, wordt punt 6 vervangen door:
  "6. Het gewas moet nagenoeg vrij zijn van plaagorganismen die de bruikbaarheid en de kwaliteit van het zaad verminderen.
  Het gewas moet tevens voldoen aan de eisen betreffende EU-quarantaineorganismen, plaagorganismen met quarantainestatus voor een beschermd gebied en gereguleerde niet-quarantaineorganismen die zijn opgenomen in de uitvoeringshandelingen vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad, alsook aan de krachtens artikel 30, paragraaf 1, van die verordening vastgestelde maatregelen.
  De aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op de gewassen moet voldoen aan de eisen in de onderstaande tabel:


<td colspan="5" valign="top">Schimmels en oömyceten <td colspan="5" valign="top">Nematoden
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) Drempelwaarden voor de productie van prebasiszaad Drempelwaarden voor de productie van basiszaad Drempelwaarden voor de productie van gecertificeerd zaad
Gibberella fujikuroi Sawada [GIBBFU] Oryza sativa L. Niet meer dan 2 planten met symptomen per 200 m2 geconstateerd tijdens veldkeuringen op gepaste tijdstippen van een representatief monster van de planten in elk gewas Niet meer dan 2 planten met symptomen per 200 m2 geconstateerd tijdens veldkeuringen op gepaste tijdstippen van een representatief monster van de planten in elk gewas
  .
Gecertificeerd zaad van de eerste generatie (C1):
  . Niet meer dan 4 planten met symptomen per 200 m2 geconstateerd tijdens veldkeuringen op gepaste tijdstippen van een representatief monster van de planten in elk gewas
  Gecertificeerd zaad van de tweede generatie (C2):
  Niet meer dan 8 planten met symptomen per 200 m2 geconstateerd tijdens veldkeuringen op gepaste tijdstippen van een representatief monster van de planten in elk gewas
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) Drempelwaarden voor de productie van prebasiszaad Drempelwaarden voor de productie van basiszaad Drempelwaarden voor de productie van gecertificeerd zaad
Aphelenchoides besseyi Christie [APLOBE] Oryza sativa L. 0 % 0 % 0 %
".

Art.6. In bijlage II bij hetzelfde besluit, wordt punt 3 vervangen door:
  "3) Het zaad moet nagenoeg vrij zijn van plaagorganismen die de bruikbaarheid en de kwaliteit van het zaad verminderen.
  Het zaad moet tevens voldoen aan de eisen betreffende EU-quarantaineorganismen, plaagorganismen met quarantainestatus voor een beschermd gebied en gereguleerde niet-quarantaineorganismen die zijn opgenomen in de uitvoeringshandelingen vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad, alsook aan de krachtens artikel 30, paragraaf 1, van die verordening vastgestelde maatregelen.
  De aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op het zaad en de respectieve categorieën moet voldoen aan de eisen in de onderstaande tabel:


<td colspan="5" valign="top">Nematoden
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) Drempelwaarden voor prebasiszaad Drempelwaarden voor basiszaad Drempelwaarden voor gecertificeerd zaad
Aphelenchoides besseyi Christie [APLOBE] Oryza sativa L. 0 % 0 % 0 %
  Schimmels   
Gibberella fujikuroi Sawada [GIBBFU] Oryza sativa L. Nagenoeg vrij Nagenoeg vrij Nagenoeg vrij
".

Art.7. Bijlage II bij hetzelfde besluit wordt aangevuld met een punt 4 luidend als volgt :
  " 4) De aanwezigheid van schimmelstructuren op het zaad en de respectieve categorieën moet voldoen aan de eisen in de onderstaande tabel:


Categorie. Maximumaantal schimmelstructuren zoals sclerotiën, of moederkoren, in een monster waarvan het gewicht is aangegeven in bijlage III, kolom 3
Granen andere dan hybriden van Secale cereale:  
- Basiszaad 1
- gecertificeerd zaad 3
Hybriden van Secale cereale:  
- Basiszaad 1
- gecertificeerd zaad 4 (*)
(*) De aanwezigheid van vijf schimmelstructuren zoals sclerotiën of delen van sclerotiën, of moederkoren, in een monster van het voorgeschreven gewicht wordt niet in strijd met de normen geacht, indien een tweede monster van hetzelfde gewicht niet meer dan vier schimmelstructuren bevat.
".

Art.8. In bijlage I van het besluit van de Waalse Regering van 9 februari 2006 betreffende de productie en het in de handel brengen van zaad van cichorei voor de industrie wordt punt 5 vervangen als volgt :
  "5. Het gewas moet nagenoeg vrij zijn van plaagorganismen die de bruikbaarheid en de kwaliteit van het teeltmateriaal verminderen.
  Het gewas moet tevens voldoen aan de eisen betreffende EU-quarantaineorganismen, plaagorganismen met quarantainestatus voor een beschermd gebied en gereguleerde niet-quarantaineorganismen die zijn opgenomen in de uitvoeringshandelingen vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad, alsook aan de krachtens artikel 30, paragraaf 1, van die verordening vastgestelde maatregelen.".

Art.9. In bijlage II bij hetzelfde besluit, wordt punt 2 vervangen door:
  "2. Het zaad moet nagenoeg vrij zijn van plaagorganismen die de bruikbaarheid en de kwaliteit van het teeltmateriaal verminderen.
  Het zaad moet tevens voldoen aan de eisen betreffende EU-quarantaineorganismen, plaagorganismen met quarantainestatus voor een beschermd gebied en gereguleerde niet-quarantaineorganismen die zijn opgenomen in de uitvoeringshandelingen vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad, alsook aan de krachtens artikel 30, paragraaf 1, van die verordening vastgestelde maatregelen.".

Art.10. In bijlage II, punt 3, bij hetzelfde besluit, wordt deel b vervangen door:
  "b) De aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op groentezaad mag, althans bij visuele inspectie, de in de onderstaande tabel opgenomen respectieve drempelwaarden niet overschrijden:


<td colspan="3" valign="top">Bacteriën <td colspan="3" valign="top">Insecten en mijten <td colspan="3" valign="top">Nematoden <td colspan="3" valign="top">Virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma's
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen Geslacht of soort van groentezaad Drempelwaarde voor de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op het groentezaad
Clavibacter michiganensis ssp. michiganensis (Smith) Davis et al. [CORBMI] Solanum lycopersicum L. 0 %
Xanthomonas axonopodis pv. phaseoli (Smith) Vauterin et al. [XANTPH] Phaseolus vulgaris L. 0 %
Xanthomonas euvesicatoria Jones et al. [XANTEU] Capsicum annuum L., Solanum lycopersicum L. 0 %
Xanthomonas fuscans subsp. fuscans Schaad et al. [XANTFF] Phaseolus vulgaris L. 0 %
Xanthomonas gardneri (ex Sutic 1957) Jones et al [XANTGA] Capsicum annuum L., Solanum lycopersicum L. 0 %
Xanthomonas perforans Jones et al. [XANTPF] Capsicum annuum L., Solanum lycopersicum L. 0 %
Xanthomonas vesicatoria (ex Doidge) Vauterin et al. [XANTVE] Capsicum annuum L., Solanum lycopersicum L. 0 %
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen Geslacht of soort van groentezaad Drempelwaarde voor de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op het groentezaad
Acanthoscelides obtectus (Say) [ACANOB] Phaseolus coccineus L., Phaseolus vulgaris L. 0 %
Bruchus pisorum (Linnaeus) [BRCHPI] Pisum sativum L. 0 %
Bruchus rufimanus Boheman [BRCHRU] Vicia faba L. 0 %
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen Geslacht of soort van groentezaad Drempelwaarde voor de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op het groentezaad
Ditylenchus dipsaci (Kuehn) Filipjev [DITYDI] Allium cepa L., Allium porrum L. 0 %
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen Geslacht of soort van groentezaad Drempelwaarde voor de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op het groentezaad
Pepino mosaic virus [PEPMV0] Solanum lycopersicum L. 0 %
Potato spindle tuber viroid [PSTVD0] Capsicum annuum L., Solanum lycopersicum L. 0 %
".

Art.11. In bijlage 1 bij het besluit van de Waalse Regering van 6 december 2012 betreffende de productie en het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen wordt punt 5 vervangen door:
  " 5 . Het gewas moet nagenoeg vrij zijn van plaagorganismen die de bruikbaarheid en de kwaliteit van het teeltmateriaal verminderen. Het gewas moet tevens voldoen aan de eisen betreffende EU-quarantaineorganismen, plaagorganismen met quarantainestatus voor een beschermd gebied en gereguleerde niet-quarantaineorganismen die zijn opgenomen in de uitvoeringshandelingen vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad, alsook aan de krachtens artikel 30, paragraaf 1, van die verordening vastgestelde maatregelen.
  De aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op de gewassen moet voldoen aan de eisen in de onderstaande tabel:


<td colspan="5" valign="top">Schimmels en oömyceten
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) Drempelwaarden voor de productie van prebasiszaad Drempelwaarden voor de productie van basiszaad Drempelwaarden voor de productie van gecertificeerd zaad
Plasmopara halstedii (Farlow) Berlese & de Toni [PLASHA] Helianthus annuus L. 0 % 0 % 0 %
".

Art.12. In bijlage II, deel I, van hetzelfde besluit, wordt punt 5 vervangen door:
  "5. Het zaad moet nagenoeg vrij zijn van plaagorganismen die de bruikbaarheid en de kwaliteit van het teeltmateriaal verminderen.
  Het zaad moet tevens voldoen aan de eisen betreffende EU-quarantaineorganismen, plaagorganismen met quarantainestatus voor een beschermd gebied en gereguleerde niet-quarantaineorganismen die zijn opgenomen in de uitvoeringshandelingen vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad, alsook aan de krachtens artikel 30, paragraaf 1, van die verordening vastgestelde maatregelen.
  De aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op het zaad en de respectieve categorieën moet voldoen aan de eisen in de onderstaande tabel:


<td colspan="5" valign="top">Schimmels en oömyceten
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) Drempelwaarden voor prebasiszaad Drempelwaarden voor basiszaad Drempelwaarden voor gecertificeerd zaad
Alternaria linicola Groves & Skolko [ALTELI] Linum usitatissimum L. 5 %
  5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium spp.
5 %
  5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium spp.
5 %
  5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium spp.
Boeremia exigua var. linicola (Naumov & Vassiljevsky) Aveskamp, Gruyter & Verkley [PHOMEL] Linum usitatissimum L. (partim) - Vezelvlas 1 %
  5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium spp.
1 %
  5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium spp.
1 %
  5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium spp.
Boeremia exigua var. linicola (Naumov & Vassiljevsky) Aveskamp, Gruyter & Verkley [PHOMEL] Linum usitatissimum L. - lijnzaad 5 %
  5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium spp.
5 %
  5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium spp.
5 %
  5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium spp.
Botrytis cinerea de Bary [BOTRCI] Helianthus annuus L., Linum usitatissimum L. 5 % 5 % 5 %
Colletotrichum lini Westerdijk [COLLLI] Linum usitatissimum L. 5 %
  5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium spp.
5 %
  5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium spp.
5 %
  5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium spp.
Diaporthe caulivora (Athow & Caldwell) J.M. Santos, Vrandecic & A.J.L. Phillips [DIAPPC]
  Diaporthe phaseolorum var. sojae Lehman [DIAPPS]
Glycine max (L.) Merr 15 % voor besmetting met het Phomopsis-complex 15 % voor besmetting met het Phomopsis-complex 15 % voor besmetting met het Phomopsis-complex
Fusarium (anamorf geslacht) Link [1FUSAG]
  met uitzondering van Fusarium oxysporum f. sp. albedinis (Kill. & Maire) W.L. Gordon [FUSAAL] en Fusarium circinatum Nirenberg & O'Donnell [GIBBCI]
Linum usitatissimum L. 5 %
  5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium spp.
5 %
  5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium spp.
5 %
  5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium spp.
Plasmopara halstedii (Farlow) Berlese & de Toni [PLASHA] Helianthus annuus L. 0 % 0 % 0 %
Sclerotinia sclerotiorum (Libert) de Bary [SCLESC] Brassica rapa L. var. silvestris (Lam.) Briggs Niet meer dan vijf sclerotiën of delen van sclerotiën aangetroffen bij een laboratoriumonderzoek van een representatief monster van elke partij zaad, van een in bijlage III, kolom 4, bij Richtlijn 2002/57/EG aangegeven formaat Niet meer dan vijf sclerotiën of delen van sclerotiën aangetroffen bij een laboratoriumonderzoek van een representatief monster van elke partij zaad, van een in bijlage III, kolom 4, bij Richtlijn 2002/57/EG aangegeven formaat Niet meer dan vijf sclerotiën of delen van sclerotiën aangetroffen bij een laboratoriumonderzoek van een representatief monster van elke partij zaad, van een in bijlage III, kolom 4, bij Richtlijn 2002/57/EG aangegeven formaat
Sclerotinia sclerotiorum (Libert) de Bary [SCLESC] Brassica napus L. (partim), Helianthus annuus L. Niet meer dan tien sclerotiën of delen van sclerotiën aangetroffen bij een laboratoriumonderzoek van een representatief monster van elke partij zaad, van een in bijlage III, kolom 4, bij Richtlijn 2002/57/EG aangegeven formaat Niet meer dan tien sclerotiën of delen van sclerotiën aangetroffen bij een laboratoriumonderzoek van een representatief monster van elke partij zaad, van een in bijlage III, kolom 4, bij Richtlijn 2002/57/EG aangegeven formaat Niet meer dan tien sclerotiën of delen van sclerotiën aangetroffen bij een laboratoriumonderzoek van een representatief monster van elke partij zaad, van een in bijlage III, kolom 4, bij Richtlijn 2002/57/EG aangegeven formaat
Sclerotinia sclerotiorum (Libert) de Bary [SCLESC] Sinapis alba L. Niet meer dan vijf sclerotiën of delen van sclerotiën aangetroffen bij een laboratoriumonderzoek van een representatief monster van elke partij zaad, van een in bijlage III, kolom 4, bij Richtlijn 2002/57/EG aangegeven formaat Niet meer dan vijf sclerotiën of delen van sclerotiën aangetroffen bij een laboratoriumonderzoek van een representatief monster van elke partij zaad, van een in bijlage III, kolom 4, bij Richtlijn 2002/57/EG aangegeven formaat Niet meer dan vijf sclerotiën of delen van sclerotiën aangetroffen bij een laboratoriumonderzoek van een representatief monster van elke partij zaad, van een in bijlage III, kolom 4, bij Richtlijn 2002/57/EG aangegeven formaat
".

Art. 13. Dit besluit treedt in werking op 31 mei 2020.