29 MEI 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de VLAREME van 28 oktober 2016, wat betreft de derogatie
Art. 1-5
Artikel 1. Aan artikel 5.1.1, § 1, tweede lid, van de VLAREME van 28 oktober 2016, hersteld bij het besluit van de Vlaamse Regering van 25 oktober 2019, worden een punt 9° en een punt 10° toegevoegd, die luiden als volgt:
"9° zich houden aan de maximale bemestingsnormen die gelden voor alle percelen van het bedrijf, vermeld in artikel 5.2.2.3 van dit besluit;
10° de toegang tot zijn percelen toestaan voor bemonsteringen ten behoeve van de monitoring van de derogatie, en de uitvoering van die bemonsteringen niet hinderen als vermeld in artikel 5.4.3.1, § 6, van dit besluit.".
Art.2. Aan hoofdstuk 5, afdeling 2, onderafdeling 2, van hetzelfde besluit, hersteld bij het besluit van de Vlaamse Regering van 25 oktober 2019, wordt een artikel 5.2.2.3 toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 5.2.2.3. Op een individueel perceel landbouwgrond dat tot het bedrijf behoort, wordt de hoeveelheid stikstof uit dierlijke mest die op het betreffende perceel in het jaar in kwestie opgebracht mag worden, beperkt tot de hoeveelheid stikstof, uitgedrukt in kg N uit dierlijke mest per hectare, die op het perceel in kwestie in het jaar in kwestie opgebracht mag worden conform het Mestdecreet van 22 december 2006, met inbegrip van de verhoging voor derogatiepercelen tot de bemestingsnormen, vermeld in artikel 5.2.1.1 van dit besluit, en met uitzondering van de mogelijkheid, vermeld in artikel 13, § 9, tweede lid, van het Mestdecreet van 22 december 2006, om het dubbele van de hoeveelheid stikstof, uitgedrukt in kg N uit dierlijke mest per hectare, op te brengen.".
Art.3. Aan artikel 5.4.3.1 van hetzelfde besluit, hersteld bij het besluit van de Vlaamse Regering van 25 oktober 2019, wordt een paragraaf 6 toegevoegd, die luidt als volgt:
" § 6. De Mestbank kan, om de monitoring van de derogatie goed te kunnen uitvoeren, in haar opdracht en op haar kosten, bemonsteringen van bodem of water laten uitvoeren en analyseren. De Mestbank of de derde die in opdracht van de Mestbank de bemonstering uitvoert, mag daarvoor de percelen landbouwgrond die behoren tot het bedrijf van een landbouwer die derogatie heeft aangevraagd, betreden en bemonsteren.
De landbouwer die derogatie aanvraagt, verleent de toegang tot zijn percelen om de bemonsteringen ten behoeve van de monitoring van de derogatie te kunnen doen en verhindert de uitvoering van de bemonstering niet.".
Art.4. In artikel 5.5.1., eerste lid, van hetzelfde besluit, hersteld bij het besluit van de Vlaamse Regering van 25 oktober 2019, wordt tussen de zinsnede "5.2.1.2, § 4," en de zinsnede "artikel 5.4.1.1," de zinsnede "artikel 5.2.2.3," ingevoegd.
Art. 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, is belast met de uitvoering van dit besluit.