18 JUNI 2020. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van bijzondere machten nr. 35 houdende afwijking van diverse bepalingen met betrekking tot het aanvullend secundair beroepsonderwijs, afdeling verpleegkunde in het kader van de COVID-19 gezondheidscrisis(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 26-06-2020 en tekstbijwerking tot 25-02-2021)
Art. 1-10
Artikel 1. § 1. In afwijking van artikel 3, § 2, tweede lid, van het decreet van 11 mei 2017 betreffende de vierde graad van het aanvullend secundair beroepsonderwijs, afdeling verpleegkunde, kan de klassenraad voor het jaar 2019-2020 de organisatie van andere zittingen toestaan tot uiterlijk 31 oktober 2020.
§ 2. In afwijking van artikel 3, § 2, vierde lid, van hetzelfde decreet beslist de klassenraad voor het schooljaar 2019-2020 voor de overeenkomstig het vorige lid georganiseerde zittingen uiterlijk op 31 oktober 2020 over de uitreiking van het brevet van ziekenhuisverpleegkundige of ziekenhuisverpleegkundige - oriëntatie geestelijke gezondheid en psychiatrie.
Art.2.In afwijking van artikel 3, leden 3 en 5, van hetzelfde decreet is de verdeling per studiejaar van de lestijden van klinische en theoretische opleiding niet van toepassing voor leerlingen die zijn ingeschreven in het eerste, tweede en derde jaar in 2019-2020, en dit tot ze het getuigschrift ziekenhuisverpleegkundige of ziekenhuisverpleegkundige - geestelijke gezondheid en psychiatrische geaardheid hebben behaald, op voorwaarde dat de betrokken leerlingen ten minste voor het eerste jaar zijn geslaagd.
[1 ...]1
[1 ...]1
----------
(1)<BFG 2021-02-11/21, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.3. § 1. In afwijking van punt 1 van eerste lid van artikel 9 van hetzelfde decreet wordt de verplichting om in 2019-2020 theoretische proeven te organiseren afgeschaft voor de eerste en tweedejaars leerlingen. Het is aan de inrichtende machten om te beslissen of zij deze proeven al dan niet handhaven.
Als de theorieproeven worden gehandhaafd, kan een in 2019-2020 gegeven cursus in de volgende jaren worden geëvalueerd voor eerste en tweedejaarsstudenten. Zij moeten aan het einde van de gehele cursus zijn afgerond, op voorwaarde dat de betrokken leerlingen ten minste het eerste jaar van hun opleiding hebben doorlopen.
§ 2. Wanneer de theorieproeven in 2019-2020 worden gehandhaafd, kunnen ze op afstand worden georganiseerd. In dat geval verzoekt de school de leerling uiterlijk tien werkdagen voor de datum waarop de proef moet worden afgelegd, formeel te melden of hij niet in de correcte materiële omstandigheden verkeert om de proef te kunnen afleggen, zodat de school een passende oplossing kan voorstellen.
Art.4. In afwijking van artikel 9, paragraaf 1, punt 2, van hetzelfde decreet wordt de verplichting om in 2019-2020 praktijkproeven te organiseren voor leerlingen van het eerste en tweede leerjaar afgeschaft. Het komt aan de inrichtende machten toe om te beslissen of zij deze tests al dan niet handhaven.
Als de praktijkproeven worden gehandhaafd, kunnen ze in latere jaren worden georganiseerd voor eerste en tweedejaars leerlingen.
Zij moeten aan het einde van de gehele opleiding zijn uitgevoerd, op voorwaarde dat de betrokken leerlingen ten minste het eerste jaar van hun opleiding hebben doorlopen. In dit geval is de in paragraaf 2, punt 2, van hetzelfde artikel bedoelde verdeling van deze proeven per studiejaar niet van toepassing.
Art.5. In afwijking van artikel 10, § 3 van hetzelfde decreet kan de klassenraad in 2019-2020 een leerling die niet voldoet aan de criteria om te slagen, niet tot laureaat verklaren in het derde jaar of in het eindexamen.
Eerste en tweedejaars leerlingen kunnen alleen tot laureaat worden uitgeroepen door de klassenraad als ze een herstelplan hebben om hun vaardigheden te consolideren.
Art.6. In afwijking van artikel 11, paragraaf 1, van hetzelfde decreet, kunnen in de winter-, lente- en zomervakantie stages worden georganiseerd voor leerlingen die in 2019-2020 in de eerste drie jaar van het opleidingsprogramma zijn ingeschreven, zonder dat bij de Minister van Onderwijs om afwijking verzocht hoeft te worden, op voorwaarde dat zij ten minste voor het eerste jaar zijn geslaagd.
In 2019-2020 kan de klassenraad toestaan dat derdejaars leerlingen die de ontbrekende klinische onderwijsuren tijdens de zomervakantie of vóór 31 januari 2021 van het derde aanvullende jaar niet willen of kunnen aanvullen, deze ontbrekende uren na die datum kunnen aanvullen en zo het jaar tussen 1 februari en 30 juni 2021 kunnen aanvullen.
Art.7. In afwijking van artikel 14, punt 2, van hetzelfde decreet mag het aantal leerlingen per verpleger of vroedvrouw in 2020 bij wijze van uitzondering meer dan drie bedragen.
Art.8.
<Opgeheven bij BFG 2021-02-11/21, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.9. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt ondertekend.
Art. 10. De minister bevoegd voor het leerplichtonderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.