Details





Titel:

10 JULI 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van een specifieke subsidie aan de Vlaamse gemeenten, OCMW's en de Vlaamse Gemeenschapscommissie ter ondersteuning van het consumptiebudget voor kwetsbare doelgroepen



Inhoudstafel:


Art. 1-11
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. § 1 Voor het begrotingsjaar 2020 wordt een subsidie van maximaal 15.000.000 euro (vijftien miljoen euro) toegekend aan de gemeenten of OCMW's van het Vlaamse Gewest en het Nederlandse taalgebied (hierna Vlaamse gemeenten en OCMW's) en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (hierna VGC), vanuit begrotingsartikel PJ0-1PMC2GA-WT.
  § 2. Een subsidiebedrag van 750.000 euro (zevenhonderdvijftigduizend euro) wordt toegekend aan de VGC.
  Het resterende subsidiebedrag van 14.250.000 euro (veertien miljoen tweehonderdvijftigduizend euro) wordt toegekend aan de Vlaamse gemeenten of OCMW's. Het wordt voor een derde verdeeld op basis van het aantal inwoners van de gemeente en voor twee derden evenredig op basis van de volgende sociale maatstaven:
  1° het aantal personen met een voorkeursregeling in de ziekteverzekering, exclusief leefloners;
  2° het aantal kortgeschoolde werkzoekenden met een werkloosheidsuitkeringsaanvraag;
  3° het gemiddelde aantal geboorten in een kansarm gezin over drie jaar;
  4° het aantal sociale huurappartementen;
  5° het gemiddelde aantal personen dat recht heeft op een leefloon over drie jaar.
  Het aantal inwoners is dat op 1 januari 2019, zoals bekend gemaakt in het Belgisch Staatsblad van 16 september 2019. Voor de sociale maatstaven vermeld in het tweede lid, worden de cijfers gebruikt die voor de definitieve verdeling van het Vlaams Gemeentefonds voor 2019 werden gehanteerd.
  Het maximale bedrag dat elke Vlaamse gemeente of elk OCMW kan opnemen is bepaald in de bijlage 1 die bij dit besluit is gevoegd.

Art.2. De subsidie, vermeld in artikel 1, heeft betrekking op de periode 1 juni 2020 tot en met 31 december 2021.
  De subsidie, vermeld in artikel 1, dient ter financiële ondersteuning van een bestaand of nieuw lokaal waardebonnensysteem om kwetsbare doelgroepen die verkeren in financiële armoede, of die ten gevolge van COVID-19 in financiële armoede dreigen terecht te komen, tijdelijk een extra consumptiebudget aan te bieden in lokale handelszaken of organisaties. De subsidie is bedoeld als een financiële incentive voor de waarde van de bonnen; indirecte kosten en overheadkosten verbonden aan de uitgifte van de bonnen komen niet in aanmerking.
  Het waardebonnensysteem kan een samenwerking zijn tussen gemeenten en OCMW's, al dan niet in een specifiek samenwerkingsverband.

Art.3. De Vlaamse gemeenten of OCMW's definiëren en motiveren de afbakening van de kwetsbare doelgroepen en van de lokale handelszaken op basis van de plaatselijke noden.
  De waarde van de bonnen, de geldigheidsduur, de wijze van toekenning, het gebruik en de validering van de bonnen worden autonoom door de Vlaamse gemeenten of OCMW's bepaald.

Art.4. Om de subsidie, vermeld in artikel 1, te kunnen ontvangen, dienen de Vlaamse gemeenten of de OCMW's ten laatste op 30 september 2020 een aanvraagformulier in bij het Agentschap voor Binnenlands Bestuur.
  In het aanvraagformulier worden minimaal opgenomen:
  1° de identificatiegegevens van de aanvragende entiteit;
  2° het gevraagde subsidiebedrag;
  3° het rekeningnummer waarop deze subsidie mag worden uitbetaald;
  4° de doelgroepen die worden begrepen onder "kwetsbare doelgroepen";
  5° een aantal kenmerken van het waardebonnensysteem.
  Het model van aanvraagformulier wordt door het Agentschap Binnenlands Bestuur ter beschikking gesteld.
  Aan het aanvraagformulier worden de relevante besluiten over het bestaande of nieuwe waardebonnensysteem toegevoegd. Uit die besluiten blijkt de motivering en definitie, vermeld in artikel 3, eerste lid.

Art.5. De subsidie, vermeld in artikel 1, wordt als volgt uitbetaald door het Agentschap Binnenlands Bestuur:
  1° de eerste schijf van 90 % wordt uitbetaald op uiterlijk 31 december 2020;
  2° het saldo van 10 %, na de voorlegging aan en goedkeuring door de gesubsidieerde entiteit van een financiële en functionele verantwoording, wordt ten laatste uitbetaald op 31 december 2022.

Art.6. Voor het ontvangen van het saldo dienen de Vlaamse gemeenten of OCMW's ten laatste op 30 juni 2022 de financiële en functionele verantwoording in bij het Agentschap voor Binnenlands Bestuur.
  De functionele verantwoording bestaat uit een overzicht van het aantal toegekende waardebonnen per kwetsbare doelgroep.
  De Vlaamse gemeenten of OCMW's dienen hun financiële en functionele verantwoording in op basis van de digitale rapportering over de reguliere jaarrekening van de jaren 2020 en 2021.
  Als de digitale rapportering onvolledig of onduidelijk is, kan het Agentschap voor Binnenlands Bestuur bijkomende inlichtingen of toelichtingen opvragen.

Art.7. Het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin is belast met de beoordeling van de subsidieaanvraag, vermeld in artikel 4, wat betreft de afbakening van de kwetsbare doelgroepen. Het Agentschap Binnenlands Bestuur is belast met de beoordeling van de andere elementen in de subsidieaanvraag en met de controle van de financiële en functionele verantwoording, vermeld in artikel 6.

Art.8. Met behoud van de toepassing van artikel 13 van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, zal het Agentschap Binnenlands Bestuur de subsidie verminderen of terugvorderen als:
  1° de Vlaamse gemeenten of OCMW's de bepalingen van dit besluit niet naleven;
  2° uit de financiële verantwoording blijkt dat de subsidie groter is dan de gemaakte kosten voor een bestaand of nieuw lokaal waardebonnensysteem, als vermeld in artikel 2, tenzij de terugvordering niet meer dan honderd euro bedraagt.

Art.9. Volgende artikelen zijn van toepassing op de VGC:
  1° Artikel 1, § 1 en § 2, eerste lid;
  2° Artikel 2, eerste en tweede lid, met dien verstande dat "lokaal waardebonnensysteem" wordt gelezen als "voucher-systeem" en "bonnen" als "vouchers";
  3° Artikel 3, met dien verstande dat "Vlaamse gemeenten en OCMW's" wordt gelezen als "VGC" en "bonnen" als "vouchers";
  4° Artikel 4, met dien verstande dat "Vlaamse gemeenten en OCMW's" wordt gelezen als "VGC" en "waardebonnensysteem" als "voucher-systeem";
  5° Artikel 5;
  6° Artikel 6, met dien verstande dat "Vlaamse gemeenten en OCMW's" wordt gelezen als "VGC", "de digitale rapportering" als "het eindverslag" en "waardebonnen" als "vouchers", en waarbij het derde lid wordt vervangen door "De VGC dient zijn verantwoording in onder de vorm van een eindverslag.";
  7° Artikel 7;
  8° Artikel 8, met dien verstande dat "Vlaamse gemeenten en OCMW's" wordt gelezen als "VGC" en "lokaal waardebonnensysteem" als "voucher-systeem".

Art.10. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2020.

Art.11. De Vlaamse minister, bevoegd voor het binnenlands bestuur en het stedenbeleid, de Vlaamse minister, bevoegd voor het welzijn en de armoedebestrijding, de Vlaamse minister, bevoegd voor het budgettair beleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor Brussel, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE.
Art. N.(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 01-09-2020, p. 64528)