10 JULI 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun aan hostels met exploitatiebeperkingen die voortvloeien uit de dringende maatregelen van de Nationale Veiligheidsraad om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij DVR2021-06-25/06, art. 2) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-07-2020 en tekstbijwerking tot 15-01-2021)
Art. 1-3, 3bis, 4-8, 8bis, 9-11
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder:
1° [1 Coronamaatregelen: de maatregelen van de Nationale Veiligheidsraad of het overlegcomité genomen vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus en de daaruit voortvloeiende maatregelen van de bevoegde autoriteiten inzake burgerlijke veiligheid;]1
2° hostels: de hostels die uiterlijk op [2 1 september 2020]2 door Toerisme Vlaanderen overeenkomstig het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies en het decreet van 18 juli 2003 betreffende de verblijven en verenigingen die een werking uitoefenen in het kader van "Toerisme voor Allen" als hostel zijn erkend en als hostel een lopende subsidieovereenkomst hebben vanuit het decreet van 6 juli 2012 houdende subsidiëring van hostels, jeugdverblijfcentra, ondersteuningsstructuren en de vzw Algemene Dienst voor Jeugdtoerisme, of waarvan de uitbating een onderdeel is binnen de lopende subsidieovereenkomst met de ondersteuningsstructuren en de vzw Algemene Dienst voor Jeugdtoerisme;
3° Departement Cultuur, Jeugd en Media: het departement, vermeld in artikel 23, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;
4° Toerisme Vlaanderen: het agentschap, opgericht bij het decreet van 19 maart 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid "Toerisme Vlaanderen".
----------
(1)<BVR 2020-12-11/16, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 11-12-2020>
(2)<BVR 2020-12-11/16, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 11-12-2020>
Art.2. De hostels krijgen een financiële ondersteuning voor de exploitatiebeperkingen ingevolge de coronamaatregelen tijdens de periode vanaf 14 maart tot en met 7 juni 2020, waarbij het subsidiebedrag per hostel wordt bepaald op basis van:
1° het gemiddelde van het aantal overnachtingen per hostel in de periode van 14 maart tot en met 7 juni in de jaren 2017 tot en met 2019;
2° de verhouding van het gemiddelde aantal overnachtingen per hostel ten aanzien het totaal van het gemiddelde aantal overnachtingen van alle hostels samen die overeenkomstig dit besluit in aanmerking komen voor financiële steun;
3° steun die al toegekend of ontvangen is, als dat van toepassing is:
a) het bedrag van de erfpachtvergoeding voor het jaar 2020 die aan Toerisme Vlaanderen verschuldigd is, maar die Toerisme Vlaanderen als eerdere steunmaatregel kwijtgescholden heeft;
b) het bedrag van andere premies die hostels ontvangen als financiële ondersteuning om de gevolgen van de coronamaatregelen op te vangen ongeacht de verstrekker van deze premie voor de periode van 14 maart tot en met 7 juni;
4° de beschikbare kredieten in de begroting.
Art.3. De hostels krijgen een financiële ondersteuning voor de nasleep van de exploitatiebeperkingen ingevolge de coronamaatregelen tijdens de periode vanaf 8 juni tot en met 31 augustus 2020, waarbij het subsidiebedrag per hostel wordt bepaald op basis van:
1° het gemiddelde van het aantal overnachtingen per hostel in de periode vanaf 8 juni tot en met 31 augustus in de jaren 2017 tot en met 2019, waarbij het aantal overnachtingen per hostel in de periode vanaf 8 juni tot en met 31 augustus 2020 in mindering wordt gebracht van het gemiddelde van het aantal overnachtingen per hostel;
2° de verhouding van het gemiddelde aantal overnachtingen per hostel ten aanzien het totaal van het gemiddelde aantal overnachtingen van alle hostels samen die overeenkomstig dit besluit in aanmerking komen voor financiële steun;
3° steun die al toegekend of ontvangen is, als dat van toepassing is:
a) het bedrag van de erfpachtvergoeding voor het jaar 2020 die aan Toerisme Vlaanderen verschuldigd is, maar die Toerisme Vlaanderen als eerdere steunmaatregel kwijtgescholden heeft;
b) het bedrag van andere premies die hostels ontvangen als financiële ondersteuning om de gevolgen van de coronamaatregelen op te vangen ongeacht de verstrekker van deze premie voor de periode van 8 juni tot en met 31 augustus;
4° de beschikbare kredieten in de begroting.
Art.3bis. [1 De hostels krijgen een financiële ondersteuning voor de nasleep van de exploitatiebeperkingen ingevolge de coronamaatregelen tijdens de periode vanaf 1 september tot en met 30 november 2020, waarbij het subsidiebedrag per hostel wordt bepaald op basis van:
1° het gemiddelde van het aantal overnachtingen per hostel in de periode vanaf 1 september tot en met 30 november in de jaren 2017 tot en met 2019, waarbij het aantal overnachtingen per hostel in de periode vanaf 1 september tot en met 30 november 2020 in mindering wordt gebracht van het gemiddelde van het aantal overnachtingen per hostel;
2° de verhouding van het gemiddelde aantal overnachtingen per hostel ten aanzien het totaal van het gemiddelde aantal overnachtingen van alle hostels samen die overeenkomstig dit besluit in aanmerking komen voor financiële steun;
3° steun die al toegekend of ontvangen is, als dat van toepassing is:
a) het bedrag van de erfpachtvergoeding voor het jaar 2020 die aan Toerisme Vlaanderen verschuldigd is, maar die Toerisme Vlaanderen als eerdere steunmaatregel kwijtgescholden heeft;
b) het bedrag van andere premies die hostels ontvangen als financiële ondersteuning om de gevolgen van de coronamaatregelen op te vangen ongeacht de verstrekker van deze premie voor de periode van 1 september tot en met 30 november;
4° de beschikbare kredieten in de begroting.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2020-12-11/16, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 11-12-2020>
Art.4. Het totale budget voor de financiële steun, vermeld in artikel 2 en 3, bedraagt 2.100.000 euro.
Art.5.[1 Hostels die het gemiddelde van het aantal overnachtingen per hostel niet volgens artikel 2, 1°, of artikel 3, 1°, of artikel 3bis, 1° kunnen bepalen, of waarvoor de periode van respectievelijk 14 maart tot en met 7 juni en 8 juni tot en met 31 augustus en 1 september tot en met 30 november van een of meer van de jaren 2017 tot en met 2019 vanwege welbepaalde omstandigheden niet representatief is, bezorgen bij hun aanvraag van financiële ondersteuning, vermeld in artikel 8, eerste lid, een motivering met een voorstel voor hun eigen gemiddelde, met bijbehorende passende bewijsstukken. Wanneer er geen bewijsstukken worden aangereikt, zal het Departement Cultuur, Jeugd en Media of Toerisme Vlaanderen het gemiddelde nemen van vergelijkbare hostels.]1
----------
(1)<BVR 2020-12-11/16, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 11-12-2020>
Art.6. De hostels komen alleen voor financiële ondersteuning in aanmerking als ze alle organisaties die tijdens de periode van 14 maart tot en met 7 juni 2020 een verblijf bij hen boekten, hen daarvoor al een voorschot betaalden en de boeking moesten annuleren ten gevolge van de coronamaatregelen, die voorschotten volledig hebben terugbetaald of in onderlinge overeenkomst de boeking hebben verplaatst.
Art.7. De financiële ondersteuning kan niet worden toegekend aan hostels die zich in een rechtstoestand van ontbinding, stopzetting, faillissement of vereffening bevinden.
Art.8. De hostels dienen een digitale aanvraag tot financiële ondersteuning in bij het Departement Cultuur, Jeugd en Media.
Het Departement Cultuur, Jeugd en Media kondigt de oproep en de mogelijkheid van financiële ondersteuning op zijn website aan. Voor de financiële ondersteuning voor enerzijds de periode vanaf 14 maart tot en met 7 juni 2020 en anderzijds de periode vanaf 8 juni tot en met 31 augustus is er een afzonderlijke oproep en aanvraagmogelijkheid.
De leidend ambtenaar van het Departement Cultuur, Jeugd en Media bepaalt per periode de uiterste indieningsdatum voor de aanvraag, waarbij de indieningstermijn minimaal vijftien dagen en maximaal dertig dagen bedraagt.
Het Departement Cultuur, Jeugd en Media onderzoekt elke subsidieaanvraag op de naleving van de voorwaarden die zijn opgelegd bij dit besluit. De leidend ambtenaar van het Departement Cultuur, Jeugd en Media beslist over de toekenning en het bedrag van de financiële ondersteuning. Aan de leidend ambtenaar wordt daarvoor delegatie verleend, ongeacht de hoogte van het subsidiebedrag.
Het Departement Cultuur, Jeugd en Media bezorgt een kennisgeving van de beslissing, vermeld in het vierde lid, aan de subsidieaanvrager, hetzij schriftelijk hetzij elektronisch, hetzij een combinatie van beide.
Als de leidend ambtenaar van het Departement Cultuur, Jeugd en Media beslist om een financiële ondersteuning toe te kennen, betaalt het Departement Cultuur, Jeugd en Media het subsidiebedrag uit op het rekeningnummer van de hostels, dat ze in de aanvraag vermeld hebben.
Art.8bis. [1 In afwijking van artikel 8 dienen de hostels voor de periode van 1 september tot en met 30 november een aanvraag tot financiële ondersteuning via het digitale loket van Toerisme Vlaanderen in.
Toerisme Vlaanderen kondigt de oproep tot aanvraagmogelijkheid op haar website aan. Toerisme Vlaanderen bepaalt per periode de uiterlijke indieningsdatum voor de aanvraag, waarbij de indieningstermijn minimaal tien dagen en maximum dertig dagen bedraagt.
Toerisme Vlaanderen onderzoekt elke subsidieaanvraag op de naleving van de voorwaarden die zijn opgelegd bij dit besluit en beslist over de toekenning en het bedrag van de financiële ondersteuning. Deze beslissing gebeurt bij besluit van de administrateur-generaal van Toerisme Vlaanderen, die hiervoor delegatie wordt verleend en dit ongeacht de hoogte van het subsidiebedrag.
Toerisme Vlaanderen bezorgt een kennisgeving van de beslissing, vermeld in het derde lid hierboven aan de subsidieaanvrager hetzij schriftelijk hetzij elektronisch hetzij een combinatie van beide.
Als Toerisme Vlaanderen beslist om een financiële ondersteuning toe te kennen, dan betaalt Toerisme Vlaanderen het subsidiebedrag uit op het rekeningnummer van de jeugdverblijven zoals opgegeven bij de aanvraag.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2020-12-11/16, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 11-12-2020>
Art.9.[1 Het Departement Cultuur, Jeugd en Media en Toerisme Vlaanderen kan de waarachtigheid van de bewijsstukken en de andere gegevens die de hostels verstrekt hebben, controleren op basis van administratieve gegevens en van de boekhouding van de hostels, zowel vóór de uitbetaling als tot vijf jaar na de uitbetaling.]1
----------
(1)<BVR 2020-12-11/16, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 11-12-2020>
Art.10. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 10 juli 2020
Art. 11. De Vlaamse minister, bevoegd voor de jeugd, is belast met de uitvoering van dit besluit.