5 MAART 2020. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 juli 1970 houdende de algemene verordening betreffende de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen in het kader van de overname van de dienst van de verkeersbelasting op de autovoertuigen en de belasting op de inverkeerstelling door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van toepassing op de verkeersbelasting op de autovoertuigen en de belasting op de inverkeerstelling waarvan het belastbaar feit vóór 1 januari 2020 valt
Art. 2-4
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van toepassing op de verkeersbelasting op de autovoertuigen en de belasting op de inverkeerstelling waarvan het belastbaar feit vanaf 1 januari 2020 valt
Art. 5-7
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van toepassing op de verkeersbelasting op de autovoertuigen en de belasting op de inverkeerstelling ongeacht de datum van het belastbaar feit
Art. 8
HOOFDSTUK 5. - Inwerkingtreding en uitvoering
Art. 9-10
HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Artikel 1. Dit besluit is uitsluitend van toepassing op:
1° de verkeersbelasting op de autovoertuigen;
2° de belasting op de inverkeerstelling.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van toepassing op de verkeersbelasting op de autovoertuigen en de belasting op de inverkeerstelling waarvan het belastbaar feit vóór 1 januari 2020 valt
Art.2. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn uitsluitend van toepassing op de verkeersbelasting op de autovoertuigen en de belasting op de inverkeerstelling waarvan het belastbaar feit vóór 1 januari 2020 valt.
Art.3. Artikel 8 van het koninklijk besluit van 8 juli 1970 houdende de algemene verordening betreffende de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, vervangen bij het koninklijk besluit van 27 februari 2019, wordt vervangen als volgt:
"Art. 8. Onverminderd de bepalingen van artikel 24, zijn de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen te betalen bij de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit of, in geval van zijn afwezigheid, bij de plaatsvervangend rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken van dezelfde dienst.".
Art.4. In artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 april 1993 en bij het koninklijk besluit van 9 november 1999 en vervangen bij het koninklijk besluit van 17 februari 2019, worden de woorden " op de financiële rekening van het ontvangkantoor Belastingen-auto's" vervangen door de woorden "volgens de door de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit aangegeven modaliteiten".
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van toepassing op de verkeersbelasting op de autovoertuigen en de belasting op de inverkeerstelling waarvan het belastbaar feit vanaf 1 januari 2020 valt
Art.5. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn uitsluitend van toepassing op de verkeersbelasting op de autovoertuigen en de belasting op de inverkeerstelling waarvan het belastbaar feit vanaf 1 januari 2020 valt.
Art.6. In artikel 15 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 november 1980 en bij de wet van 19 februari 1990, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 1 wordt opgeheven;
2° in paragraaf 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) in de bepaling onder 1° worden de woorden "wet van 27 december 1974 betreffende de taxidiensten en ingericht krachtens een vergunning regelmatig afgeleverd ter uitvoering van gezegde wet" vervangen door de woorden "toepasselijke gewestelijke regelgeving en ingericht krachtens een vergunning regelmatig afgeleverd ter uitvoering van de genoemde regelgeving";
b) de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt:
"2° op de autovoertuigen die uitsluitend aangewend worden tot een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder onder de voorwaarden bepaald bij de toepasselijke gewestelijke regelgeving en ingericht krachtens een vergunning regelmatig afgeleverd ter uitvoering van de genoemde regelgeving;".
Art.7. In hetzelfde besluit worden de volgende bepalingen opgeheven:
1° de titel I, die bestaat uit de artikelen 1 tot en met 14 ;
2° het hoofdstuk III van titel II, dat bestaat uit de artikelen 23 en 24;
3° het hoofdstuk IV van titel II, dat bestaat uit de artikelen 25 en 26;
4° het hoofdstuk V van titel II, dat bestaat uit de artikelen 27 tot en met 29;
5° in het titel V, artikel 58, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 april 1993.
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van toepassing op de verkeersbelasting op de autovoertuigen en de belasting op de inverkeerstelling ongeacht de datum van het belastbaar feit
Art.8. In artikel 30, § 2, van hetzelfde besluit opnieuw opgenomen bij het koninklijk besluit van 17 december 1984, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "gedaan door middel van een formulier dat door Administratie der directe belastingen wordt verstrekt" vervangen door de woorden "ingediend bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit";
2° het tweede lid wordt opgeheven.
HOOFDSTUK 5. - Inwerkingtreding en uitvoering
Art.9. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2020.
Art. 10. De Minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.