22 AUGUSTUS 2019. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van artikel 3bis van het decreet van 19 maart 2009 betreffende de instandhouding van het gewestelijke openbaar wegen- en waterwegendomein(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-12-2019 en tekstbijwerking tot 17-11-2023)
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Afdeling 1. - Begripsomschrijvingen en toepassingsgebied
Art. 1-2
Afdeling 2. - SIABIS+-platform
Art. 3
Afdeling 3. - Aanrijtijden op de plaats van interventie
Art. 4
Afdeling 4. - Types opdrachten
Art. 5-9
Afdeling 5. - Verbintenissen
Art. 10
Afdeling 6. - Facturering
Art. 11
Afdeling 7. - Opvolgingscomité
Art. 12
HOOFDSTUK II. - SIABIS+-erkenning
Art. 13-16
HOOFDSTUK III. - Tekortkomingen, inbreuken, klachten en sancties
Art. 17-18
HOOFDSTUK IV. - SLOTBEPALINGEN
Art. 19-20
BIJLAGEN.
Art. N1-N3
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Afdeling 1. - Begripsomschrijvingen en toepassingsgebied
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder :
1° het decreet van 19 maart 2009 : het decreet van 19 maart 2009 betreffende de instandhouding van het gewestelijke openbaar wegen- en waterwegendomein;
2° [1 de Minister: de Minister bevoegd voor Infrastructuur]1;
3° de Administratie : de diensten van de Waalse Overheidsdienst Mobiliteit en Infrastructuur;
4° de hulpverlener : de verzekeringsmaatschappij of de automobielclub gespecialiseerd in de hulpverlening en repatriëring van de gebruikers en van hun voertuigen;
5° de Wegpolitie : de Directie Wegpolitie van het Directoraat-generaal van de administratieve politie van de Federale politie;
6° de SOFICO : de "Société wallonne de Financement complémentaire des Infrastructures" (Waalse Maatschappij voor de aanvullende financiering van de infrastructuren);
7° het CIC : het communicatie- en informatiecentrum van de Federale politie;
8° het PEREX-centrum : het centrum belast met de permanente exploitatie van het Waalse autosnelweg- en wegennet.
----------
(1)<BWG 2023-08-24/05, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 27-11-2023>
Art.2. Het hulpverleningssysteem bedoeld in artikel 3bis van het decreet van 19 maart 2009 heeft betrekking op de wegen en snelwegen vermeld op de lijst in bijlage 1.
De takelbedrijven en hun personeel die ter plaatse interventies uitvoeren die niet over de geldige SIABIS+-erkenning beschikken, mogen niet op dit netwerk tussenkomen.
Afdeling 2. - SIABIS+-platform
Art.3. De interventies voor het takelen van voertuigen met een maximaal toegelaten massa van minder dan 3,5 ton en het weghalen van voorwerpen die het verkeer belemmeren worden enkel uitgevoerd via het enig SIABIS+-platform.
Dit platform is een IT-instrument die door de hulpverleners ter beschikking van de overheid gesteld worden. Het maakt het organiseren van snelle interventies op het netwerk mogelijk door de aanstelling van een hulpverlener die de takelopdracht aan een takelbedrijf toevertrouwt die over de SIABIS+-erkenning beschikt in de buurt van de plaats van de interventie.
Dit platform is een open dienstverlening, in die zin dat elke hulpverlener zijn toetreding kan aanvragen op voorwaarde dat hij bijstand verleent aan gebruikers en hun voertuigen op het ganse in artikel 2 bedoelde wegennet.
Afdeling 3. - Aanrijtijden op de plaats van interventie
Art.4.De opdracht start vanaf het moment dat een operator van het CIC of het PEREX-centrum de hulpverlener opbelt [1 of door de operator van het CIC of het PEREX-centrum]1.
Het door de hulpverlener gecontacteerde takelbedrijf geeft onmiddellijk aan of het al dan niet beschikbaar is.
[1 De operator van het CIC of PEREX-centrum wijst een beschikbaar takelbedrijf aan om ter plaatse te gaan en de betreffende opdracht uit te voeren]1.
[1 Behalve in uitzonderlijke omstandigheden die gemotiveerd dienen te worden, bedraagt de maximumtermijn waarin de eerste interventievoertuig op de plaats van de interventie moet toekomen 25 minuten, vanaf de ontvangst van de oproep van het CIC of het PEREX-centrum door de hulpverlener of het takelbedrijf als de oproep rechtstreeks wordt gedaan. . Indien een tweede interventievoertuig nodig is, mag dit tweede interventievoertuig niet later toekomen dan 40 minuten na de ontvangst van de oproep van het CIC of het PEREX-centrum door de hulpverlener of het takelbedrijf als de oproep rechtstreeks wordt gedaan]1.
Die termijnen zijn niet van toepassing wat betreft de evacuatie van de voertuigen die zich binnen rustzones of parkeerterreinen bevinden.
Het takelbedrijf stelt het PEREX-centrum in kennis van zijn aankomst op de plaats van de interventie en van zijn vertrek zodra de interventie voltooid is, overeenkomstig de door de Minister of zijn afgevaardigde bepaalde modaliteiten.
----------
(1)<BWG 2023-08-24/05, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 27-11-2023>
Afdeling 4. - Types opdrachten
Art.5. Wanneer het voertuig met pech door het SIABIS+-systeem geïdentificeerd wordt, voert het takelbedrijf de takelopdracht overeenkomstig de geldende overeenkomsten met de hulpverleners uit.
In de andere gevallen zal het takelbedrijf zorgen voor de inzittenden van het voertuig waarvoor het takelen geregeld wordt en hun bagage. Het voertuig wordt met de instemming van de geholpen persoon overgebracht naar:
1° de opslagplaats van het takelbedrijf;
2° de eerstvolgende afrit van de autosnelweg of soortgelijke weg, op een veilige plaats die aan de voorschriften van de Wegcode voldoet;
3° een dichtstbijzijnde veilige plaats die aan de voorschriften van de Wegcode voldoet;
4° een andere plaats die de geholpen persoon mits toeslag verzocht heeft.
Het takelbedrijf zorgt voor de reiniging van de weg, ook in geval van verlies van olie of andere vloeistoffen. Indien zijn uitrusting onvoldoende is, verwittigt het bedrijf onmiddellijk het PEREX-centrum.
Voor dit type interventie kan de ter plaatse aanwezige Wegpolitie een signalisatievoertuig aanvragen om de interventiezone te beveiligen.
Het takelbedrijf biedt gebruikers sanitaire voorzieningen met toiletten en een wastafel die schoon zijn.
Het takelbedrijf is toegankelijk tijdens de normale kantooruren voor klanten en politiediensten, met name voor de teruggave van voertuigen en voorwerpen.
Art.6. Wanneer het verongelukte voertuig door het SIABIS+-systeem geïdentificeerd wordt, voert het takelbedrijf de takelopdracht overeenkomstig de geldende overeenkomsten met de hulpverleners uit.
In de andere gevallen wordt het voertuig naar de opslagplaats van het takelbedrijf overgebracht.
Het takelbedrijf verwijdert het puin en de accessoires die uit het voertuig zijn gevallen.
Het takelbedrijf zorgt voor de reiniging van de weg, ook in geval van verlies van olie of andere vloeistoffen. Indien zijn uitrusting onvoldoende is, verwittigt het bedrijf onmiddellijk het PEREX-centrum.
Voor dit type interventie wordt een signalisatievoertuig systematisch aangevraagd om de interventiezone te beveiligen, behoudens andersluidend advies van de ter plaatse aanwezige Wegpolitie.
Het takelbedrijf zorgt voor de ongedeerde inzittenden van het voertuig waarvoor het takelen geregeld wordt. Ze worden met hun instemming overgebracht naar:
1° het depot van het takelbedrijf;
2°de eerstvolgende afrit van de autosnelweg of soortgelijke weg, op een veilige plaats die aan de voorschriften van de Wegcode voldoet;
3° een dichtstbijzijnde veilige plaats die aan de voorschriften van de Wegcode voldoet;
4° een andere plaats die de geholpen persoon mits toeslag verzocht heeft.
Het takelbedrijf biedt gebruikers sanitaire voorzieningen met toiletten en een wastafel die schoon zijn.
Het takelbedrijf is toegankelijk tijdens de normale kantooruren voor klanten en politiediensten, met name voor de teruggave van voertuigen en voorwerpen.
Art.7. Het ophalen van voorwerpen bestaat uit de evacuatie van ladingsverliezen of voorwerpen op de rijbaan waarvan het volume niet hoger is dan 1 m3. Dit geldt niet voor de verwijdering van krengen van dieren.
Wanneer het voorwerp te groot of te zwaar is om vervoerd te worden of wanneer de uitrusting onvoldoende is, verwittigt het takelbedrijf onmiddellijk het PEREX-centrum en vervult het zijn signalisatieopdracht.
Voor dit type interventie kan de ter plaatse aanwezige Wegpolitie een signalisatievoertuig aanvragen om de interventiezone te beveiligen.
Het takelbedrijf zorgt voor de reiniging van de weg.
Het takelbedrijf legt de opgehaalde voorwerpen aan de eerstvolgende afrit weg. Deze opslag vindt op gepaste wijze plaats zodat de voorwerpen op een veilige plaats liggen en niet het risico lopen weer op de rijbaan te liggen.
Zodra de voorwerpen weggelegd zijn brengt het takelbedrijf het PEREX-centrum daarvan op de hoogte met het oog op de evacuatie van de voorwerpen door de wegbeheerder.
Art.8. De bewegwijzering komt overeen met de aanwezigheid ter plaatse van een signalisatievoertuig dat naast of onafhankelijk van de takelwagen of in geval van een operationele noodsituatie aangevraagd is.
Het gemachtigd takelbedrijf stuurt het signalisatievoertuig binnen 25 minuten ter plaatse. Krachtens de bepalingen van artikel 4 is het signalisatievoertuig normaliter het voertuig dat het eerste op de plaats van de interventie toekomt.
Het signalisatievoertuig vertrekt enkel wanneer de opdrachten met betrekking tot signalisatie, takelen, evacuatie van de verongelukte voertuigen en van voorwerpen volbracht zijn.
Wanner de Wegpolitie ter plaatse is mag het signalisatievoertuig enkel na diens toestemming vertrekken.
De Wegpolitie kan de operationele hoogdringendheid inroepen wanneer de situatie aan de volgende criteria voldoet:
1° het voorval is het onderwerp van ten minste één ernstige melding met relevante risico's voor de personen en waarvoor geen nummerplaat van een betrokken voertuig op het moment van de oproep doorgegeven kan worden;
2° het voorval leidt ofwel tot het verhinderen van een of meer rijstroken, waarbij de pechstrook niet inbegrepen is, door een of meer geïmmobiliseerde voertuigen, ofwel tot de aanwezigheid van voertuigen die in de verkeerde richting van de rijbaan zijn geïmmobiliseerd, waarbij de pechstrook inbegrepen is;
3° geen ploeg van de Wegpolitie kan binnen 25 minuten ter plaatse toekomen, te rekenen vanaf het toekennen van een opdracht door het CIC, met betrekking tot dit voorval, aan een ploeg van de Wegpolitie.
De opdracht wordt in dat geval toegekend krachtens de modaliteiten betreffende een voertuig dat door het SIABIS+-systeem niet geïdentificeerd wordt.
Art.9.Achtergelaten voertuigen die geen voorwerp zijn van een vordering, worden geëvacueerd naar het depot van de gemeente waar het goed werd gevonden overeenkomstig de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen tot uitzetting.
Na een ter plaatse uitgevoerde controle door de Wegpolitie, verzoekt het CIC of de Administratie de evacuatie van het achtergelaten voertuig via het SIABIS+-platform, [1 vóór 11 uur]1, van maandag tot en met vrijdag behalve op feestdagen, met vermelding van het depot. Het aangeduide takelbedrijf zorgt ervoor om het voertuig te verwijderen en om het op dezelfde dag binnen de openingstijden naar het gemeentelijk depot over te brengen.
Indien de ligging van het achtergelaten voertuig als een gevaarlijke plaats beschouwd wordt, kan de Wegpolitie het verwijderen van het voertuig verzoeken krachtens dezelfde procedure als die voor de voertuigen met pech of de verongelukte voertuigen.
Als het gemeentelijk depot gesloten is, wordt het voertuig dan naar het depot van het takelbedrijf weggebracht en op de eerstvolgende werkdag overgebracht naar het gemeentelijk depot. In dat geval is de tweede handeling ook betalend.
----------
(1)<BWG 2023-08-24/05, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 27-11-2023>
Afdeling 5. - Verbintenissen
Art.10. De hulpverleners en de takelbedrijven voldoen aan de in bijlage 2 vermelde vereisten. Deze bijlage wordt op de website van de Administratie bekendgemaakt.
De takelbedrijven passen de wettelijke beginselen en interventiemodaliteiten toe die zij tijdens de in artikel 13, vierde lid, en artikel 14, § 3 bedoelde informatiesessies aangeleerd hebben.
Afdeling 6. - Facturering
Art.11.De hulpverleners en de takelbedrijven passen de in bijlage 3 omschreven tarieven, [1 alle belastingen inbegrepen]1, toe in geval van een voertuig met pech of een verongelukte voertuig dat niet door een bijstandsverzekering gedekt wordt, in geval van een achtergelaten voertuig, bewegwijzering en verwijderen van voorwerpen op het in artikel 2 bedoelde wegennet.
De factuur voor de takelkosten wordt naar de bestuurder van het verongelukte of voertuig met pech gestuurd. De signalisatiekosten worden verhoudingsgewijs onder de bestuurders van alle betrokken voertuigen verdeeld.
De facturen met betrekking tot de achtergelaten voertuigen en het verwijderen van voorwerpen worden naar de SOFICO gestuurd.
Vanaf 1 januari 2021 en om de twee jaar bepaalt de Minister de bedragen van de tarievenrooster in functie van de evolutie van de brandstof-, arbeids-, verzekerings- en voertuigskosten.
De Minister of diens afgevaardigde bepaalt de facturatiemodaliteiten, inclusief de interventieverslagen en de bijkomende informatie nodig voor de traceerbaarheid en de verificatie van de goede uitvoering van de interventie.
----------
(1)<BWG 2023-08-24/05, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 27-11-2023>
Afdeling 7. - Opvolgingscomité
Art.12.Het opvolgingscomité is verantwoordelijk voor de coördinatie en de opvolging van de activiteiten alsook het onderzoek van de vastgestelde tekortkomingen en inbreuken.
Het opvolgingscomité bestaat uit een vertegenwoordiger van elke hieronder vermelde entiteit:
1° één vertegenwoordiger per hulpverlener;
2° één vertegenwoordiger van de Beroepsverening van de Verzekeringsondernemingen ASSURALIA;
3° één vertegenwoordiger van de federatie van de autosector en de aanverwante sectoren TRAXIO;
4° één vertegenwoordiger van de Wegpolitie;
5° één vertegenwoordiger van de SOFICO;
6° één vertegenwoordiger van de Administratie.
De vertegenwoordiger van elke entiteit wordt op voorstel van de entiteit door de Minister aangewezen.
Dit comité vergadert [1 , fysiek of op afstand,]1 eenmaal per kwartaal of op verzoek van één van zijn leden. De beslissingen, inclusief de voorstellen tot sanctie, worden bij meerderheid van de stemmen van de aanwezige leden genomen. De Administratie is belast met het secretariaat van dit comité.
Het opvolgingscomité stelt zijn huishoudelijk reglement op.
----------
(1)<BWG 2023-08-24/05, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 27-11-2023>
HOOFDSTUK II. - SIABIS+-erkenning
Art.13.De [1 minister]1 [1 of zijn afgevaardigde]1 verleent een SIABIS+-erkenning aan de takelbedrijven die op het in artikel 2 bedoelde wegennet actief zijn.
Om de SIABIS+-erkenning te krijgen voldoet het takelbedrijf aan de sociale en fiscale verplichtingen en aan de verplichtingen om gedekt te worden door een verzekering burgerrechtelijke aansprakelijkheid met betrekking tot de exploitatie van takel- en sleepverrichtingen, signalisatie, vervoer van voorwerpen, exploitatie van een bewakingsdienst voor voertuigen, vervoer van de inzittenden van getakelde voertuigen alsook de dekking van arbeidsongevallen van zijn personeel in dienst.
Het bedrijf kan bewijzen dat het over de uit te voeren middelen beschikt overeenkomstig artikel 10, lid 1, en dat het over de nodige beroepsbekwaamheid beschikt.
Het personeel dat op het terrein in actie komt, beschikt altijd over zijn attest met persoonsgegevens afgegeven door een instelling aangewezen door de Administratie. Dit attest dient op verzoek van eender welke Wegpolitieagent worden voorgelegd.
[1 Voor nieuwe takeldiensten in het proces van het verkrijgen van erkenning worden de attesten afgegeven aan het personeel dat de opleiding heeft voltooid op hetzelfde moment dat de erkenning wordt afgegeven door de minister of zijn afgevaardigde.
Het personeel dat voor een bedrijf werkt dat al is erkend, kan zijn attest direct na de opleiding ontvangen.]1
----------
(1)<BWG 2023-08-24/05, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 27-11-2023>
Art.14. § 1. Het takelbedrijf dient per aangetekende brief zijn aanvraag tot SIABIS+-erkenning in bij de Administratie.
De erkenningsaanvraag omvat de volgende vermeldingen:
1° de naam en contactgegevens van de aanvrager;
2° in het geval van een rechtspersoon, zijn precieze identificatie, zijn status en het adres van de griffie van de Ondernemingsrechtbank waar het dossier van de rechtspersoon ingediend is;
3° de titels, kwalificaties en referenties van de aanvrager en van het personeel dat door een arbeidsovereenkomst met hem is verbonden en van eventuele onderaannemers;
4° de technische middelen waarover de aanvrager beschikt alsook de conformiteitsattesten van die middelen;
5° de hulpverlener voor wie het aangewezen wordt om takelverrichtingen uit te voeren op het in artikel 2 bedoelde wegennet.
§ 2. Binnen twintig dagen na ontvangst van het verzoek overeenkomstig paragraaf 1 stelt de Administratie de aanvrager in kennis van het volgende, hetzij:
1° de ontvankelijkheid en de volledigheid van zijn aanvraag;
2° de onontvankelijkheid van de erkenningsaanvraag, wanneer deze onvolledig of niet conform is.
In het in lid 1, 2°, bedoelde geval vermeldt het schrijven de inlichtingen en documenten die ontbreken om de aanvraag volledig en conform te maken. De aanvrager beschikt over twintig dagen vanaf de datum van ontvangst van het schrijven met vermelding van de ontbrekende inlichtingen en documenten om de Administratie de aanvullende informatie te verstrekken.
De termijnen worden tijdens de perioden van 16 juli tot 15 augustus en van 24 december tot 2 januari opgeschort.
§ 3. Binnen negentig dagen na de verzending van de kennisgeving van de ontvankelijkheid van de aanvraag roept de Administratie de aanvrager en zijn personeel dat op het terrein werkzaam is op voor de informatievergadering die door een door de Administratie aangewezen instelling georganiseerd wordt. Die termijn wordt tijdens de perioden van 16 juli tot 15 augustus en van 24 december tot 2 januari opgeschort.
Een individueel attest wordt aan elke deelnemer van die informatiesessie door die door de Administratie aangewezen instelling overhandigd.
Tijdens de informatiesessie of op enig ander tijdstip controleert die door de Administratie aangewezen instantie het materiaal en de conformiteit ervan met betrekking tot bijlage 2.
§ 4. Binnen honderdtwintig dagen na verzending van de kennisgeving van de ontvankelijkheid van de aanvraag stelt de Minister de aanvrager in kennis van zijn besluit om al dan niet de SIABIS+-erkenning toe te kennen. Die termijn wordt tijdens de perioden van 16 juli tot 15 augustus en van 24 december tot 2 januari opgeschort.
De lijst van de SIABIS+-erkenningen wordt op de website van de Administratie bekendgemaakt.
Art.15. Indien één van de elementen vermeld in de erkenningsaanvraag gewijzigd wordt, stelt de houder van de erkenning de Administratie onmiddellijk daarvan in kennis.
Art.16. De erkenning mag niet overdragen worden maar kan gewijzigd, ingetrokken of opgeschort worden in de volgende gevallen:
1° in voorkomend geval wanneer één van de in de erkenningsaanvraag vermelde elementen gewijzigd is;
2° wanneer de erkenningscriteria niet meer vervuld zijn;
3° wanneer de kwaliteit van de interventies van de houder van de erkenning ontoereikend is en het voorwerp is geweest van een verslag dat door de ambtenaren van de Administratie of de Wegpolitie behoorlijk opgesteld is.
HOOFDSTUK III. - Tekortkomingen, inbreuken, klachten en sancties
Art.17. § 1. Alle tekortkomingen en inbreuken maken het voorwerp van een progressieve sanctie uit, gaande van een waarschuwing tot een tijdelijke of permanente schorsing alsook een boete overeenkomstig artikel 5, § 1, 2°, van het decreet van 19 maart 2009.
De cumulatie van tekortkomingen, inbreuken en sancties is mogelijk.
De sancties zijn de volgende :
Tekortkomingen en inbreuken | Sancties |
Niet-naleving van het vereiste materiaal | 1° een waarschuwing van de Minister of zijn afgevaardigde aan het takelbedrijf en de eis om de situatie binnen de week recht te zetten; 2° een schorsing van 3 maanden van het takelbedrijf door de Minister of zijn afgevaardigde indien dezelfde overtreding binnen 6 maanden vastgesteld wordt; 3° een definitieve schorsing van het takelbedrijf door de Minister of zijn afgevaardigde in geval van recidive. |
Strafbaar feit | Naast het feit dat de Wegpolitie voor het misdrijf in kwestie een proces-verbaal opmaakt: 1° een waarschuwing van de Minister of zijn afgevaardigde aan het takelbedrijf; 2° een schorsing van 3 maanden van het takelbedrijf door de Minister of zijn afgevaardigde indien dezelfde overtreding binnen 6 maanden vastgesteld wordt; 3° een definitieve schorsing van het takelbedrijf door de Minister of zijn afgevaardigde in geval van recidive. |
Niet nageleefde tarievenrooster | 1° de onmiddellijke terugbetaling van de klant door het takelbedrijf en een waarschuwing van de Minister of zijn afgevaardigde aan het takelbedrijf; 2° de onmiddellijke terugbetaling van de klant en een schorsing van 3 maanden van het takelbedrijf door de Minister of zijn afgevaardigde indien dezelfde overtreding binnen 6 maanden vastgesteld wordt; 3° de onmiddellijke terugbetaling van de klant en een definitieve schorsing van het takelbedrijf door de Minister of zijn afgevaardigde in geval van recidive. |
Niet-naleving van de andere bepalingen van dit besluit en van de door de Minister of zijn afgevaardigde bepaalde modaliteiten | 1° een waarschuwing van de Minister of zijn afgevaardigde aan het takelbedrijf; 2° een boete of een schorsing van 3 maanden van het takelbedrijf door de Minister of zijn afgevaardigde indien dezelfde overtreding binnen 6 maanden vastgesteld wordt; 3° een definitieve schorsing van het takelbedrijf door de Minister of zijn afgevaardigde in geval van recidive. |
Handelingen van een takelwagen die geen SIABIS+-erkenning heeft op het betrokken wegennet | Uitsluiting van het takelbedrijf van het in artikel 2 bedoelde wegennet en een boete van 1.500 euro voor het betrokken takelbedrijf. |