Details





Titel:

19 DECEMBER 2019. - Besluit van de secretaris-generaal van het Departement Cultuur, Jeugd en Media tot subdelegatie van sommige beslissingsbevoegdheden aan het hoofd van het secretariaatspersoneel van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-7
HOOFDSTUK 2. - Delegatie voor de uitvoering van de begroting
Art. 8-9
HOOFDSTUK 3. - Delegatie voor interne organisatie, personeelsmanagement
Art. 10-11
HOOFDSTUK 4. - Delegatie voor overheidsopdrachten
Art. 12
HOOFDSTUK 5. - Bestuurlijke delegatie
Art. 13-14
HOOFDSTUK 6. - Mogelijkheid tot subdelegatie
Art. 15
HOOFDSTUK 7. - Regeling bij vervanging
Art. 16
HOOFDSTUK 8. - Gebruik van de delegaties en verantwoording
Art. 17-20
HOOFDSTUK 9. - Slotbepalingen
Art. 21



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op het secretariaat van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, hierna secretariaat te noemen.
  In afwijking van het eerste lid zijn de beperkingen op de delegaties, vermeld in artikel 13, 1° en 2° en artikel 14 van dit besluit zijn niet van toepassing in zoverre deze bepalingen betrekking hebben op taken vermeld in artikel 3 van het decreet van 30 november 2007 houdende oprichting van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media.
  Beslissingen in verband met het personeel van het secretariaat worden steeds genomen in overleg met de voorzitter en/of het hoofd van het secretariaatspersoneel in zoverre deze beslissingen verband houden met de werking van SARC.

Art.2. In dit besluit wordt verstaan onder:
  1° SARC: Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media;
  2° hoofd van het secretariaatspersoneel: het personeelslid, houder van een managementfunctie van N-niveau, door de Vlaamse Regering belast met de leiding van het secretariaat van de SARC.

Art.3. § 1. De bij dit besluit gedelegeerde beslissingsbevoegdheden worden uitgeoefend binnen de perken en met in achtneming van de voorwaarden en modaliteiten die zijn vastgelegd in de bepalingen van relevante wetten, decreten, besluiten, omzendbrieven, dienstorders en andere vormen van reglementeringen, richtlijnen en beslissingen, alsook van het desbetreffende ondernemingsplan.
  § 2. De bij dit besluit gedelegeerde beslissingsbevoegdheden, kunnen alleen uitgeoefend worden voor de aangelegenheden die tot de taken van het secretariaat behoren.

Art.4. Als in dit besluit de beslissingsbevoegdheid voor bepaalde aangelegenheden expliciet gedelegeerd wordt, strekt de delegatie zich ook uit tot:
  1° de beslissingen die moeten worden genomen in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van de bedoelde aangelegenheden;
  2° de beslissingen van ondergeschikt belang of aanvullende aard die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de bevoegdheid of er inherent deel van uitmaken;
  3° het sluiten van overeenkomsten.

Art.5. De bij dit besluit verleende delegaties hebben zowel betrekking op de apparaatskredieten als op de beleidskredieten.

Art.6. Als het gebruik van de bij dit besluit verleende delegaties gepaard gaat met het plaatsen van een overheidsopdracht, gelden de bepalingen van artikel 12.

Art.7. De bedragen, vermeld in dit besluit, zijn exclusief de belasting over de toegevoegde waarde.

HOOFDSTUK 2. - Delegatie voor de uitvoering van de begroting
Art.8. § 1. Het hoofd van het secretariaatspersoneel heeft delegatie om, in het kader van de uitvoering van de begroting en binnen de perken van de in de begroting vastgestelde kredieten, beslissingen te nemen over het aangaan van verbintenissen en het nemen van de eraan verbonden vastleggingen, het goedkeuren van verplichtingen en de eruit voortvloeiende uitgaven en betalingen, het vaststellen van vorderingen en het verkrijgen van ontvangsten en inkomsten voor die opdrachten hun toevertrouwd.
  § 2. Met betrekking tot de niet aan het hoofd van het secretariaatspersoneel gedelegeerde aangelegenheden, waarvoor de beslissing bij de Vlaamse Regering, de minister, de secretaris-generaal of een ander orgaan berust, heeft de delegatie, vermeld in paragraaf 1, betrekking op de administratieve beslissingen en handelingen die, in het kader van de ontvangsten- en uitgavencyclus, noodzakelijk zijn voor de voorbereiding en de uitvoering van de beslissing van de Vlaamse Regering, de minister, de secretaris-generaal of het andere orgaan.

Art.9. De delegatie aan het hoofd van het secretariaatspersoneel geldt met behoud van de toepassing van de bevoegdheden en opdrachten van de andere actoren in de ontvangsten- en uitgavencyclus, en met behoud van de toepassing van de verplichting tot het instellen van een functiescheiding bij de inrichting van de processen voor de financiële afhandeling van dossiers.

HOOFDSTUK 3. - Delegatie voor interne organisatie, personeelsmanagement
Art.10. Het hoofd van het secretariaatspersoneel heeft delegatie om beslissingen te nemen over de dagelijkse organisatie van de werkzaamheden en het goed functioneren van het secretariaat binnen het afsprakenkader van de missie en visie en de governance nota van het departement.

Art.11. Het hoofd van het secretariaatspersoneel heeft delegatie om:
  1° verlof toe te staan aan het personeel van het secretariaat, behoudens de verloven waarvoor het Vlaams personeelsstatuut bepaalt dat ze door de minister worden toegestaan. Voor langdurige verloven die geen recht zijn, is het voorafgaande akkoord van de secretaris-generaal vereist;
  2° toe te staan dat het personeel van de eigen afdeling, dat door ziekteverlof niet in staat was om tijdens het lopende kalenderjaar al de jaarlijkse vakantiedagen op te nemen, maximaal dertien bijkomende dagen jaarlijkse vakantiedagen overdraagt naar het volgende kalenderjaar overeenkomstig deel X van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid;
  3° regularisatieformulieren goed te keuren over de werktijdregeling van het personeel van het secretariaat;
  4° afwezigheden wegens telewerk en de aanvraagdossiers voor telewerk goed te keuren voor het personeel van het secretariaat. De goedgekeurde aanvraagdossiers voor telewerk worden ter operationalisering doorgestuurd naar de algemeen directeur;
  5° staten van verschuldigde sommen betreffende presentiegelden, reis- en verblijfkosten, maaltijdvergoedingen en andere voorgeschoten bedragen goed te keuren als ze betrekking hebben op het personeel van het secretariaat en van de externen als ze verband houden met de werking van de SARC.

HOOFDSTUK 4. - Delegatie voor overheidsopdrachten
Art.12. § 1. Het hoofd van het secretariaatspersoneel heeft delegatie om overheidsopdrachten, prijsvragen en raamovereenkomsten te plaatsen tot een bedrag dat de bedragen, vermeld in de volgende tabel, niet bereikt:


 Openbare of niet openbare procedure Mededingingsprocedure met onderhandeling, (vereenvoudigde) onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging, vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking, concurrentiegerichte dialoog en innovatiepartnerschap Onderhandelings-
  procedure zonder voorafgaande bekendmaking en de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging
Werken 150.000 150 000 139.000
Leveringen 150.000 150 000 139.000
Diensten 139.000 139.000 139.000
Voor de toepassing van het eerste lid hebben de grensbedragen betrekking op:
  1° de geraamde waarde van de opdracht voor:
  a) alle voorbereidende beslissingen, waaronder minstens de principiële beslissing tot uitvoering van de opdracht, de keuze van de gunningsprocedure, de goedkeuring van de opdrachtdocumenten en de selectiebeslissing;
  b) de beslissing tot niet-plaatsing;
  2° het goed te keuren offertebedrag voor de gunningsbeslissing.
  Het hoofd van het secretariaatspersoneel heeft naast de delegatie, vermeld in het eerste lid, delegatie om overheidsopdrachten van beperkte waarde die tot stand komen met aanvaarde factuur als vermeld in artikel 92 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, te plaatsen.
  Het hoofd van het secretariaatspersoneel heeft delegatie, om binnen de bedragen vermeld in de tabel in het eerste lid, opdrachten te plaatsen in het kader van een raamovereenkomst, binnen het voorwerp en de bepalingen ervan.
  Het hoofd van het secretariaatspersoneel heeft delegatie om tot een bedrag dat lager is dan 139.000 euro overeenkomsten te sluiten die niet als een overheidsopdracht worden gekwalificeerd.
  § 2. Als het hoofd van het secretariaatspersoneel voor een bepaalde overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst delegatie heeft om de gunningsbeslissing te nemen, heeft die ook delegatie om de beslissingen te nemen over de uitvoering van die overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst, ongeacht de financiële weerslag ervan
  Als het hoofd van het secretariaatspersoneel voor een bepaalde overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst geen delegatie hebben om de gunningsbeslissing te nemen, heeft het hoofd toch delegatie om de beslissingen te nemen over de uitvoering van de overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst binnen het wettelijke kader en tot een gezamenlijke maximale financiële weerslag van 15 % van het oorspronkelijke opdrachtbedrag.
  De delegaties, vermeld in deze paragraaf, gelden ook voor overeenkomsten die niet als een overheidsopdracht worden gekwalificeerd.

HOOFDSTUK 5. - Bestuurlijke delegatie
Art.13. Het hoofd van het secretariaatspersoneel heeft delegatie om:
  1° de dagelijkse briefwisseling die verband houdt met zijn of haar opdracht, te ondertekenen, met behoud van de toepassing van de bijzondere regeling die geldt voor de antwoorden op brieven aan het Rekenhof over de door het Rekenhof geformuleerde opmerkingen. Onder dagelijkse briefwisseling wordt verstaan de schriftelijke of elektronische communicatie ter uitvoering van beslissingen, genomen door het bevoegde bestuursorgaan of zijn gedelegeerde;
  2° de nota's te ondertekenen, exclusief de nota's en de brieven aan de provinciegouverneurs, de Permanente Vertegenwoordiger bij de Europese Commissie, ambassadeurs en leidend ambtenaren. Zijn ook uitgesloten nota's aan de Inspectie van Financiën en aan een of meerdere leden van de verschillende regeringen van het land, met een nieuw of strategisch initiatief. Onder nieuw of strategisch initiatief wordt bijvoorbeeld verstaan: nieuwe regelgeving, voorstel van beslissing bij een subsidieronde, evaluatie van het beleid. De nota's aan de Inspectie van Financiën die alleen kaderen in de procedure voor het agenderen op de Vlaamse Regering en geen nieuw of strategisch initiatief bevatten zijn niet uitgesloten;
  3° gewone en aangetekende zendingen die bestemd zijn voor de SARC in ontvangst te nemen, met uitzondering van de dagvaardingen, betekend aan de Vlaamse Gemeenschap;
  4° uittreksels en afschriften van documenten die verband houden met de taken van de SARC eensluidend te verklaren en af te leveren.

Art.14. Het hoofd van het secretariaatspersoneel heeft delegatie om beslissingen te nemen over de openbaarheid van bestuursdocumenten, na het inwinnen van juridisch advies.

HOOFDSTUK 6. - Mogelijkheid tot subdelegatie
Art.15. § 1. Met het oog op een efficiënte en resultaatgerichte interne organisatie kan het hoofd van het secretariaatspersoneel een deel van de gedelegeerde aangelegenheden verder subdelegeren aan personeelsleden van het departement die onder zijn hiërarchisch gezag staan, tot op het meest functionele niveau.
  § 2. De subdelegaties worden vastgelegd in een besluit van het hoofd van het secretariaatspersoneel. Het besluit wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
  Een afschrift van het besluit wordt aan de minister bezorgd.

HOOFDSTUK 7. - Regeling bij vervanging
Art.16. De bij dit besluit verleende delegaties worden ook verleend aan het personeelslid dat met de waarneming van de functie is belast of dat het hoofd van het secretariaatspersoneel vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering.
  In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering plaatst het betrokken personeelslid, boven de vermelding van zijn graad en handtekening, de formule "Voor het hoofd van het secretariaatspersoneel, afwezig".

HOOFDSTUK 8. - Gebruik van de delegaties en verantwoording
Art.17. Het hoofd van het secretariaatspersoneel neemt de nodige zorgvuldigheid in acht bij het gebruik van de verleende delegaties.

Art.18. Het hoofd van het secretariaatspersoneel is ten aanzien van de secretaris-generaal verantwoordelijk voor het gebruik van de verleende delegaties. Die verantwoordelijkheid betreft ook de aangelegenheden waarvoor de beslissingsbevoegdheid door de hen is gesubdelegeerd aan andere personeelsleden.

Art.19. Over het gebruik van de verleende delegaties wordt periodiek verantwoording afgelegd met een rapport dat door het hoofd van het secretariaatspersoneel aan de secretaris-generaal wordt voorgelegd.
  Het rapport bevat de nodige informatie over de beslissingen die met toepassing van de verleende delegaties in de periode in kwestie zijn genomen.
  De informatie die in het rapport verstrekt wordt, is exact, toereikend en ter zake dienend. Het rapport is niet overmatig, op een degelijke wijze gestructureerd en op een toegankelijke wijze voorgesteld.
  Voor alle aangelegenheden wordt informatie op geaggregeerd niveau verstrekt. Daarnaast wordt, voor de aangelegenheden waarvoor dat relevant en aangewezen is, ook informatie op het niveau van afzonderlijke en individuele onderwerpen en dossiers opgenomen.
  De secretaris-generaal stelt, in overleg met het hoofd van het secretariaatspersoneel, vast met welke periodiciteit het rapport wordt voorgelegd.
  De secretaris-generaal kan nadere instructies geven over de concrete informatie die per gedelegeerde aangelegenheid in het rapport verstrekt moet worden en een verplicht te volgen schema voor de rapportering vaststellen.

Art.20. § 1. De secretaris-generaal kan, buiten de verplichte periodieke rapportering, op ieder ogenblik aan het hoofd van het secretariaatspersoneel verantwoording vragen over het gebruik van de delegatie in een bepaalde aangelegenheid.
  § 2. De secretaris-generaal heeft het recht om de verleende delegaties tijdelijk, geheel of gedeeltelijk op te heffen.
  In voorkomend geval worden de beslissingen over de aangelegenheden waarvoor de delegatie is opgeheven, genomen door de secretaris-generaal.

HOOFDSTUK 9. - Slotbepalingen
Art. 21. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.